Bijbel:Ezechiël 40: verschil tussen versies

</noinclude><span id=5></span><section begin=5 />⁵ En ziet, er was een muur buiten aan het huis, geheel rondom. En in de hand van de man was een meetstok van zes ellen, [elk] van een el en een handbreed. En hij mat de breedte van het bouwsel: één stok, en de hoogte: één stok. <section end=5 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|5}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#5]]}}

 

 

</noinclude><span id=7></span><section begin=7 />⁷ En [elk] kamertje: één stok de lengte en één stok de breedte; en tussen de kamertjes: vijf ellen; en de dorpel van de poort, bij het voorhuis van de poort van binnen: één stok. <section end=7 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|7}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#7]]}}

</noinclude><span id=9></span><section begin=9 />⁹ Toen mat hij het [andere] voorhuis van de poort: acht ellen; en haar posten: twee ellen; en het voorhuis van de poort was van binnen. <section end=9 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|9}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#9]]}}

 

 

</noinclude><span id=11></span><section begin=11 />¹¹ Voorts mat hij de wijdte van de deur van de poort: tien ellen; de lengte van de poort: dertien ellen. <section end=11 /><noinclude>{{#if: {{#section-h: {{BASEPAGENAME}}|11}} |[[Bestand:Aantekening_pictogram.png|link={{BASEPAGENAME}}#11]]}}