Barlaäm van Antiochië: verschil tussen versies
Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Barlaäm''' was een Syrisch martelaar in de 3e of 4e eeuw, waarschijnlijk woonachtig in Antiochië<ref>W. Westerbeke, ''Martelaren in het Romeinse rijk'', deel I...' |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Barlaäm''' was een Syrisch martelaar in de 3e of 4e eeuw, waarschijnlijk woonachtig in Antiochië<ref>W. Westerbeke, ''Martelaren in het Romeinse rijk'', deel II. Middelburg: Stichting De Gihonbron, 2012.</ref>, die weigerde aan de afgoden te offeren. |
'''Barlaäm''' was een Syrisch martelaar in de 3e of 4e eeuw, waarschijnlijk woonachtig in [[Antiochië (Syrië)|Antiochië]]<ref>W. Westerbeke, ''Martelaren in het Romeinse rijk'', deel II. Middelburg: Stichting De Gihonbron, 2012.</ref>, die weigerde aan de afgoden te offeren. |
||
Hij verdroeg met voorbeeldloze standvastigheid de geselingen, pijnigingen, alsmede velerlei martelingen. Daarna bracht men een altaar van de afgoden, vulde zijn rechterhand hand met wierook, en hield die over het vuur, opdat hij door de hitte de wierook in het vuur zou laten vallen, waardoor het ten minste de schijn had als of hij geofferd had. Maar veel liever liet hij zijn hand verbranden, dan enig bewijs van afgoderij te tonen. |
Hij verdroeg met voorbeeldloze standvastigheid de geselingen, pijnigingen, alsmede velerlei martelingen. Daarna bracht men een altaar van de afgoden, vulde zijn rechterhand hand met wierook, en hield die over het vuur, opdat hij door de hitte de wierook in het vuur zou laten vallen, waardoor het ten minste de schijn had als of hij geofferd had. Maar veel liever liet hij zijn hand verbranden, dan enig bewijs van afgoderij te tonen. |
Huidige versie van 16 dec 2018 om 20:45
Barlaäm was een Syrisch martelaar in de 3e of 4e eeuw, waarschijnlijk woonachtig in Antiochië[1], die weigerde aan de afgoden te offeren.
Hij verdroeg met voorbeeldloze standvastigheid de geselingen, pijnigingen, alsmede velerlei martelingen. Daarna bracht men een altaar van de afgoden, vulde zijn rechterhand hand met wierook, en hield die over het vuur, opdat hij door de hitte de wierook in het vuur zou laten vallen, waardoor het ten minste de schijn had als of hij geofferd had. Maar veel liever liet hij zijn hand verbranden, dan enig bewijs van afgoderij te tonen.
De eigenlijke tijd en wijze van zijn dood is onzeker. Basilius van Caesarea (330-379) en Chrysostomus (345-407) gewagen met roem van hem.
Bronnen
Adrianus Haemstedius, Historie der martelaren; Die, om de getuigenis der evangelische waarheid, hun bloed gestort hebben, van Christus onze Zaligmaker af tot het jaar 1655. Amsterdam: 1671. Herziene druk 1881. Tekst van blz. 43 is onder wijziging verwerkt. Online: http://www.iclnet.org/pub/resources/text/nederlandse/haemstedius-martelaren.htm.
David van Hoogstraten, Matthaeus Brouërius van Nidek (red.), Groot algemeen woordenboek, zo historisch, geographisch, geneaologisch, als oordeelkundig. Tweede deel (1725), blz. 69.
W. Westerbeke, Martelaren in het Romeinse rijk, deel II. Middelburg: Stichting De Gihonbron, 2012.
Voetnoot
- ↑ W. Westerbeke, Martelaren in het Romeinse rijk, deel II. Middelburg: Stichting De Gihonbron, 2012.