Genesis/Hoofdstuk 49: verschil tussen versies
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Samenvatting == In het kort: Jakobs zegen. — Jakob ontbiedt zijn zonen, om hun de toekomst te voorzeggen (1). Na een inleiding (2), s...' |
|||
Regel 6: | Regel 6: | ||
== Gen. 49:13 == |
== Gen. 49:13 == |
||
Ge 49:13 Zebulon zal aan de haven der zeeën wonen, en hij zal aan de haven der schepen wezen; en zijn zijde zal zijn naar Sidon. (SV) |
Ge 49:13 Zebulon zal aan de haven der zeeën wonen, en hij zal aan de haven der schepen wezen; en zijn zijde zal zijn naar Sidon. (SV) |
||
'''Aan de haven der zeeën wonen, en hij zal aan de haven der schepen wezen.''' Het aan [[Zebulon]] (= "Bijwoning") toegemeten land (Joz 19.10-16) reikte niet helemaal tot aan de zee, maar de stam Zebulon woonde dicht genoeg bij de zee om van de zeevaart voordeel te trekken; vgl. de profetie van Mozes, die van Zebulon en Issaschar zegt: "zij zullen de overvloed der zeeën zuigen" (De 33.19). Zebulon noch Issaschar lagen geografisch aan de Middellandse Zee of aan het [[Meer van Tiberias|meer van Kinnereth]]. |
|||
''De 33:18 En van Zebulon zeide hij: Verheug u, Zebulon! over uw uittocht, en Issaschar! over uw hutten. De 33:19 Zij zullen de volken tot den berg roepen; daar zullen zij offeranden der gerechtigheid offeren; want zij zullen den overvloed der zeeën zuigen, en de bedekte verborgen dingen des zands.'' (SV) |
|||
Zebulon zal naar zijn naam "bijwoning" aan de haven van de zeeën wonen, en hij zal aan de haven van de schepen wezen. Uit zijn woonplaats in het land der belofte volgens (Joz.19:10 vv.) ziet hij voor zich naar de Middellandse Zee, naar het strand, waar schepen aanlanden, en zijn zijde heeft de richting naar Sidon; deze aanraking met de Fenicische wereldhandel zal hij tot zijn voordeel gebruiken, en deze zal hem aanzienlijke welvaart verschaffen (Deut.33:18). |
|||
'''Sidon.''' Niet zozeer de stad als wel het land Fenicië, waarvan Sidon de voornaamste stad was<ref>''John Gill's Expositor'', commentaar bij Gen. 49:13</ref>. |
|||
== Bron == |
== Bron == |
||
''Leidsche Vertaling (1914)''. Tekst van de samenvatting van Gen. 49 is onder wijziging verwerkt op 1 feb. 2021. |
''Leidsche Vertaling (1914)''. Tekst van de samenvatting van Gen. 49 is onder wijziging verwerkt op 1 feb. 2021. |
||
== Voetnoot == |
Versie van 1 feb 2021 22:05
Oude Testament: Ge · Ex · Le · De · Joz · Ri · Ru · 1Sa · 2Sa · 1Ko · 2Ko · 1Kr · 2Kr · Ezr · Ne · Est · Job · Ps · Sp · Pr · Hgl · Jes · Jer · Kla · Eze · Da · Hos · Joë · Am · Ob · Jon · Mi · Na · Hab · Zef · Hag · Za · Mal. Nieuwe Testament: Mt · Mr · Lk · Jh · Hn · Rm · 1Ko · 2Ko · Gl · Ef · Fp · Col · 1Th · 2Th · 1Tm · 2Tm · Tit · Fm · Hb · Jk · 1Pe · 2Pe · 1Jh · 2Jh · 3Jh · Jd · Opb. |
Genesis:
- Hoofdstuk 1
- Hoofdstuk 11
- Hoofdstuk 12
- Hoofdstuk 13
- Hoofdstuk 14
- Hoofdstuk 15
- Hoofdstuk 16
- Hoofdstuk 17
- Hoofdstuk 18
- Hoofdstuk 19
- Hoofdstuk 2
- Hoofdstuk 20
- Hoofdstuk 21
- Hoofdstuk 22
- Hoofdstuk 23
- Hoofdstuk 24
- Hoofdstuk 25
- Hoofdstuk 26
- Hoofdstuk 27
- Hoofdstuk 28
- Hoofdstuk 29
- Hoofdstuk 3
- Hoofdstuk 30
- Hoofdstuk 31
- Hoofdstuk 32
- Hoofdstuk 33
- Hoofdstuk 34
- Hoofdstuk 35
- Hoofdstuk 36
- Hoofdstuk 37
- Hoofdstuk 38
- Hoofdstuk 39
- Hoofdstuk 4
- Hoofdstuk 40
- Hoofdstuk 41
- Hoofdstuk 42
- Hoofdstuk 43
- Hoofdstuk 44
- Hoofdstuk 45
- Hoofdstuk 46
- Hoofdstuk 47
- Hoofdstuk 48
- Hoofdstuk 49
- Hoofdstuk 5
- Hoofdstuk 50
- Hoofdstuk 6
- Hoofdstuk 7
- Hoofdstuk 8
- Hoofdstuk 9
- Onderwerpen
Hoofdstuk 49 wordt hieronder samengevat en/of een of meer passages worden becommentarieerd.
Samenvatting
In het kort: Jakobs zegen. — Jakob ontbiedt zijn zonen, om hun de toekomst te voorzeggen (1). Na een inleiding (2), spreekt hij hen één voor één toe: Ruben (3-4), Simeon en Levi (5-7), Juda (8-12), Zebulon (13), Issaschar (14-15), Dan (16-18), Gad (19), Aser (20), Naftali (21), Jozef (22-26) en Benjamin (27); zo zegent hij de twaalf stammen (28).
Gen. 49:13
Ge 49:13 Zebulon zal aan de haven der zeeën wonen, en hij zal aan de haven der schepen wezen; en zijn zijde zal zijn naar Sidon. (SV)
Aan de haven der zeeën wonen, en hij zal aan de haven der schepen wezen. Het aan Zebulon (= "Bijwoning") toegemeten land (Joz 19.10-16) reikte niet helemaal tot aan de zee, maar de stam Zebulon woonde dicht genoeg bij de zee om van de zeevaart voordeel te trekken; vgl. de profetie van Mozes, die van Zebulon en Issaschar zegt: "zij zullen de overvloed der zeeën zuigen" (De 33.19). Zebulon noch Issaschar lagen geografisch aan de Middellandse Zee of aan het meer van Kinnereth.
De 33:18 En van Zebulon zeide hij: Verheug u, Zebulon! over uw uittocht, en Issaschar! over uw hutten. De 33:19 Zij zullen de volken tot den berg roepen; daar zullen zij offeranden der gerechtigheid offeren; want zij zullen den overvloed der zeeën zuigen, en de bedekte verborgen dingen des zands. (SV)
Zebulon zal naar zijn naam "bijwoning" aan de haven van de zeeën wonen, en hij zal aan de haven van de schepen wezen. Uit zijn woonplaats in het land der belofte volgens (Joz.19:10 vv.) ziet hij voor zich naar de Middellandse Zee, naar het strand, waar schepen aanlanden, en zijn zijde heeft de richting naar Sidon; deze aanraking met de Fenicische wereldhandel zal hij tot zijn voordeel gebruiken, en deze zal hem aanzienlijke welvaart verschaffen (Deut.33:18).
Sidon. Niet zozeer de stad als wel het land Fenicië, waarvan Sidon de voornaamste stad was[1].
Bron
Leidsche Vertaling (1914). Tekst van de samenvatting van Gen. 49 is onder wijziging verwerkt op 1 feb. 2021.
Voetnoot
- ↑ John Gill's Expositor, commentaar bij Gen. 49:13