Filippenzen 4: verschil tussen versies

156 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
Regel 104:
 
'''Zij die tot het huis van de keizer behoren'''. Dat zijn enigen die aan het hof van de keizer hem dienen en van zijn huisgezin zijn. Zij, onderhorigen van verschillende rang, behoren tot het keizerlijk hof<ref>''Aantekeningen bij de Leidse Vertaling''. Commentaar op Filip. 4:22. </ref>. Zij zijn geen familie, maar bedienden, personeel: slaven, en vrijgelatenen die nog in zijn dienst waren, en misschien ook garde-soldaten<ref name=":0">Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987), commentaar bij Filip. 4:22. </ref>. Dat Paulus hun groeten overbrengt, zij voor de Filippenzen een teken van de overwinningsgang van het Evangelie<ref name=":0" />.
 
Vergelijk:
 
''Flp 1:13 zodat in het hele pretorium en aan alle overigen duidelijk is geworden dat ik in gevangenschap ben om Christus’ wil; (Telos)''
 
== Voetnoten ==