Het woord '''abortus''' wordt meestal gebruikt voor het door menselijk ingrijpen voortijdig afbreken van een zwangerschap. De (Latijnse) vakterm voor deze opzettelijke vruchtafdrijving is ''abortus provocatus (''Lat. a''boriri ='' vergaan of verloren gaan; Lat. ''provocare'' = oproepen; Engels: ''induced abortion ='' opgewekte abortus'').'' Bij abortus provocatus wordt de vrucht ([[embryo]], [[foetus]]) in de moederschoot gedood. In 2010 gebeurde dat in Nederland bijna 31 duizend maal; één op de zeven ongeborenen wordt gedood in de moederschoot (anno 2017<ref>Bron: Pro Life zorgverzekeringen, begeleidende brief bij het magazine Lif en de zwangerschapskalender VBOK, 9 okt. 2017.</ref>). In België vonden in 2007 ruim 18 duizend officieel aangegeven abortussen plaats.
Een niet-opzettelijke vruchtafdrijving, waarbij het lichaam van de vrouw de vrucht afstoot, heet ''miskraam'' of ''spontane abortus.'' Dit artikel handelt over opzettelijke zwangerschapsonderbreking van de onvoldragen vrucht (abortus provocatus).
Cookies helpen ons onze services aan te bieden. Door onze services te gebruiken stemt u in met het gebruik van onze cookies.