Geschiedenis van Israël/2000 v.C.-70 n.C.: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 52:
== Onder Perzische heerschappij ==
De Joden bleven onder de Perzische heerschappij zolang ze bestond. Welvaart en wetenschap breidden zich uit onder het volk. De afhankelijkheid van Perzië bestond vrijwel alleen in een jaarlijkse belasting. Bij de verslapping van de Perzische koningen leden ze, als alle bewoners van het Perzische rijk, onder de willekeur van de satrapen. Berucht is Bagoses, de satraap van Syrië. Bij de oorlogen met Egypte leed Judea natuurlijkerwijs van de doortrekkende Perzische legers.
 
De Joodse priesterstaat was tot 331 aan de Perzen onderworpen.
 
== 5e eeuw v.C. ==
Regel 59 ⟶ 61:
 
In het vervolg zijn zij nooit van de voorvaderlijke godsdient afgeweken, hoewel zij hierom door verscheidene koningen mishandeld werden , voornamelijk door Antiochus IV Epifanes in de 2e eeuw v.C.
 
== 4e eeuw v.C. ==
Van 331 - 301 is de Joodse priesterstaat aan de Macedoniërs (Grieken) onderworpen.
 
== 2e eeuw v.C. ==
Na 301 is de Joodse staat aan de Egyptenaren onderworpen.
 
Vanaf 174 door de Seleuciden, de Syrische koningen ten zeerste verdrukt, bevrijdden zich de Joden van 167-184 onder aanvoering van het heldengeslacht der Maccabeeën en erkenden dezen als konings- en hogepriestersdynastie.
 
Antiochus, koning van Syrie, ondernam om de heilige wet van de joden omver te werpen. Hij gaf een gebod, dat allen, met verlating van de instelling van hun voorouders,naar de wijze van de heidenen (Grieken) moesten leven. Hij liet daarom in heel Judea altaren voor valse goden oprichten, roofde al de versierselen van de Jeruzalemse tempel en beval de heilige boeken te verbranden. Hun die weerstand boden deed hij nooit gehoorde folteringen aan. Hij verwoeste de stad onder het ombrengen van een ontelbare menigte der inwoners. Opdat de door zo vele rampen verdrukte joden geen oproer zouden maken, legde hij een bezetting in de burg.
 
Regel 92 ⟶ 101:
 
Tenslotte voegde hij nog bij de moord van de zeven zonen, die van de moeder. Deze zo geheel uitstekende, en een eeuwige gedachtenis waardige vrouw, onderging zelf, nadat zij haar lijdende zonen èn door haar tegenwoordigheid èn door haar woorden bijgestaan en hen, die met standvastigheid stierven, aanschouwd had, - onderging zij zelf een wrede dood en mengde haar bloed met dat van haar zonen.
 
Johannes Hyrcanus, van dynastie der Maccabeeën (regeerde 135 - 105 v. Chr.), vergrootte het gebied door veroveringen in Samaria en Idumea, doch reeds onder zijn kleinzonen Hyrcanus II en Aristobulus werd hun rijk na de inneming van Jeruzalem door Pompejus (63 v. Chr.) van Rome afhankelijk.
 
== 1e eeuw v.C. ==
Regel 100 ⟶ 111:
Met behulp van de Parthen verwierf de laatste manlijke Maccabeeën-afstammeling, Antigonus, het koningschap, dat hij 3 jaren (40—37 v.C.) behield.
 
In 37 v. Chr. veroverde Herodes, die als tegenkoning tegenover de Maccabeeër Antigonus door de Romeinen ondersteund werd, Jeruzalem en heerste tot 4v. Chr..
Doch Herodes wist zich door de Romeinse senaat tot koning van Judea te doen benoemen; en veroverde met Romeinse hulp Judea en Jeruzalem. Dat het volk geestelijk niet onderging, dankte het zijn leraren en leiders, waarvan in deze tijd de machtige persoonlijkheden Hillel en Sjammaj de voornaamste waren, die hun beroemde scholen gesticht hebben.
 
Doch Herodes wist zich door de Romeinse senaat tot koning van Judea te doen benoemen; en veroverde met Romeinse hulp Judea en Jeruzalem. Dat het volk geestelijk niet onderging, dankte het zijn leraren en leiders, waarvan in deze tijd de machtige persoonlijkheden Hillel en Sjammaj de voornaamste waren, die hun beroemde scholen gesticht hebben.
 
Ca. 4 vóór Chr. wordt de beloofde Messias geboren in Bethlehem.
Regel 109 ⟶ 122:
 
== 1e eeuw n.C. ==
In 6 na Chr. was het met zijn betrekkelijke zelfstandigheid gedaan. Judea werd een Romeinse  provincie; in plaats van de koning en de viervorsten uit het huis van Herodes kwamen de Romeinsche procuratoren of stadhouders, beambten van de Romeinse keizer. Bekend zijn o.a. uit het Nieuwe Testament de stadhouders Pontius Pilatus (26—36 n.C.), Felix (52—53 n.C.) en Festus (60—62 n.C.). Menig procurator had geen inzicht in het karakter en de godsdienst van de Joden, trad met onverstand en geweld tegen hen op.
 
De Romeinse landvoogden inden de overzware belastingen met onmenschelijke wreedheid en smoorden alle verzet in bloed. Al spoedig ontstond en groeide de partij der Zeloten; met het doel: verzet tegen Rome.
Regel 116 ⟶ 129:
 
De laatste landvoogd (procurator) Gessius Florus (64—66) hield openlijk vriendschap met de Sicariërs, moordde er op los, verwoestte hele dorpen. Klachten over de stadhouders werkten weinig of niets uit. Ten gevolge van het wreed en onrechtvaardig optreden van Gessius Florus liep de maat over. Het reeds lang onderdrukte en vertrapte volk kwam in opstand. Tegenover de Zeloten stond een vredespartij, die van de oorlog geen goeds verwachtte. De Joodse oorlog ontbrandde, die een eind zou maken aan het politiek bestaan van het Joodse volk.
 
'''66''': De Joodse opstand. Deze eindigde met de verovering van Jeruzalem door Titus in 70 n.C. en de verstrooiing der Joden over alle landen. 
 
Toen de Romeinen in 66 Jeruzalem wilden innemen, werden ze totaal verslagen. Het aanvankelijk succes, dat de partij van de opstand te Jeruzalem behaalde, bracht de stem dergenen, die tegen verzet waarschuwden, tot zwijgen. De opstand breidde zich snel uit over Judea en Galilea, werd georganiseerd, om de aanval van de Romeinen te kunnen weerstaan. Daar spoedig nieuwe Romeinse legioenen zouden komen, werd een verdedigingsplan voor het hele land opgesteld.
Regel 148 ⟶ 163:
 
''Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche Volk'' (Kampen: Kok, 1925-1931) s.v. Jodendom. Hieruit is op 22 en 24 mei 2015 tekst genomen en verwerkt.
 
P.M. Wink, ''Geïllustreerde encyclopedie'' (Tweede, vermeerderde druk. Zaltbommel: 1916-1917) s.v. Joden. Hiervan is enige tekst verwerkt op 28 dec. 2016.
 
== Voetnoten ==