Genesis/Hoofdstuk 35: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 3: | Regel 3: | ||
== Samenvatting == |
== Samenvatting == |
||
Terwijl Jakob bezorgd is over de gevolgen van de moord, door zijn zonen aan de Sichemieten gepleegd (34:30), ontvangt hij bevel van God, om naar Beth-El te gaan, en daar zijn vroegere belofte (Ge 28:19) te vervullen. Hij doet uit zijn huis alle overblijfsels van het heidendom weg, en komt behouden met de zijnen te Beth-El aan. Daar volbrengt hij zijn belofte; begraaft Debóra, de voedster van Rebekka, en ontvangt weer een openbaring van God, die zijn naam Israël vernieuwt, en de drievoudige belofte van de patriarchale zegen bevestigt. (1-15). Jakob reist van Beth-El naar Efratha; op weg daarheen sterft Rachel, bij de geboorte van haar tweede zoon Benjamin. Hij richt zijn tent op aan de overzijde van de toren van Eder; daar bevlekt Ruben het vaderlijk bed. Jakob komt met zijn twaalf zonen te Mamre bij Hebron; daar begraaft hij met Ezau zijn vader Izak. (16-19). |
Terwijl Jakob bezorgd is over de gevolgen van de moord, door zijn zonen aan de Sichemieten gepleegd (34:30), ontvangt hij bevel van God, om naar Beth-El te gaan, en daar zijn vroegere belofte (Ge 28:19) te vervullen. Hij doet uit zijn huis alle overblijfsels van het heidendom weg, en komt behouden met de zijnen te Beth-El aan. Daar volbrengt hij zijn belofte; begraaft Debóra, de voedster van Rebekka, en ontvangt weer een openbaring van God, die zijn naam Israël vernieuwt, en de drievoudige belofte van de patriarchale zegen bevestigt. (1-15). Jakob reist van Beth-El naar Efratha; op weg daarheen sterft Rachel, bij de geboorte van haar tweede zoon Benjamin. Hij richt zijn tent op aan de overzijde van de toren van Eder; daar bevlekt Ruben het vaderlijk bed. Jakob komt met zijn twaalf zonen te Mamre bij Hebron; daar begraaft hij met Ezau zijn vader Izak. (16-19). |
||
[[Bestand:Reizen van Jacob (Access Foundation).jpg|miniatuur|1024x1024px]] |
|||
== Gen. 35:1 == |
== Gen. 35:1 == |