Abraham: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 17:
(NBG51)</blockquote>Abraham kreeg acht '''zonen''' bij drie vrouwen, Sara, Hagar en Ketura. Hij nam Ketura tot vrouw nadat Sara, 127 jaar oud (Gen. 23:1) gestorven was; hij was toen 137 jaar oud. De naam "Ketura" betekent "reukwerk". Abrahams zonen waren:
# Ismaël ('God verhoort'), zoon van Sara's dienstmaagd Hagar
# Izak ('gelachGelach'), zoon van Sara. 
# Zimran ('beroemdeBeroemde'), zoon van Ketura
# Joksan ('vogelaarVogelaar'), zoon van Ketura
# Medan ('twistTwist'), zoon van Ketura
# Midian ('strijdStrijd'), zoon van Ketura
# Jisbak ('verlateneVerlatene'), zoon van Ketura
# Suah ('treurigTreurig'), zoon van Ketura.
[[Bestand:Abraham nageslacht Langeveld 2013-09-10.jpg|centre|frameless|1938x1938px]]
[[Bestand:Bible primer, Old Testament, for use in the primary department of Sunday schools (1919) (14759064066).jpg|miniatuur|451x451px|Abraham en zijn geliefde zoon Izak.]]
Sara's overlijden in Hebron (= Kirjath-Arba) gaf hem aanleiding om een spelonk te kopen van de Hethiet Efron (Gen. 23). De spelonk lag in of aan de akker van Machpela, tegenover Mamré, dat is Hebron (Gen. 23:19). Hij kocht de spelonk en de akker van Efron voor 400 zilverstukken. Dat was zijn eerste, aangekochte eigendom in het land Kanaän. Na de dood van Sara heeft Abraham nog 38 jaar geleefd. Hij bereikte een leeftijd van 175 jaar. Door zijn zonen Izak en Ismaël werd hij begraven in de spelonk van [[Machpela]].
'''Izak.''' God vroeg Abraham zijn zoon (Izak), die hij liefhad, te offeren. <blockquote>''Ge 22:2  En Hij zeide: Neem nu uw zoon, uw enige, dien gij liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moria, en offer hem aldaar tot een brandoffer, op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal.'' (SV)</blockquote>Daartoe bleek Abraham bereid. Dat was voor God genoeg en een engel verhinderde Abraham om zijn zoon te doden.<blockquote>''Ge 22:11  Maar de Engel des HEEREN riep tot hem van den hemel, en zeide: Abraham, Abraham! En hij zeide: Zie, [hier] ben ik! Ge 22:12  Toen zeide Hij: Strek uw hand niet uit aan den jongen, en doe hem niets! want nu weet Ik, dat gij God vrezende [zijt], en uw zoon, uw enige, van Mij niet hebt onthouden. (SV)''</blockquote>In plaats van Izak offerde Abraham toen een ram, dat zich ter plaatse bleek te bevinden en door verwarde struiken werd vastgehouden. <blockquote>''Heb 11:17  Door het geloof heeft Abraham, toen hij beproefd werd, Izaak geofferd, en hij die de beloften aangenomen had, offerde zijn eniggeborene,  Heb 11:18  van wie gesproken was: ‘In Izaak zal uw nageslacht genoemd worden’. Hij heeft overwogen, dat God machtig was hem zelfs uit de doden op te wekken,  Heb 11:19  waaruit hij hem ook bij gelijkenis terug gekregen heeft.'' (Telos)</blockquote>'''Landeigendom.''' Sara's overlijden in Hebron (= Kirjath-Arba) gaf hem aanleiding om een spelonk te kopen van de Hethiet Efron (Gen. 23). De spelonk lag in of aan de akker van Machpela, tegenover Mamré, dat is Hebron (Gen. 23:19). Hij kocht de spelonk en de akker van Efron voor 400 zilverstukken. Dat was zijn eerste, aangekochte eigendom in het land Kanaän.
 
'''Leeftijd.''' Na de dood van Sara heeft Abraham nog 38 jaar geleefd. Hij bereikte een leeftijd van 175 jaar. Door zijn zonen Izak en Ismaël werd hij begraven in de spelonk van [[Machpela]].
God noemde Abraham tegenover de filistijnse vorst Abimelech "een '''profeet'''" (Gen. 20:7).
 
'''Profeet.''' God noemde Abraham tegenover de filistijnseFilistijnse vorst Abimelech "een '''profeet'''" (Gen. 20:7).
 
<blockquote>''Ge 20:7 Nu dan, geef de vrouw van die man terug, want hij is een profeet! Hij zal voor u bidden, zodat u in leven blijft. Als u haar echter niet teruggeeft, weet [dan] dat u zeker zult sterven, u en al wat van u is.'' (HSV)</blockquote>
Regel 39 ⟶ 42:
<blockquote>''Ge 24:7 De HEERE, de God van de hemel, Die mij uit mijn familie en uit mijn geboorteland weggehaald heeft, Die tot mij gesproken heeft en Die mij gezworen heeft: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven -die [God] zal Zijn engel voor u uit sturen, opdat u voor mijn zoon daarvandaan een vrouw zult nemen.'' (HSV)</blockquote>
 
'''Vorst Gods.''' Toen de aartsvader zich tegenover de Hethieten, van wie hij een gunst verzocht, "een vreemdeling en een inwoner bij u" noemde, noemden zij hem "een vorst Gods in het midden van ons' (Gen. 23:6). God noemde hem tegenover zijn volk Israël “de rotssteen” waaruit de Israelieten gehouwen zijn. <blockquote>''Jes 51:1  Hoort naar Mij, gij, die de gerechtigheid najaagt, gij, die den HEERE zoekt! aanschouwt den rotssteen, [waaruit] gijlieden gehouwen zijt, en de holligheid des bornputs, [waaruit] gij gegraven zijt.<br>Jes 51:2 Aanschouwt Abraham, ulieder vader, en Sara, [die] ulieden gebaard heeft; want Ik riep hem, toen hij [nog] alleen was, en Ik zegende hem, en Ik vermenigvuldigde hem.<br><br>
 
'''Rotssteen.''' God noemde hem tegenover zijn volk Israël “de rotssteen” waaruit de Israëlieten gehouwen zijn. <blockquote>''Jes 51:1  Hoort naar Mij, gij, die de gerechtigheid najaagt, gij, die den HEERE zoekt! aanschouwt den rotssteen, [waaruit] gijlieden gehouwen zijt, en de holligheid des bornputs, [waaruit] gij gegraven zijt.<br>Jes 51:2 Aanschouwt Abraham, ulieder vader, en Sara, [die] ulieden gebaard heeft; want Ik riep hem, toen hij [nog] alleen was, en Ik zegende hem, en Ik vermenigvuldigde hem.<br><br>
(SV)''</blockquote>
 
'''Jezus Christus''' wordt “de Zoon van Abraham” genoemd, omdat hij naar het vlees een afstammeling van Abraham is en evenals deze wandelde in geloof. 
 
<blockquote>''Mt 1:1 Geslachtsregister van Jezus Christus, Zoon van David, Zoon van Abraham.<br>Joh 8:39 Zij antwoordden en zeiden tot Hem: Onze vader is Abraham. Jezus zei tot hen: Als u kinderen van Abraham was, zou u de werken van Abraham doen;''<br>(TELOS)</blockquote>
Regel 82 ⟶ 87:
God herhaalde Zijn belofte nadat Abraham zijn zoon offerde:
 
<blockquote>''Ge 22:16 Hij zei: Ik zweer bij Mijzelf, spreekt de HEERE: Omdat u dit gedaan hebt en [Mij] uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt,<br>Ge 22:17 zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren aan de hemel en als het zand dat aan de oever van de zee is. Uw nageslacht zal de poort van zijn vijanden in bezit hebben.<br>Ge 22:18 En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent.<br>(HSV)''</blockquote>
Ge 22:17 zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren aan de hemel en als het zand dat aan de oever van de zee is. Uw nageslacht zal de poort van zijn vijanden in bezit hebben.<br>Ge 22:18 En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent.''<br>(HSV)</blockquote>
 
De belofte van een talrijk nageslacht werd door God aan Izak herhaald: