Geschiedenis van Israël/71-1899: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 21:
 
== 2e eeuw n.C. ==
'''100 n.C.''': Hogescholen te Tiberias. Vaststelling der Massorah.
 
De godsdienstleraren waren de leiders van het volk; grote strijd hadden zij te voeren in het begin van de tweede eeuw tegen de invloeden van het gnosticisme op de nog geschokte gemoederen.
Regel 31:
Trajanus zond zijn beste veldheren: Quietus en Turbo. Turbo dempte de opstand in Egypte en Cyprus. Quietus deed hetzelfde in Mesopotamië. Vooral in Cyrene was het verzet bloedig en hevig. Doch ook deze pogingen om een niet meer mogelijke vrijheid te heroveren werden met geweld onderdrukt. Palestina had zich, onder invloed van enige, de gevolgen goed inziende, „geleerden" buiten de strijd gehouden.
 
'''130.''' Keizer Hadrianus (keizer 117-138 n.C.) bezoekt het land Israël. Hij verbiedt de besnijdenis en bevolkt Jeruzalem, dat hij begon te herbouwen, met Romeinse kolonisten, meest oud-soldaten.<ref name=":2">J.H. van Dale, ''Beknopte aardrijkskunde van Palestina, gevolgd door eene tijdtafel der bijbelsche geschiedenis: ingericht voor scholen en catechisatiën.'' Oostburg: A.J. Bronswijk, 1868, blz. 45.</ref>
'''132-135.''' Laatste opstand der Joden in Israël onder Bar Kochba. De opstand wordt tenslotte bloedig onderdrukt (135).
 
'''132-135.''' Laatste opstand der Joden in Israël, onder Bar Kochba ('zoon der sterren'),door vele Joden voor de [[Messias]] gehouden. De opstand wordt tenslotte bloedig onderdrukt (135).
 
Toen keizer Hadrianus ten gevolge van het aandringen van Samaritanen, heidenen en christenen, zijn opnieuw gegeven verlof tot tempelherbouw had ingetrokken, Jeruzalem tot een heidense stad maakte, de landvoogd Tinius Rufus regeerde en in Simon Bar Kochba een voortreffelijke volksaanvoerder opstond, brak in 132 in het land van Israël de opstand uit. De laatste Joodse opstand aldaar.
 
Bar-Kochba was waarschijnlijk een bijnaam van Simeon, die op munten uit deze tijd als „vorst van Israël" voorkomt, en dus als Messias wilde optreden. Naast hem was Eleazar, de priester, leider van de opstand. Niet geheel zeker is het, of de Messiaanse aanspraken van Simeon de eerste aanleiding waren tot de oorlog, dan wel het door keizer Hadrianus (keizer 117-138 n.C.) uitgevaardigd verbod, de besnijdenis toe te passen, en zijn voornemen, op de plaats van het verwoest Jeruzalem een Romeinse stad, Aelia Capitolina, en een aan Zeus gewijde tempel te stichten. 
 
De Romeinen werden overal verslagen. Bar Kochba, door de Rabbi Akiba als Messias erkend, werd meester van heel Palestina. Hadrianus zond zijn uitstekende veldheer Julius Severus. Met legioenen-overmacht drong hij heel langzaam de Joden terug in de vesting Bethar (Beth-thèr), hun laatste toevlucht, ten zuidwesten van Jeruzalem. De vesting hield het beleg een vol jaar, uithield endoch viel eindelijk door verraad van een Samaritaan (135 n.C.). Ook deze strijd eindigde met een volslagen onderwerping van de Joden.
 
50 vestingen, 985 aanzienlijke dorpen werden in dezen oorlog verwoest; 580.000 Joden vielen door het zwaard; talloos velen kwamen door honger, ziekte of in de vlammen om, en talloze Joden werden als slaven verkocht: Judea werd een woestenij.<ref name=":2" />
 
Godsdienstige plichtsvervulling werd verboden en met de dood gestraft. De Joden werd de besnijdenis en de openlijke uitoefening van hun eredienst verboden; op de puinhopen van Jeruzalem verrees een Romeinse stad, Aelia Capitolina, waar geen Jood de voet mocht zetten, waarin onderscheiden tempels ter ere van heidense godheden werden gesticht.
 
'''135-395.''' Het land van Israël is onder Romeinse heerschappij.
135: De Romeinen hernoemen Israël tot 'Palestina'. Het verblijf te Jeruzalem wordt de Joden verboden.
 
'''135:.''' De Romeinen hernoemen Israël tot 'Palestina'. Het verblijf te Jeruzalem wordt de Joden verboden.
Langzamerhand kon het volk zich herstellen en zich weer met zijn godsdienst en zijn wetenschap bezighouden. De grote leraar Rabbi Jehoeda (leefde 135 - 217), „de Vorst", verzamelde, in korte artikelen vervat, de tradities van de leraren (van de Tannaïem) tot op zijn tijd, rangschikte ze systematisch in zijn nog niet opgeschreven, maar in het geheugen bewaarde „Misjna" (lett. „lering", „geleerde sententie"); tegen het einde van de tweede eeuw was hij gereed. De Misjna werd de grondslag voor de studie in de leerscholen èn in Palestina èn in Babylonië.
 
'''136.''' Keizer Hadrianus laat de herbouw van Jeruzalem voortzetten. Hij noemt de stad Aelia Capitolina en laat ook zijn eigen beeld plaatsen in de tempel van Jupiter Capitolinus, die hij stichtte op de plaats waar de Joodse tempel gestaan had.<ref name=":2" />
 
<u>Misjna</u>. Langzamerhand kon het volk zich herstellen en zich weer met zijn godsdienst en zijn wetenschap bezighouden. De grote leraar Rabbi Jehoeda (leefde 135 - 217), „de Vorst", verzamelde, in korte artikelen vervat, de tradities van de leraren (van de Tannaïem) tot op zijn tijd, rangschikte ze systematisch in zijn nog niet opgeschreven, maar in het geheugen bewaarde „Misjna" (lett. „lering", „geleerde sententie"); tegen het einde van de tweede eeuw was hij gereed. De Misjna werd de grondslag voor de studie in de leerscholen èn in Palestina èn in Babylonië.
 
== Ca. 200 - 500 n.C. ==
Regel 55 ⟶ 63:
 
== 4e eeuw n.C. ==
In Rome was reeds vóór Christus een Joodse gemeente. Keizer [[Constantijn de Grote]] (regeerde 308-337) en zijn opvolgers passen op de Joden allerlei uitzonderingsbepalingen toe en persen hen uit. Dit leidde tot een opstand onder Natronai; die onderdrukt werd.
 
'''321:.''' ConstantinusKeizer Constantijn gebiedt dat de Joden te Keulen zich niet mogen onttrekken aan het stadsbestuur.
 
'''336.''' Constantijn de Grote bouwt te Jeruzalem de prachtige kerk van het Heilige Graf.<ref name=":2" />
 
'''358:.''' Vaststelling van de joodse kalender.
321: Constantinus gebiedt dat de Joden te Keulen zich niet mogen onttrekken aan het stadsbestuur.
 
Onder keizer Julianus (of Juliaan) de Afvallige (regeerde 361-363) kwam er even verademing voor de Joden.
358: Vaststelling van de joodse kalender.
 
'''363.''' Keizer Julianus verleent vele Israëlieten het Romeinse burgerrecht en aandeel in het staatsbestuur. Hij wil de tempel te Jeruzalem op een kostbare voet doen herbouwen; doch dit wordt door het uitbarsten van ontzettende vuurvlammen uit de grond verhinderd<ref name=":2" />.
Onder keizer Julianus de Afvallige (regeerde 361-363) kwam er even verademing voor de Joden.
 
'''384:.''' Vrijheid van godsdienst in Italië.
363: De Romeinse keizer Julianus verleent vele Israëlieten het Romeinse burrecht en aandeel in het staatsbestuur.
 
In de Christelijkechristelijke landen begonnen de onverdraagzaamheid en de kwellingen zodra het christendom macht had gekregen. De bisschoppen (bv. Ambrosius van Milaan, leefde 337-397) zorgden voor uitzonderingsbesluiten en synagoge-verbrandingen. Doch tot Justinianus (627—666) werden ze in hun ''godsdienstuitoefening'' niet beperkt.
384: Vrijheid van godsdienst in Italië.
 
'''395-536.''' Het land Israël onder Griekse heerschappij<ref name=":2" />.
In de Christelijke landen begonnen de onverdraagzaamheid en de kwellingen zodra het christendom macht had gekregen. De bisschoppen (bv. Ambrosius van Milaan, leefde 337-397) zorgden voor uitzonderingsbesluiten en synagoge-verbrandingen. Doch tot Justinianus (627—666) werden ze in hun ''godsdienstuitoefening'' niet beperkt.
 
== 5e eeuw ==
Regel 104 ⟶ 116:
 
== 6e eeuw ==
'''541:.''' Theodebert beperkt de rechten der Joden te Orleans tegen de huwelijken van Joden met Christenen.
Justinianus (627—666) verscherpte de oude drukkende besluiten en begon met het verbieden van allerlei godsdienstvoorschriften en schreef bv. voor, dat de Bijbelverklaringen voor het volk uit de Christelijke vertalingen moest geschieden.
 
'''562:.''' Mishandeling van de Joden onder Chilperich. Priscus, een Jood, Muntmeester. Joodse huwelijken moeten in de christenkerken voltrokken worden.
541: Theodebert beperkt de rechten der Joden te Orleans tegen de huwelijken van Joden met Christenen.
 
'''582:.''' Concilie te Orleans tegen de Israëlieten.
562: Mishandeling van de Joden onder Chilperich. Priscus, een Jood, Muntmeester. Joodse huwelijken moeten in de christenkerken voltrokken worden.
 
'''584:.''' Bekeringsijver onder Guntram, die in 567 koning van Bourgondië, Marseille en Arles was geworden.
582: Concilie te Orleans tegen de Israëlieten.
 
'''590:.''' Paus Gregorius I klaagt bij Theoderik en Theodebart, dat de Joden ongestoord handel dreven in christenslaven. Gregorius I is de Joden niet ongunstig gezind.
584: Bekeringsijver onder Guntram, die in 567 koning van Bourgondië, Marseille en Arles was geworden.
 
590: Paus Gregorius I klaagt bij Theoderik en Theodebart, dat de Joden ongestoord handel dreven in christenslaven. Gregorius I is de Joden niet ongunstig gezind.
 
== 7e eeuw ==
In Palestina plaatsten de Joden zich wegens de vervolgingen door de Christenen aan de zijde van de Perzische heerscher Chosroe II en hielpen hem in een bloedige oorlog (608—614) Palestina te veroveren.
 
'''615:.''' De Frankische koning Chlotarius II ontneemt de Joden alle ambten. Concilie van Parijs. Joden mogen tegen Christenen niet procederen en met dezen geen gemeenschappelijke handel drijven.
 
Justinianus (627—666) verscherpte de oude drukkende besluiten en begon met het verbieden van allerlei godsdienstvoorschriften en schreef bv. voor, dat de Bijbelverklaringen voor het volk uit de Christelijke vertalingen moest geschieden.
627: Verbod tegen de slavenhandel.
 
'''627:.''' Verbod tegen de slavenhandel.
 
De Perzische veroveraar van Palestina hield zijn beloften aan de Joden niet en teleurgesteld helpen zij Heraclius in zijn strijd (628) om Palestina.
 
'''629:.''' De Frankische koning Dagobert zoekt door geheel het rijk de Joden te bekeren. Hij gedoogt weer joodse pachters. Maar alle Joden die geen Christenen wilden worden verdrijft hij uit Gallië. — In de slag bij de stad Khaibar onthoofden Mohammed en zijn volgelingen tussen de 700 en 900 Joodse mannen. De Joden van Khaibar hadden hun vrouwen en kinderen, om hen te beschermen, gestuurd naar al-Katibā en het fort van al-Nizār. In huidige antisemitische leuzen wordt soms naar de slag verwezen, met het dreigement dat Mohammeds leger spoedig weerkomt.
 
'''636—1083.''' Het land Israël onder Arabische heerschappij. Ongeveer 636 veroverden Arabieren Palestinahet land.
 
'''640:.''' de Arabieren veroveren Babylonië, waarna de toestand van de Joden daar beter werd.
 
'''689:.''' Onder de West-Gotische koningen leefden de Joden aanvankelijk in Spanje rustig. Maar toen in 689 Reccared op de 3e synode te Toledo het Arianisme voor de Katholieke leer deed wijken, begonnen de uitzonderings- en onderdrukkingswetten.
 
Een paar keer werden Jodenverdrijvingen en doopdwang, met het stijgen van de macht der Katholieke geestelijkheid steeds sterker; kinderontrukking en goederenconfiscatie — tot eindelijk de Joden de Arabieren (711) als ware levensredders begroetten.
 
== 8e eeuw ==
In de Mohammedaanse staten langs de noordkust van Afrika woonden vele Joden. Velen hunner waren voortreffelijke schrijvers en leraars op algemeen-wetenschappelijk gebied: geneeskunde, sterrenkunde, wijsbegeerte, wiskunde.
772: Onder de Arabieren in Spanje worden de Joden toegelaten en zeer begunstigd.
 
Karel de Grote (regeerde 768-814) behandelde en verzorgde de Joden goed, die zich langzamerhand in zijn landen gevestigd hadden; hij stond hun toe, erfvrije goederen te bezitten en beschermde hun handel; reeds toen begonnen zij in de handel gedrongen te worden, vooral ook door de omstandigheid, dat zij in deze oorlogszuchtige tijden de enigen waren, die buiten de legers gesloten waren.
 
'''772:.''' Onder de Arabieren in Spanje worden de Joden toegelaten en zeer begunstigd.
 
== 9e eeuw ==
'''800:''' Karel de Grote (regeerde als ''keizer'' van 800-814) is de Joden gunstig gezind. Scholen, synagogen. Izaäk, afgezant bij de kalief al Raschid. De missi dominici (Inspecteurs in de provincies) zetten de jaarmarkten van zaterdag op een andere dag. De mindere geestelijkheid is onverdraagzaam. Agobardus, bisschop, schrijft tegen de Joden. Onverdraagzaamheid ook in Nederland bij de hoge regering; bij de voornaamste bisschoppen vond men steeds verdraagzame beginselen maar bij de plaatselijke overheden en gewone herders veelal willekeur en vooroordelen.
 
Karel de Grote verblijft veeltijds te Aken en te Nijmegen, waar vermoedelijk reeds Joden gevestigd waren. Hij voltooit in Nederland de aanneming van de Christelijkechristelijke godsdienst.
 
'''807.''' De kalìf Harun el Raschid stelt de kerk van het Heilige Graf onder het gezag van keizer Karel de Grote<ref name=":2" />.
Karel de Grote verblijft veeltijds te Aken en te Nijmegen, waar vermoedelijk reeds Joden gevestigd waren. Hij voltooit in Nederland de aanneming van de Christelijke godsdienst.
 
'''839:''' Lodewijk de Vrome begunstigt de Joden en legt de grond tot de latere rijksbescherming, waaronder de Israëlieten door de Duitse keizers geplaatst werden. Lodewijk de Vrome heeft Zedekias tot lijfarts. Hij begunstigt inzonderheid rabbi Domat en zijn kleinzoon Samuël. Hij heeft een Magister Judaeorum, voor het afdoen van rechtszaken waarin Israëlieten gemoeid zijn.
 
'''840:''' De Duitse keizers na Lodewijk de Vrome volgen zijn voorbeeld. Er waren Joden in de voornaamste steden van Duitsland en de Nederlanden. De graven echter mogen hen niet toelaten dan met bijzondere vergunning van de souverein. Zij behoren met lijf en goed de keizer, wat alleszins in hun belang was en tegen velerlei knevelarij waarborgde.
 
== Ca. 1000 - 1200 n.C. ==
Regel 345 ⟶ 363:
== Bronnen ==
[https://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Israël Geschiedenis van Israël], artikel op Wikipedia.nl, geraadpleegd op 1 okt. 2016. Enige tekst hiervan is verwerkt.
 
''Oosthoek's geillustreerde encyclopaedie'' (Utrecht: A. Oosthoek, 1925-1934) s.v. Joden. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 4 april 2024.
 
P.M. Wink, ''Geïllustreerde encyclopedie'' (Tweede, vermeerderde druk. Zaltbommel: 1916-1917) s.v. Joden. Tekst hiervan is verwerkt op 28 dec. 2016.