Efraïm: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
'''Efraïm''', ook geschreven ''Ephraïm'', verwijst in de [[Bijbel]] naar een persoon en naar onderscheidene zaken.
'''Efraïm '''is een [[Hebreeuws|Hebreeuwse]] naam, grammaticaal een tweevoudsvorm, en betekent “dubbel vruchtbaar”. [[Jozef (zoon van Jakob)|Jozef]] gaf de naam aan zijn tweede zoon.<blockquote>''Ge 41:52 De tweede gaf hij de naam Efraïm. Want,  [zei hij], God heeft mij vruchtbaar doen worden in het land van mijn verdrukking. (HSV)''</blockquote>In de [[Bijbel]] verwijst “Efraïm” naar:

'''Naam.''' De [[Hebreeuws|Hebreeuwse]] naam is grammaticaal een tweevoudsvorm, en betekent “dubbel vruchtbaar”. [[Jozef (zoon van Jakob)|Jozef]] gaf de naam aan zijn tweede zoon, met toespeling op Jozefs vruchtbare jaren in Egypte, aanvankelijk het land van zijn ellende, maar waarin God hem nu ''twee'' zonen had gegeven. <blockquote>''Ge 41:52 De tweede gaf hij de naam Efraïm. Want,  [zei hij], God heeft mij vruchtbaar doen worden in het land van mijn verdrukking. (HSV)''</blockquote>'''Verwijzingen.''' In de Bijbel verwijst “Efraïm” naar:
# [[Efraïm]], de tweede zoon van [[Jozef (zoon van Jacob)|Jozef]]
# [[Efraïm]], de tweede zoon van [[Jozef (zoon van Jacob)|Jozef]]
# de stam [[Efraïm (stam)|Efraïm]], de Efraimieten, het nageslacht van Jozefs tweede zoon
# de stam [[Efraïm (stam)|Efraïm]], de Efraimieten, het nageslacht van Jozefs tweede zoon
Regel 7: Regel 9:
# een hoofdpoort van [[Jeruzalem]]
# een hoofdpoort van [[Jeruzalem]]


== Efraïm, zoon van Jozef ==
'''Efraïm''', ook geschreven ''Ephraïm'', was de tweede zoon van [[Jozef (zoon van Jacob)|Jozef]] en de Egyptische [[Asnath]]. De naam wordt ook gegeven aan de stam waarvan Efraïm het hoofd was, en vervolgens ook aan het deel van het land [[Kanaän (land)|Kanaän]] dat hem werd toebedeeld.
'''Efraïm''', ook geschreven ''Ephraïm'', was de tweede zoon van [[Jozef (zoon van Jacob)|Jozef]] en de Egyptische [[Asnath]].


De '''eigennaam''' Efraïm, door Jozef aan zijn zoon gegeven, betekent ‘dubbel vruchtbaar’ (Gen. 41: 52), met toespeling op Jozefs vruchtbare jaren in Egypte, aanvankelijk het land van zijn ellende, maar waarin God hem nu ''twee'' zonen had gegeven. <blockquote>''Ge 41:52 De tweede gaf hij de naam Efraïm. Want,  [zei hij], God heeft mij vruchtbaar doen worden in het land van mijn verdrukking. (HSV)''</blockquote>De betekenis van de naam werd later versterkt door de goddelijke belofte (Gen. 48  4v.), welke Jakob aan zijn kleinzoon in het geloof (Hebr. 11: 21), volgens de vrije verkiezing Gods, met een hogere mate van zegen dan aan diens broer Manasse gaf (18: 14-20). Want toen Israël de twee zonen van Jozef wilde zegenen, zette hij Efraïm vóór zijn oudere broer, en zei dat hij groter zou moeten zijn en dat zijn nageslacht een menigte van volkeren zou worden (Gen. 48:17-19).
'''Naam.''' Over de betekenis van de naam, zie hierboven. De betekenis van de naam werd later versterkt door de goddelijke belofte (Gen. 48  4v.), welke Jakob aan zijn kleinzoon in het geloof (Hebr. 11: 21), volgens de vrije verkiezing Gods, met een hogere mate van zegen dan aan diens broer Manasse gaf (18: 14-20). Want toen Israël de twee zonen van Jozef wilde zegenen, zette hij Efraïm vóór zijn oudere broer, en zei dat hij groter zou moeten zijn en dat zijn nageslacht een menigte van volkeren zou worden (Gen. 48:17-19).


Vandaar dat Efraïm dikwijls, bijv. Openb. 7: 8, als in het eerstgeboorterecht van zijn vader geplaatst, kortweg Jozef heet.
Vandaar dat Efraïm dikwijls, bijv. Openb. 7: 8, als in het eerstgeboorterecht van zijn vader geplaatst, kortweg Jozef heet.
Regel 17: Regel 20:
Weinig wordt in de Heilige Schrift van Efraïm persoonlijk vastgelegd. Van zijn nakomelingen is Jozua, de zoon van Nun, de meest bekende.
Weinig wordt in de Heilige Schrift van Efraïm persoonlijk vastgelegd. Van zijn nakomelingen is Jozua, de zoon van Nun, de meest bekende.


Nog gedurende het verblijf in Egypte richtten (1 Kron. 8: 21-23) naburige Filistijnse stammen, bij een strooptocht in Egypte (de aftrekkenden kunnen niet de Efraïmieten zijn, daar Egypte lager en zuidelijker ligt), onder Efraïm een bloedige nederlaag aan, wat de oude stamvader zeer verdroot; hij werd door de deelneming van zijn broeders en door de onverwachte geboorte van een zoon getroost.
Nog gedurende het verblijf in Egypte richtten (1 Kron. 7: 21-23) naburige Filistijnse stammen, bij een strooptocht in Egypte (de aftrekkenden kunnen niet de Efraïmieten zijn, daar Egypte lager en zuidelijker ligt), onder Efraïm een bloedige nederlaag aan, wat de oude stamvader zeer verdroot; hij werd door de deelneming van zijn broeders en door de onverwachte geboorte van een zoon getroost.

== De stam en het land van Efraïm ==
De naam Efraïm werd ook gegeven aan de stam waarvan Efraïm het hoofd was, en vervolgens ook aan het deel van het land [[Kanaän (land)|Kanaän]] dat de stam werd toebedeeld.


Ofschoon volgens het getal een van de drie zwakste stammen (Efraïm, Benjamin, Manasse; Num. 1: 33), werd Efraïm toch bij Sinai als derde '''hoofdbanierdrager''' gekozen en Manasse benevens Benjamin onder hem gerangschikt (Num. 2; Ps. 80 : 3).
Ofschoon volgens het getal een van de drie zwakste stammen (Efraïm, Benjamin, Manasse; Num. 1: 33), werd Efraïm toch bij Sinai als derde '''hoofdbanierdrager''' gekozen en Manasse benevens Benjamin onder hem gerangschikt (Num. 2; Ps. 80 : 3).