Geba
Geba (soms ook genoemd Gaba of Gibea) was een Levietenstad in Benjamin, niet te verwarren met Gibeon en Gibea, twee andere steden in Benjamin.
![](http://static.miraheze.org/christipediawiki/thumb/4/44/Jeruzalem_noordelijk_land_-_Klaus_Koenen_2007.jpg/353px-Jeruzalem_noordelijk_land_-_Klaus_Koenen_2007.jpg)
De plaatsnaam betekent ‘hoogte’ of ‘heuvel’. Hij wordt 19x genoemd in het Oude Testament.
Geba is het tegenwoordige ‘Jeba’, 9 km ten noord-oosten van Jeruzalem en 5 kilometer van Gibea.
Zij ligt op de top van een sterke terrasheuvel, op de rand van Wadi Suweinit. Zij ziet naar het noordoosten uit op het 3 km verderop gelegen dorp van het oude Michmas, het tegenwoordige Mukhmas, dat 11 km noordoostelijk van Jeruzalem ligt. Tussen beide Geba en Michmas ligt de diepe kloof van Wadi Suweinit, 1 Sam. 14:4v.
Bij Geba legerde Saul zich voor zijn eerste strijd tegen de Filistijnen (1 Sam. 13:19), die bij Michmas lagen.
Koning Asa van Juda versterkte de stad als een grensvesting tegen het noordelijke koninkrijk van Israël (1 Kon. 15:22; 2 Kron. 16: 6). Zij lag kennelijk op de noordelijke grens van het koninkrijk Juda (2 Kon. 23: 8 ; zie ook Zach. 14:10). Zij beschermde een secundaire weg naar Jeruzalem. De Assyrische invasie volgde deze weg (Jes. 10:29).
Na de ballingschap was Geba weer bewoond (Ezra. 2:26; Neh. 7:30) door Benjaminieten (Neh. 11:31) en Levitische zangers (Neh. 12:29).
Toekomst. In de toekomst zal het land rondom Jeruzalem tot een vlakte worden, van het noordelijk gelegen Geba tot Rimmon toe, dat ten zuiden van Jeruzalem ligt.
Zac 14:10 Dit ganse land zal rondom als een vlak veld gemaakt worden, van Geba tot Rimmon toe, zuidwaarts van Jeruzalem; en zij zal verhoogd en bewoond worden in haar plaats; van de poort van Benjamin af, tot aan de plaats van de eerste poort, tot aan de Hoekpoort toe; en [van] den toren van Hananeel, tot aan des konings wijnbakken toe. (SV)
Bron
Bromiley, Geoffrey W . The International Standard Bible Encyclopedia, Herziene uitgave. Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002, s.v. Geba