![]() |
![]() |
Ziekte en genezingVan $1Inhoudsopgave
Ziekte is storing in de werking van een of meer van de organen[1]. In het Nederlands wordt 'ziekte' ook gebruikt voor een abnormale gesteldheid die vergeleken wordt met lichamelijk ziek-zijn. Bijvoorbeeld de behoefte tot kwaadspreken is bij sommige mensen een ziekte, een ziekelijke neiging of gewoonte. Een geestesziekte of zielsziekte is een abnormale gesteldheid van de geest of de ziel.
ZinnebeeldZiekte is in de Heilige Schrift een zinnebeeid van de zonde, Jes. 1: 6; Jer. 8: 22; 30: 12; Klaagl. 2: 13: Ezech. 34: 4; Matth. 9: 12. Daarom wordt een zondige toestand ook als een ziekte, kwaal, aandoening getekend: Jes 1:4 Wee het zondige volk, het volk van zware ongerechtigheid, het zaad der boosdoeners, de verdervende kinderen! Zij hebben den HEERE verlaten, zij hebben den Heilige Israëls gelasterd, zij hebben zich vervreemd, wijkende achterwaarts. Jes 1:5 Waartoe zoudt gij meer geslagen worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken; het ganse hoofd is krank, en het ganse hart is mat. Jes 1:6 Van de voetzool af tot het hoofd toe is er niets geheels aan hetzelve; maar wonden, en striemen, en etterbuilen, die niet uitgedrukt noch verbonden zijn, en geen derzelve is met olie verzacht. Jes 1:7 Uw aardrijk is een verwoesting, uw steden zijn met het vuur verbrand; uw land verteren de vreemden in uw tegenwoordigheid, en een verwoesting is er, ... (SV) Gevallen in de BijbelGevallen van ziekte in de Bijbel:
BewaringGod bewaart de gelovigen voor ziekte, Exod. 15: 26; Deut. 7: 15; Ps. 91:6, 7, 10. Dat doet God echter niet altijd. OorzakenZiekte is dikwijls het gevolg van ontucht en onmatigheid, Job 20: 11; Spr. 5: 11; Hos. 7: 5. God zendt ziekte, Deut. 32: 39; 1 Sam. 5: 6; 2 Sam. 12: 15; Job 6: 18; Klaagl. 3: 38; Hand. 12: 23. God laat toe dat de gelovigen met ziekte bezocht worden, Job 2: 5, 6. Hij laat de Satan toe ons te bedroeven met ziekte, 1 Sam. 16:14-16; Job 2: 6, 7; Luk. 9: 39; 13: 16. God zendt ziekte als straf op de zonde, Num. 11: 33; Lev. 26: 16; Deut. 28: 15, 22, 59; Deut. 29: 22, 25; 2 Sam. 7: 14; 2 Kron. 21: 12-15; Job 20:11. Job 33: 19-22; Ps. 106: 14, 15; 1 Cor. 11:30. Hij straft de goddelozen met ziekte, Deut. 28: 59-61; 2 Kron. 21: 18; Jer. 16:4; Zach. 14: 12. Ziekten kunnen een regelrecht gevolg van een zondig leven zijn, bijvoorbeeld:
In de Bijbel lezen we: "Want zolang ik zweeg, kwijnde mijn gebeente weg ... mijn merg verdroogde als in zomerse hitte. Mijn zonde maakte ik u bekend." Met als resultaat: "Gij omringt mij met jubelzangen van bevrijding." (Ps. 32) Het kan echter erg hardvochtig en onjuist zijn zieken er op te wijzen dat de ziekte het gevolg is van zonde. Job werd ziek, niet als gevolg van een zonde, maar door toedoen van Satan.
Ziekten kunnen een gevolg zijn van een ongezonde leefwijze: roken, overmatig eten, verkeerde leefwijze, vormen de belangrijkste factoren voor doodsoorzaak nummer één, de hart en vaatziekten. Houding en bijstandJob was in zijn ziekte onderworpen, Job 2: 10. God troost de gelovigen in ziekte, Ps. 41: 4.
De gelovigen bidden om genezing, 1 Kon. 8: 37-39 en 2 Kron. 6: 28-30; 2 Kon. 20: 2, 3 en Jes. 38: 2, 3; Ps. 6:3; Jer. 17: 14. De goddelozen zoeken God niet in ziekte, 2 Kron. 16: 12; 2 Kon. 1: 2. Belangrijker dan genezing is: Jezus Christus en het zoeken van de wil van God.
De gelovigen bezoeken hen, die met ziekte bezocht zijn, Matth. 25: 36; Hand. 28: 8. De goddelozen bezoeken de zieke broeders van de Heer niet, Matth. 25: 43. De gelovigen delen in de smart der zieken, Ps. 35: 13. De gelovigen bidden voor de zieken, Hand. 28: 8; Jac. 5: 14, 15. 1Co 12:26 En als een lid lijdt, lijden alle leden mee; en als een lid wordt verheerlijkt, verblijden alle leden zich mee.
(TELOS) GenezingZiekte is dikwijls niet te genezen door menselijke middelen, Deut. 28: 27; 2 Kron. 21: 18; Mark. 5: 26; Luk.8: 43. God belooft soms ziekte te genezen, Exod. 23: 25; 2 Kon. 20: 5. God toont zijn macht en ontferming in het genezen van ziekte, Luk. 5: 17; Fil. 2: 27.
God geneest ziekte, Exod. 23: 25; Deut. 32: 39; 2 Kon. 20: 5-7 en Jes. 38: 5, 9; Job 5: 18; Ps. 103: 3; 107: 20. God verhoort de gelovigen in ziekte, 2 Kon. 20: 5 en Jes. 38: 5; Ps. 30: 3; Ps. 107: 18-20. Het geloof was een vereiste bij de zieken, die door Christus werden genezen, Matth. 8: 13; 9: 28, 29; Mark. 5: 34; 9: 23, 24; 10: 52; Luk. 5: 20; 8: 50; Hand. 14: 9. Christus heeft ziekte genezen, Matth. 4: 23; 8: 16; 9: 35; 14: 14; Mark. 1: 34; Luk. 4: 40; 9: 11.
Christus heeft ziekte genezen door zijn tegenwoordigheid alleen, Mark. 1: 31; Luk. 4: 39. Christus heeft ziekte genezen hoewel afwezig, Matth.8: 13; 15: 28; Mark. 7: 29, 80; Luk.7: 10; Joh. 4: 50, 53 Christus heeft ziekte genezen door handoplegging, Mark. 6: 5; 8: 23; Luk. 13: 13. Christus heeft ziekte genezen door aanraking van de zieke, Matth. 8: 3; 9: 29, 30; Luk. 22:51. Christus heeft ziekte genezen door het aanraken van zijn kleed, Matth. 9: 20-22; 14: 36; Mark. 5: 27-29; 6: 56; Luk. 8: 44. Christus heeft ziekte genezen door een woord, Matth. 8: 8, 13; 9: 6; 12: 13; Mark. 3:5; Luk. 5:24; 7:7, 10. De apostelen hadden de macht ontvangen om ziekte te genezen, Matth. 10: 1; Mark. 16: 18; Luk. 9: 1; 10: 9; Hand. 5: 15; 19: 12; 1 Cor 12: 12:9, 28 De gelovigen schrijven aan God de genezing toe van hun ziekte, Jes. 38: 16. De gelovigen danken God voor de genezing van hun ziekte, Ps. 103: 1, 3; Jes. 38:20; Luk. 17: 15; Hand. 3: 8. Soorten ziekenIn de Bijbel kan men verschillende soorten zieken onderscheiden:
Meer wetenAdèle Kamm, Blijmoedig in het lijden. Rotterdam: Bredee, 1912. Derde druk in 1914; pagina:'s 80. Beroemd boekje van een tuberculosepatiënte die het lijden blijmoedig leerde dragen. De schrijfster (1885-1911) ontsliep op 25-jarige leeftijd. BronnenZakelijk woordenboek des Bijbels (Amsterdam: H. de Hoogh, 1858) s.v. Ziekte. Hieruit is op 13 november 2012 tekst genomen en verwerkt. Voetnoten1. ↑ Aldus de definitie van Van Dale's online woordenboek (www.VanDale.nl), nov. 2012.
Labels: (Bewerk labels)
|
|
Powered by MindTouch Core |
Verrijk Christipedia door informatie
toe te voegen. Help mee de tekst te verbeteren. Zie Meedoen. |