Abraham: verschil tussen versies

229 bytes toegevoegd ,  8 jaar geleden
geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
 
'''Afgoderij.''' Terah en zijn zonen Abraham en Nahor hebben andere goden gediend. Jozua verhaalde daarvan:  
<blockquote>''Joz 24:2 Toen zei Jozua tegen heel het volk: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Aan de overzijde van de rivier hebben uw vaderen van oude tijden af gewoond, [namelijk] Terah, de vader van Abraham, en de vader van Nahor; en <u>zij hebben andere goden gediend</u>.'' <br>''Joz 24:3 Toen nam Ik uw vader Abraham van de overzijde van de rivier en liet hem door heel het land Kanaän gaan. Ik maakte zijn nageslacht talrijk en gaf hem Izak. <br>(...)''<br>''Joz 24:14 Nu dan, vrees de HEERE, dien Hem in oprechtheid en trouw, doe <u>de goden weg die uw vaderen gediend hebben</u> aan de overzijde van de rivier en in Egypte, en dien de HEERE.''<br>''Joz 24:15 Maar als het in uw ogen kwalijk is de HEERE te dienen, kies voor u heden wie u zult dienen: óf <u>de goden die uw vaderen</u>, die aan de overzijde van de rivier woonden, <u>gediend hebben</u>, óf de goden van de Amorieten, van wie u het land bewoont. Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de HEERE dienen!''<br>''Joz 24:16 Toen antwoordde het volk en zei: Er is geen sprake van dat wij de HEERE zouden verlaten om andere goden te dienen.''<br>
(HSV)</blockquote>Het gezin van [[Laban]], de kleinzoon van Abrahams broer Nahor en de achterkleinzoon van Terah, bleek nog huisgoden (terafim) te hebben.
 
'''Roeping.''' Abram werd door God geroepen om zijn land en familie te verlaten en te gaan naar een ander land dat God hem zou wijzen. Jahweh zou hem tot een groot volk maken, namelijk het volk van [[Israël]]. In hem zouden alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. 
<blockquote>''Ge 12:1 De HEERE nu zei tegen Abram: Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal.<br>
''Ge 12:2 Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn.<br>''Ge 12:3 Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden.''<br>''Ge 12:4 Toen ging Abram [op weg], zoals de HEERE tot hem gesproken had, en Lot ging met hem mee. Abram was vijfenzeventig jaar oud, toen hij uit Haran vertrok.''<br>(HSV)</blockquote>De '''weg''' die Abram ging is te zien op deze kaart:
[[Bestand:Abraham migratieroute (Access Foundation).jpg|centre|frame|Kaart: De migratie van Abram]]
[[Bestand:Abraham in Kanaan (Access Foundation).jpg|centre|frame|Kaart: Abraham in Kanaän]]