Geschiedenis van Israël/2000 v.C.-70 n.C.: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 234:
'''66-73:''' '''Eerste Joodse opstand.''' Dit is de eerste van drie grote opstanden van de Joden tegen de Romeinse overheersing. De tweede opstand was de diaspora-opstand en de derde was de Bar Kochba-opstand. De eerste opstand duurde ongeveer 7 jaar. Dieptepunt was de verwoesting van Jeruzalem en haar Godshuis. Toen de opstand in 73 de kop was ingedrukt, werden veel Joden verdreven uit Israël.
 
Toen'''66.''' De Joden staan door de wrede onderdrukking van de Romeinse landvoogd Gessius Florus tegen de Romeinen inop. 66Als de Romeinen Jeruzalem wildenwillen innemen, werdenworden ze totaal verslagen. Het aanvankelijk succes, dat de partij van de opstand te Jeruzalem behaaldebehaaltbrachtbrengt de stem dergenen, die tegen verzet waarschuwden, tot zwijgen. De opstand breidde zich snel uit over Judea en Galilea, werd georganiseerd, om de aanval van de Romeinen te kunnen weerstaan. Daar spoedig nieuwe Romeinse legioenen zouden komen, werd een verdedigingsplan voor het hele land opgesteld.
 
De opstand breidt zich snel uit over Judea en Galilea en wordt georganiseerd, om de aanval van de Romeinen te kunnen weerstaan. Daar spoedig nieuwe Romeinse legioenen zullen komen, wordt een verdedigingsplan voor het hele land opgesteld.
Tot bevelhebber van Galilea werd Jozef ben Mattishahoe ([[Flavius Josephus]]) benoemd; daar werd hij met de leiding van het verzet belast, waar hij sterke tegenkanting ondervond van de leider der fanatieke volkspartij, Johannes van Gischala. Ongelukkige twisten onder de Joodse bevelhebbers verzwakten de kracht der verdediging.
 
Tot bevelhebber van Galilea werdwordt Jozef ben Mattishahoe ([[Flavius Josephus]]) benoemd; daar werdwordt hij met de leiding van het verzet belast, waar hij sterke tegenkanting ondervondondervindt van de leider der fanatieke volkspartij, Johannes van Gischala. Ongelukkige twisten onder de Joodse bevelhebbers verzwaktenverzwakken de kracht dervan de verdediging.
Na de aanvankelijke tegenslagen der Romeinen zond keizer Nero Vespasianus af, om de opstand te onderdrukken. Deze had, met de hulp van zijn zoon Titus, spoedig een groot deel van Galilea in zijn bezit, en wist in de zomer van 67 ook de vesting Jotapata te veroveren. De Romeinse troepen, onder Vespasianus, veroverden in één jaar heel Galilea. Langzamerhand werd het hele land ingenomen. Alleen Jeruzalem hield stand.
 
Na de aanvankelijke tegenslagen der Romeinen zondzendt keizer Nero Vespasianus af, om de opstand te onderdrukken. Deze hadheeft, met de hulp van zijn zoon Titus, spoedig een groot deel van Galilea in zijn bezit, en wistweet in de zomer van 67 ook de vesting Jotapata te veroveren. De Romeinse troepen, onder Vespasianus, veroverdenveroveren in één jaar heel Galilea. Langzamerhand werdwordt het hele land ingenomen. Alleen Jeruzalem hieldhoudt stand.
Johannes van Gischala stelde zich aan het hoofd van de dweepzieke Zeloten, en keerde zich in Jeruzalem met behulp van de Idumeërs tegen de voornamen en aanzienlijke leiders, die in hun verzet tegen Rome naar de mening der Zeloten te zwak waren geweest.
 
Johannes van Gischala steldestelt zich aan het hoofd van de dweepzieke Zeloten, en keerdekeert zich in Jeruzalem met behulp van de Idumeërs tegen de voornamen en aanzienlijke leiders, die in hun verzet tegen Rome naar de mening der Zeloten te zwak warenzijn geweest.
In Jeruzalem zelf was de bevolking in drie partijen verdeeld, wat Vespasianus noopte tot rustig afwachten: het volk zou zichzelf wel te gronde richten.
 
In Jeruzalem zelf wasis de bevolking in drie partijen verdeeld, wat Vespasianus nooptenoopt tot rustig afwachten: het volk zouzal zichzelf wel te gronde richten.
Toen hij, in juli 69 keizer geworden, in het land van Israël de leiding van de strijd aan Titus overliet, duurde de tegenstand van de Joden niet lang meer.
 
ToenAls hij, in juli 69 keizer geworden, in het land van Israël de leiding van de strijd aan Titus overlietoverlaatduurdeduurt de tegenstand van de Joden niet lang meer.
En ware niet onder de belegerden zelf, tussen Zeloten en de gematigden een bloedige burgeroorlog uitgebroken, die de beste krachten en de beste strijders wegrukte en de levensmiddelen deed verbranden, dan zou Jeruzalem wellicht nooit ingenomen zijn.
 
En warewas niet onder de belegerden zelf, tussen Zeloten en de gematigden een bloedige burgeroorlog uitgebroken, die de beste krachten en de beste strijders wegrukte en de levensmiddelen deed verbranden, dan zou Jeruzalem wellicht nooit ingenomen zijn.
'''70''': De christenen van Jeruzalem wijken uit naar Pella, in het Overjordaanse. Stad en tempel worden verwoest; de Joden worden gedood of in ballingschap weggevoerd. Einde van de Joodse burgerstaat. Begin van de verspreiding der Joden over de hele aardbodem.
 
'''70''': De christenen van Jeruzalem wijken uit naar Pella, in het Overjordaanse. Stad en tempel worden verwoest; de Joden worden gedood of in ballingschap weggevoerd. Einde van de Joodse burgerstaat. Begin van de verspreiding der Joden over de hele aardbodem.
Omstreeks Pasen 70 werd het beleg om Jeruzalem geslagen, in augustus van dat jaar was de stad geheel in handen van de Romeinen, na 6 maanden belegerd te zijn door de Romeinen onder leiding van generaal Titus, zoon van keizer Vespasianus, en een wanhopige uithongering te hebben doorgemaakt.
 
Omstreeks Pasen 70 werd het beleg om Jeruzalem geslagen. Op 10 augustus, na een belegering van 6 maanden en een uithongering van de stad, namen de Romeinen onder leiding van generaal Titus, zoon van keizer Vespasianus, Jeruzalem stormenderhand in. Jeruzalem werd verwoest, verbrand, ook de tempel, ondanks Titus' bevel dit bouwwerk te sparen. Een deel van de muur rond van het tempelterrein bleef staan.
 
De bloeddorst en wreedheid der Romeinen kenden geen grenzen. Verslagen strijders werd naar Rome gevoerd om getoond te worden in een overwinningsmars.