Bijbelse geschiedenis van het Nieuwe Testament: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 78:
<u>De bruiloft te Kana</u> in Galilea. Jezus' eerste wonder. Joh. 2 :1-11.
Bezoek van Jezus aan Kapernaüm, Joh. 2:12
De roeping van de eerste discipelen tot apostelen: Johannes, Andreas, Petrus, Filippus, Nathanaël. De wonderbare visvangst, Matt. 4:18-22, Mark. 1:16-20, Luk. 5:1-11, Joh. 1 :35-52.▼
===== Van het eerste tot het tweede Paasfeest =====
Deze tijd duurt ongeveer 14 maanden. De eerste 8 maanden werkt de Heer in Judea, daarna ongeveer een ½ jaar in Galilea.
Regel 84:
a) Zijn arbeid te Jeruzalem en in Judea, 8 maanden.
Aanstaand paasfeest; opgaan naar Jeruzalem, Joh. 2:13.
De tempelreiniging, waar Hij Zich aan Israël openbaart als de Messias, de Zoon van de Vader (Joh. 2 :13v.). Nicodémus bij Jezus, Joh. 3 :1-21.▼
▲Het huis van God te Jeruzalem een huis van koophandel. De tempelreiniging, waar Hij Zich aan Israël openbaart als de Messias, de Zoon van de Vader (Joh. 2 :
Omdat Jeruzalem Hem niet aanneemt, gaat Jezus naar het land van Judea, waar Hij met Zijn discipelen predikt en doopt, Joh. 3 :26v.▼
Gesprek van Jezus met Nicodémus te Jeruzalem, Joh. 3 :1-21.
Na de gevangenneming van Johannes vertrekt Hij naar Galilea, Matth. 4 :12. Door Samaria: gesprek met de Samaritaanse vrouw, Joh. 4 :1-30.▼
▲Omdat Jeruzalem Hem niet aanneemt, gaat Jezus naar het omliggende land van Judea, waar Hij met Zijn discipelen predikt en doopt, Joh. 3 :26v.
Laatste getuigenis van Johannes de Doper aangaande Jezus, Joh. 3:32-36.
Gevangenneming van Johannes de Doper, Matth. 4:13; 14:3-5; Mark. 1:14; 6:17-20; Luk. 3:19-20.
▲Na de gevangenneming van Johannes vertrekt
Jezus in Samaria. Gesprek met een Samaritaanse vrouw te Sichar. De oogst en de werklieden. Joh. 4 :1-42.
Twee dagen daarna gaat Jezus naar Galilea, Joh. 4:43-46, Luk. 4:14-15, Mark. 1:14-15.
b) Zijn arbeid in Galilea, ongeveer ½ jaar.
Uitgezonderd de reis van en naar het tweede paasfeest, heeft Jezus van nu af tot enkele maanden vóór Zijn dood in Galilea gearbeid, dat is ongeveer 2 jaar. Hiervan vóór het tweede Paasfeest: ½ jaar. Voornaamste feiten:
Jezus geneest te Kana de zoon van de hoveling uit Kapernaüm, Joh. 4:46-51
Jezus ontwijkt. Prediking in Galilea: in Nazareths synagoge openbaar Hij zich als de Messias, Mark 6:1 Luk. 4 :14-30. Hij neemt daarna Zijn woonplaats te Kapernaüm, Matth. 4 :13, Luk. 4:31.
▲
De Heer bevrijdt een bezetene in de synagoge te Kapernaüm, Mark. 1:21-38, Luk. 4:31-37.
Hij geneest een melaatse en een geraakte; roept Levi (Mattheüs), Matth. 9.
Hij geneest de schoonmoeder van Petrus in diens huis te Kapernaüm, Matth. 8:14-15, Mark. 1:29-31, Luk. 4:38-39.
De avond van de eerste dag te Kapernaüm, Matth. 8:16-17, Mark. 1:32-34, Luk. 4:40-41.
Rondreis. Voorbereidend gebed in een woeste plaats. Mark. 1:35-38, Luk. 4: 42-43.
Reis door Galilea. Matth. 4:23-25, Mark. 1:39, Luk. 4:44.
Genezing van een melaatse in Galilea. Matth. 8:1-4, Mark. 1:40-45, Luk. 5:12-16.
===== Van het tweede Paasfeest tot het Loofhuttenfeest van het volgende jaar =====
Regel 281 ⟶ 311:
== Bronnen ==
In dit lemma is, onder toestemming, gebruikt gemaakt van tekst uit: C. Lindeboom, ''Bijbelgids, of Handleiding tot het verkrijgen van Bijbelkennis''. Middelburg: Stichting de Gihonbron, 2009. Bewerking van de uitgave uit 1929, door J. Pluimers.
''Bijbelsch Handboek en Concordantie'' (Rotterdam: J.M. Bredée, derde druk, 1935), blz. 140v. Hiervan is tekst onder wijziging verwerkt.
IJsbrand van Hamelsveld, ''Historisch handboekje van den Bijbel''. Amsterdam: Ten Brink & De Vries, 1830. Onder wijziging is tekst verwerkt van blz. 155-156.
|