Felix (stadhouder): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 5:
Felix was de vierde Romeinse '''stadhouder '''van Judea na de dood van koning [[Herodes Agrippa I]] (44 n. Chr.). Hij regeerde waarschijnlijk van 52-60 n. Chr.
 
{{Tijdbalk Israël en Gemeente 50-10099}}
 
Hij was oorspronkelijk een vrijgelaten slaaf. Door keizer Claudius werd hij in 52 n. Chr., voornamelijk op voorspraak van zijn broeder Pallas, die een gunsteling van de keizer was, onder invloed van de toenmalige hogepriester Jonathan, tot stadhouder over [[Judea]] gekozen. Zijn residentie was te [[Caesarea (Maritima)|Caesarea]]. De gestrenge geschiedschrijver [[Tacitus]] zegt, dat hij "de ziel van een slaaf, maar de aanmatiging van een koning bezat". Zijn privéleven was verre van onberispelijk.
Regel 16:
Felix hield hem echter nog twee jaren gevangen te Caesarea, totdat [[Festus (Procius)|Festus]] (zijn opvolger) kwam. Hij handelde zo, eensdeels omdat hij meende geld van Paulus te zullen verkrijgen (Hand. 24:26) en anderdeels omdat hij de joden een gunst wilde bewijzen (Hand. 24:27).
 
Wat de redenaar [[Tertullus]] van Felix zegt (Hand. 24:3) is niets anders dan pluimstrijkerij. Felix was als stadhouder heerszuchtig, onrechtvaardig en wreed. Hij meende alle mogelijke misdaden straffeloos te kunnen begaan (zoaldus Tacitus). Op politiek gebied liet hij velen door sluipmoord (voornamelijk bij gelegenheid van volksoproeren) uit de weg ruimen en op godsdienstig gebied dreef hij de joden tot het uiterste en werkte verregaande dweepzucht in de hand.
 
Een Egyptische jood verzamelde zelfs een grote schare (Hand. 21:38). Deze verkondigde, dat op zijn bevel de muren van Jeruzalem zouden vallen en de joden vrije intocht in die stad zouden ontvangen. Toen de fanatieke menigte door Felix' soldaten verslagen was, bleven velen nog aan de terugkeer van de Egyptenaar geloven (<ref>Flavius Josefus XX, 6, 7).</ref>.
 
In 60 n. Chr. werd Felix naar [[Rome]] ontboden en door de joden werd hij aangeklaagd bij keizer Nero. Op voorspraak van zijn broeder Pallas, een gunsteling van Nero, werd hij echter vrijgesproken.
 
Felix kreeg als opvolger in 60 n.C. [[Porcius Festus]]. [[Paulus]] zat toen nog gevangen in het [[pretorium]] van [[Herodes de Grote|Herodes]] te [[Caesarea (Maritima)|Caesarea]].<blockquote>''Hnd 24:27 Toen echter twee jaren voorbij waren, kreeg Felix als opvolger Porcius Festus; en daar Felix de Joden een gunst wilde bewijzen, liet hij Paulus gevangen. (TELOS)''</blockquote>
 
== Bronnen ==
Voor de eerste versie van dit lemma is gebruik gemaakt van tekst uit ''Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche Volk'' s.v. Felix. Kampen: Kok, 1925-1931.
 
== Voetnoot ==