Abraham: verschil tussen versies

11 bytes toegevoegd ,  8 jaar geleden
Regel 135:
Nadat God aan Abraham meermaals de belofte van land, een talrijk nageslacht en zegen door hem voor de volken had gedaan, voegt Hij, nadat Abraham zijn eigen zoon offerde, er een nieuwe belofte bij. Het zaad (nageslacht) van Abraham zou de poort van zijn vijanden in bezit nemen:
 
<blockquote>''Ge 22:16 Hij zei: Ik zweer bij Mijzelf, spreekt de HEERE: Omdat u dit gedaan hebt en [Mij] uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt,<br>Ge 22:17 zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren aan de hemel en als het zand dat aan de oever van de zee is. Uw nageslacht <u>zal de poort van zijn vijanden in bezit hebben</u>.<br>Ge 22:18 En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent.''<br>(HSV)</blockquote>
 
Wanneer wij Abrahams zaad (nageslacht) in het ''meervoud'' nemen, dus op zijn nakomelingen zien, dan zegt de belofte dat Abrahams nageslacht de poort van zijn vijanden (erfelijk) zal bezitten, hun steden innemen en het goed van hun land genieten. Een [[poort]] is in de Heilige Schrift het beeld van macht en sterkte (vgl. Matth. 16:18). In de poorten werden ook de rechtspraken gehouden. Jahweh wil daarmee dus aan Abraham zeggen, dat zijn nakroost over zijn vijanden zal heersen en zijn vijanden overwinnen zal. Deze belofte ging in vervulling toen Israël zijn vijanden versloeg en het beloofde land innam. De volkomen vervulling geschiedt na de [[Grote Verdrukking]] en het geestelijke herstel van Israël. Israël zal dan niet langer de smaad en de staart, maar de eer en het hoofd der volken zijn.
 
Wanneer wij Abrahams zaad in het ''enkelvoud'' nemen, dus op zijn Nakomeling Jezus zien - zoals Paulus doet in Gal. 3:16 - dan zegt de belofte dat de Heer Jezus de poort van zijn vijanden zal innemen. De Heer Jezus is verhoogd aan Gods rechterhand totdat God al zijn vijanden tot zijn voetbank heeft gesteld. 
Regel 153:
Hij zal bij zijn toekomstige verschijning in de wereld de Mens der zonde, „die zich verzet tegen al wat God heet of een voorwerp van verering is, zodat hij in de tempel van God gaat zitten en zichzelf vertoont dat hij God is" (2 Thess. 2:4), zal verdoen (2 Thess. 2:8) en zijn vrederijk op aarde oprichten. Hij zal de wereld regeren, die voordien, na de zondeval, door satan werd geregeerd. 
 
<blockquote>''1Co 15:25 Want Hij moet regeren, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten heeft gelegd.''<br> (TELOS)</blockquote>
 
== Meer informatie ==