k
→Grootheid
kGeen bewerkingssamenvatting |
k (→Grootheid) |
||
Regel 129:
== Grootheid ==
God groot, onvergelijkbaar groot. Hij is groter dan de (af)goden. Groot is Zijn heerlijkheid, kracht, werk, woord, goedertierenheid, barmhartigheid, weldadigheid en trouw. Zijn naam worde groot gemaakt! <blockquote>
''Ps 34:3 (34-4) [Gimel]. <u>Maakt den HEERE met mij groot</u>, en laat ons Zijn Naam samen verhogen.'' (SV) </blockquote>
Zie [[Grootheid van God]] voor het hoofdartikel.
== Alomtegenwoordig ==
Uit de erkenning dat God de Enige en Oneindige is, volgt dat Hij ook alomtegenwoordig is. God is overal aanwezig, Hij is alom tegenwoordig.<blockquote>''Ps 139:5 Gij omgeeft mij van achteren en van voren en Gij legt uw hand op mij. Ps 139:6 Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij. Ps 139:7 Waarheen zou ik gaan voor uw Geest, waarheen vlieden voor uw aangezicht? Ps 139:8 Steeg ik ten hemel; Gij zijt daar. Of maakte ik het dodenrijk tot mijn sponde; Gij zijt er; {} Ps 139:9 nam ik vleugelen van de dageraad, ging ik wonen aan het uiterste der zee, Ps 139:10 ook daar zou uw hand mij geleiden, uw rechterhand mij vastgrijpen.'' (NBG51)</blockquote>God is tegelijkertijd op zijn troon in de hemel en in zijn huis op aarde.<blockquote>''Mt 23:21 En wie zweert bij het tempelhuis, zweert daarbij en bij Hem die daarin woont. Mt 23:22 En wie zweert bij de hemel, zweert bij de troon van God en bij Hem die daarop zit.'' (TELOS)</blockquote>Toen de Heer Jezus op aarde rondwandelde, woonde God in de tempel te Jeruzalem. Thans woont Hij in de gemeente van Christus, „een woonplaats van God in de Geest" (Ef. 2:22).
|