Amarja: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Amarja''' (= 'Jah heeft gesproken') of ''Amaria'' is de naam van verschillende mannen in de Bijbel, meest genoemd in de boeken 1 en 2 Kronieken, Ezra en Nehemia.
 
'''Naam'''. De Hebreeuwse naam is אמריה, Amarjah, of in een langere vorm אמריהו, Amarjahoe, van de verkorte Godsnaam ''Jah(oe)'' en het werkwoord ''amor'' = zeggen, spreken enz<ref>S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Amarja. </ref>. De eigennaam betekent 'Jah heeft gesproken' of 'Jah heeft beloofd', 'Jah heeft toegezegd'. De naam komt 16x in de Schrift voor. Het Strongnummer is 0568. In het Engels is de naam Amariah.
 
'''Dragers'''. Deze naam hebben gedragen:
Regel 27:
 
Hij is dezelfde dien de Kroniekschrijver (1 Kron. 6: 11) op de lijst van de hogepriesters, de vijfde na Zadok, de tijdgenoot van David, noemt; want ook Josafat is in de koninklijke lijn de 5e na David. Dezelfde Amarja is bedoeld in Ezra 7:3.
 
{{Hogepriesters}}
 
== Bronnen ==
Regel 36 ⟶ 38:
 
''Hebreeuws-Nederlands Lexicon; op basis van Strong-coderingen.'' Onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia. Het is gebaseerd op het Engelstalige ''Online Bible Hebrew-Englisch Lexicon'' van Larry Pierce.
 
S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld''. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Amarja.
 
== Voetnoot ==