Henoch (zoon van Jered): verschil tussen versies

19 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 8:
|}
 
<blockquote>''Ge 5:18 Jered leefde honderdtweeënzestig jaar, en verwekte Henoch. Ge 5:19 En Jered leefde, nadat hij Henoch verwekt had, achthonderd jaar; en hij verwekte zonen en dochters. Ge 5:20 Al de dagen van Jered waren negenhonderdtweeënzestig jaar; en hij stierf. Ge 5:21 Henoch leefde vijfenzestig jaar, en verwekte Methusalach. Ge 5:22 En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalach verwekt had, driehonderd jaar; en hij verwekte zonen en dochters. Ge 5:23 Al de dagen van Henoch waren driehonderdvijfenzestig jaar. Ge 5:24 Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God nam hem weg.'' (HSV)</blockquote>{{Adam nageslacht}}{{Tijdbalk Adam tot Mozes}}<blockquote>''Heb 11:5 Door het geloof werd Henoch weggenomen, opdat hij de dood niet zou zien. En hij werd niet gevonden, omdat God hem weggenomen had. Vóór zijn wegneming kreeg hij namelijk het getuigenis dat hij God behaagde.'' (HSV)</blockquote>
 
Henoch is een eenvoudig voorbeeld in die vroege eeuwen van de manier waarop door genade een mens omgang met God kan hebben en Hem zo kan behagen en van het licht van Zijn aangezicht kan genieten in een zondige wereld. Henoch werd opgenomen in de hemel zonder te sterven, zoals de levende heiligen zullen worden opgenomen bij de komst van de Here Jezus.
 
'''Voorvader van Jezus.''' Henoch was een verre voorvader van de Heer Jezus en wordt daarom vermeld in het geslachtsregister van de Messias.<blockquote>''Lu 3:37 de zoon van Methusalach, de zoon van Henoch, de zoon van Jered, de zoon van Mahalalel, de zoon van Kenan,'' (HSV)</blockquote>'''Judas over Henoch.''' Judas verwijst naar Henoch als "de zevende van Adam af", zie schema. Hij haalt woorden van Henoch aan: <blockquote>''Jds 1:14 En ook Henoch, de zevende van Adam af, heeft van dezen geprofeteerd door te zeggen: Zie, de Heer is gekomen temidden van zijn heilige tienduizenden, Jds 1:15 om oordeel uit te oefenen tegen allen en elke ziel te bestraffen om al hun werken van goddeloosheid die zij goddeloos bedreven hebben, en om alle harde woorden die goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben. (TELOS)''</blockquote>Deze aanhaling stamt uit het apocriefe boek van [[Henoch (apocriefen)|Henoch 1 Henoch]].
 
== Bronnen ==