Chronologie: Richteren
Onderstaand overzicht sluit aan op het artikel Chronologie: Abraham tot de Uittocht.
Jaar vóór Christus, richters | Vervolg 1e dyn. Babylon | Vervolg Assyrië |
1472 Uittocht 14 Nisan | (in Egypte begint de Hyksosperiode) | |
1453 | Ammi-saduqa | |
1433 | Samsu-ditana | |
1432 Jozua / intocht 14 Nisan te Gilgal | ||
1420 veldslag te Ajalon / de 'oudsten' | ||
1400 | Ashur-nadin-ahhe | |
1390 | Kassieten / Babylon | Eriba-Adad |
1380-1340 Othniël (Richt. 3:11) | ||
1374 | Kadashman-Enlil | |
1363 | Ashuruballit I | |
1359 | Burnaburiash I | |
1327 | Kurigalzu II | Enlil-nirari |
1322 Ehud (Richt. 3:30) | ||
1317 | Arik-den-ili | |
1305 | Adad-nirari | |
1302-1282 Samgar (Richt. 4:3/5:6) | ||
1282-1242 Debora en Barak (Richt. 5:31) | ||
1273 | Salmaneser I | |
1263 | Kadashman-Enlil II | |
1244 | Tukulti-ninurta | |
1242 | Kashtiliash IV | |
1235-1195 Gideon (Richt. 8:28) | ||
1226 | Adad-shuma-usur | |
1208 | Ashur-nadin-apli | |
1195-1192 Abimelech (Richt. 9:22) | ||
1193-1170 Tola (Richt. 10:2) | 2e dyn. van Isin | |
1171-1149 Jaïr (Richt. 10:3) | ||
1157 | Marduk-kabit-ahheshu | |
1146-1106 Eli (1 Sam. 4:18) | ||
1139 | Iti-marduk-balatu | |
1132-1126 Jefta (Richt. 11:26/12:7) | ||
1131 | Ninurta-nadin-shumi | |
1129-1110 Simson (Richt. 16:20) | ||
1126-1119 Ebzan (Richt. 12:9) | ||
1124 | Nebuchadnezzar I | |
1120-1110 Elon (Richt. 12:11) | ||
1115 | Tiglatpileser I | |
1110-1102 Abdon (Richt. 12:13-15) | ||
1106 (Samuël) Slag bij Afek | ||
1103 | Enlil-nadin-apli | |
1100 | Marduk-nadin-ahhe | |
1085 Samuël, slag bij Mizpa (1Sam.7:2) | ||
1083 | Marduk-zhapik-zeri | |
1077 | Saggal-apal-ekur | |
1076 Saul koning | ||
1074 | Ashur-bel-kala | |
1068 | Adad-apla-iddina | |
1026 | einde 2e dyn. v. Isin | |
1036 David koning te Hebron | ||
1029 David koning te Jeruzalem | ||
997 Salomo koning | ||
993 Begin tempelbouw (1 Kon. 6:1) | 480 jaar na de uittocht |
1420-1388. In het jaar 1420 is Jozua overleden. Hij werd 110 jaar oud (Richt. 2:8). Hij moet dus kort na de gebeurtenis in het dal van Ajalon zijn overleden. De oudsten hebben het bestuur overgenomen tot in 1388 de laatsten van hen zijn overleden. Cuschan Rischataïm van Syrië onderdrukt daarna gedurende acht jaar het volk. Deze periode (1420-1388) wordt beschreven in Richteren, de hoofdstukken 1, 2, 3 (tot vers 8), en de hoofdstukken 17 tot en met 21.
1322-1242. In 1322 wordt Eglon door Ehud gedood. Er komt dan een periode van rust voor het volk van Israël gedurende 80 jaar (1322-1242). Voor een bepaalde regio blijkt op een gegeven moment de rust heel betrekkelijk. Tijdens het richterschap van Samgar ging men uit veiligheidsoverwegingen via sluipwegen op pad (Richt. 5:6). De periode van rust tijdens Debora en Barak beslaat de tweede helft van de 80 jaar.
1149-1085. Gedurende de periode 1149 tot 1129 (het optreden van Simson) werd Israël onderdrukt door de Filistijnen. Eveneens na de slag bij Afek in 1106 tot de slag bij Mizpa in 1085. Richteren 13:1 spreekt over beide perioden samen. Waarschijnlijk trad Samuël pas werkelijk als richter op tijdens de slag bij Mizpa en daarna, zelfs nog tijdens de regering van Saul.
Paulus' 450 jaar. Paulus spreekt in Hand. 13:20 over een periode van omtrent 450 jaar. Mogelijk bedoelde hij de periode vanaf de geboorte van Mozes in 1552 tot de dood van Eli in 1106 en Samuël zijn taak over nam. Eveneens kan gedacht worden aan de periode van ongeveer 450 jaar tussen Abrahams offer in 1872 met de bevestiging van de Goddelijke belofte aan hem (Hand. 13:17a) en 1420 toen de veldslag in het dal van Ajalon plaats vond (Hand. 13:19).
Bronnen
- Dr. C.J. Goslinga het boek der Richteren I. Reeks: Korte verklaring der Heilige Schrift ( Kampen, 1951)
- Hans J. Nissen - Geschichte Alt-Vorderasiens (München, 1999)