Ezechiël 36: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Ezechiël|Bijbelboekpagina=Ezechiël (boek)|Bijbelboek=Ezechiël|Aantalhoofdstukken=48|Aantalverzen=38}} == Samenvatting == ''1-9'' Ezechiël moet aan het gebergte Seïr, bergland van de Edomieten, verwoesting aanzeggen en vulling met verslagenen, omdat zij Israël steeds vijandig waren en het op de dag van zijn ondergang aan zijn vijanden overgeleverd hebben. ''10-15'' Omdat zij zich van Israëls en Juda’s land he...'
 
 
(4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Ezechiël|Bijbelboekpagina=Ezechiël (boek)|Bijbelboek=Ezechiël|Aantalhoofdstukken=48|Aantalverzen=38}}
== Samenvatting ==
''1-15'' Profetie tot de bergen van Israël: oordeel der omringende vijanden en herstel van Israëls land. ''16-38'' profetie tot het huis van Israël. ''16-23'' God zal Zijn naam heiligen onder de volken, Zijn naam die onder de volken ontheiligd is door het gestrafte en onder hen verstrooide Israël. ''24-38'' God zal Israël herverzamelen en terugbrengen in het land van Israël, het volk reinigen, een nieuw hart en een nieuwe geest geven, en maken dat ze in Zijn wegen zullen wandelen. Ze zullen wonen in hun land en vermenigvuldigd worden. En zij zullen Gods volk zijn, en Hij zal hun God zijn. Het land zal gezegend worden en rijke inkomsten geven, een hof van Eden worden. De overgebleven heidenen zullen weten dat God het land Israël hersteld heeft. Israël zal walgen van zijn vroegere wandaden.
''1-9'' Ezechiël moet aan het gebergte Seïr, bergland van de Edomieten, verwoesting aanzeggen en vulling met verslagenen, omdat zij Israël steeds vijandig waren en het op de dag van zijn ondergang aan zijn vijanden overgeleverd hebben. ''10-15'' Omdat zij zich van Israëls en Juda’s land hebben willen meester maken, zal God hen straffen. Hij heeft hun honen gehoord en zal de Seïr aandoen wat Edom met blijdschap zag dat Israël overkwam.
 
== 1 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=1|Tot_vers=1}}<noinclude>(CP<ref name=":0">Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''Tot de bergen Israëls.''' De vorige profetie, van Ezechiël 25, was ook gericht tot bergen, tegen het gebergte Seïr.
 
== 2 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=2|Tot_vers=2}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''De vijand.''' In het bijzonder de bewoners van Seïr, Edomieten; zie vorige hoofdstuk.
 
'''Ons ten erve geworden'''.
<blockquote>{{BVH|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=35|Vanaf_vers=10|Tot_vers=10}}</blockquote>
 
== 6 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=6|Tot_vers=6}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Omdat u de smaad van de heidenen gedragen hebt.''' Zie vs. 15.
 
== 11 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=11|Tot_vers=11}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Ik zal mens ... op u vermenigvuldigen.''' Zie vs. 37.
 
== 15 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=15|Tot_vers=15}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''U zult de smaad van de naties niet meer dragen.''' Zie vs. 6.
 
== 25 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=25|Tot_vers=25}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
Van reiniging spreken ook de verzen 29, 33.
 
== 29 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=29|Tot_vers=29}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Ik zal u verlossen van al uw onreinheden.''' U reinigen van al uw ongerechtigheden (33). Zie ook vs. 25.
 
'''Het koren.''' Vs. 30: 'de inkomst van het veld'.
 
'''Geen honger.''' Zie vs. 30.
 
== 30 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=30|Tot_vers=30}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''De vrucht van het geboomte.''' Zie vs. 8.
 
'''De inkomst van het veld.''' Het koren (29).
 
'''De honger.''' Zie vs. 29.
 
'''De smaadheid van de honger.''' Petrus Canisius-vertaling: "de schande van de honger te lijden".
 
'''Niet meer ontvangt.''' Petrus Canisius-vertaling: "niet meer hoeft te verduren".
 
== 33 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=33|Tot_vers=33}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Als ik u reinigen zal van al uw ongerechtigheden.''' Zie vs. 25, 29.
 
'''De eenzame plaatsen zullen bebouwd worden.''' Zie vs. 34.
 
== 34 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=34|Tot_vers=34}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Het verwoeste land zal bebouwd worden.''' Zie vs. 33.
 
== 35 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=35|Tot_vers=35}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
== 36 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=36|Tot_vers=36}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Beplant.''' Vgl. vzn. 9 ('bezaaid'), 29-30
 
== 37 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=37|Tot_vers=37}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Ik zal ze vermenigvuldigen als een kudde van mensen.''' Zie vs. 11.
 
== 38 ==
{{BVP|Bijbelboek=Ezechiël|Hoofdstuk=36|Vanaf_vers=38|Tot_vers=38}}<noinclude>(CP<ref name=":0" />)
 
== Voetnoot ==