Geschiedenis van Israël/71-1899: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 160:
 
'''807.''' De kalìf Harun el Raschid stelt de kerk van het Heilige Graf onder het gezag van keizer Karel de Grote<ref name=":2" />.
 
Lodewijk de Vrome (regeerde 814-840) beschermde de Joden.
 
'''839:''' Lodewijk de Vrome begunstigt de Joden en legt de grond tot de latere rijksbescherming, waaronder de Israëlieten door de Duitse keizers geplaatst werden. Lodewijk de Vrome heeft Zedekias tot lijfarts. Hij begunstigt inzonderheid rabbi Domat en zijn kleinzoon Samuël. Hij heeft een Magister Judaeorum, voor het afdoen van rechtszaken waarin Israëlieten gemoeid zijn.
 
'''840:''' De Duitse keizers na Lodewijk de Vrome volgen zijn voorbeeld. Er waren Joden inKarel de voornaamsteKale steden(regeerde van840-877) Duitsland enbeschermde de NederlandenJoden. De graven echter mogen hen niet toelaten dan met bijzondere vergunning van de souverein. Zij behoren met lijf en goed de keizer, wat alleszins in hun belang was en tegen velerlei knevelarij waarborgde.
 
Er waren Joden in de voornaamste steden van Duitsland en de Nederlanden. De graven echter mogen hen niet toelaten dan met bijzondere vergunning van de souverein. Zij behoren met lijf en goed de keizer, wat alleszins in hun belang was en tegen velerlei knevelarij waarborgde.
 
In Frankrijk levert de betrekkelijke rust, waarin de Joden er leven, wetenschappelijke vruchten op. Bijbelcommentaren, Agada-verzamelingen, homiletische werken stammen uit deze eeuwen voor de kruistochten (die in 1096 beginnen). En vooral de grote Talmoed- en Bij-
 
belverkla
 
== 10e eeuw ==
Na de tijd van Karel de Kale overwon de vervolgingszucht van de 'christengeestelijkheid', en vingen de plunderingen, verdrijvingen, drangdopen enz. aan. Vaak ontdekt men, dat in een stad in een bepaalde tijd Joden gewoond hebben, doordat het bericht van een plundering, moordpartij of verdrijving gevonden wordt. De Joden werden langzamerhand 's keizers eigendom ; hij beschermde hen—in naam — en zij moesten daar zware belastingen voor betalen.
 
Doch waar zij woonden, richtten zij hun Talmoed-leerscholen in. Beroemd is de Talmoed-school van Rabbénoe Gersjan (± 960-1040), „het licht der diaspora", te Mainz; hij schreef voortreffelijke, bondige commentaren op de Talmoed.
 
== Ca. 1000 - 1200 n.C. ==
Het tijdvak van ± 1000—1200 wordt gekenmerkt enerzijds door een opleving van het Jodendom, anderzijds door de bloedige vervolgingen, waaraan zij blootstaan. In Spanje woedde de strijd tussen Christenen en Mohammedanen, wat voor de rust van de Joden aldaar niet ongunstig was; ook in het Oosten was de oppermacht van de Arabieren tot de dood van Sultan Saladin in 1193 een periode van rust.
 
'''1012.''' Tijdens het leven van Talmoedgeleerde Rabbénoe Gersjan vond de eerste Jodenvervolging in Duitsland plaats; Hendrik II, bijgenaam "de Heilige", koning van Duitsland van 1002-1024, confisqueerde het vermogen der Joden uit Mainz, die zich niet wilden laten dopen.
 
Onder de Arabische heersers in Spanje leefden de Joden een normaal leven. Toen na de heftige twisten om de heerschappij Hisjam III, die in 1026 tegen zijn wil kalif geworden was, in 1031 Cordova verliet, was het einde der Omajjaden-heerschappij gekomen en viel Spanje in een aantal emir-staatjes uiteen. Wat de J. bij die oorlogen te lijden hadden, leden zij niet als Joden, doch met de andere bewoners van het land mee. En door de verschillende vorsten werden zij met hun andere onderdanen op één lijn geplaatst. De wetenschappen ontwikkelden zich onder hen. Zij beleven in de komende eeuwen de gouden tijd van de Middeleeuwse Hebreeuwse poëzie in Spanje. In de Talmoedstudie, de wijsbegeerte, de wiskunde enz. brengen zij 'onvergankelijke' werken voort. Velen van hen zijn de eerste staatslieden aan de verschillende hoven, o. a. Samuel ibn Nagdela (overl. 1055).
 
De eerste veroveringen van de christenen op de Arabieren in Spanje brachten weinig veranderingen in het lot der Joden, want de christelijke koningen hadden hen en hun intelligentie in de strijd tegen de Mohammedanen nodig en lieten hun de praktijk hun burgerrechten.
 
In de christenheid waakte door de kruistochten helaas een vijandige gezindheid op tegen alle ongelovigen, tegen de vijanden van het kruis van Christus. Deze stemming, hoewel niet de enige oorzaak, is toch niet vreemd aan de Jodenvervolgingen, tijdens verschillende kruistochten in ettelijke Duitse steden ingesteld.
Regel 175 ⟶ 194:
 
== 11e eeuw ==
De Talmoed-studie heeft haar beroemde tijd van „de vijf Izaks": de 11e eeuw. De dichter-famiïie Ibn Ezra uit Granada, de arts, dichter, Talmoedist, wijsgeer Jehoeda Hallewie, de wereldzwerver, exegeet, dichter, taalkundige Abraham Ibn Ezra ( ± 1090—1167), de wijsgeer Abraham Ibn Daud (± 1110—1180) en talloze anderen tonen door hun geschriften de hoogte der geesteswerkzaamheid.
1096: Peter de Kluizenaar en Walter Gottschalk gaan ter kruistocht, en dwingen de Joden tot omhelzing van het Christendom. Groot bloedbad in Gelder en Holland; in Trier, Metz, Keulen en Maintz. Enige Joden vinden een schuilplaats bij de keizer, op zijn burchten en in zijn steden. Anderen vluchten naar Moravië, Silezië en Polen.
 
[[Bestand:GermanJews1.jpg|miniatuur|Duitse joden in de 13 eeuw. Ter onderscheiding van andere burgers dragen zij spitse hoeden.]]
'''1086.''' De in 1086 begonnen zegetocht der Almoraviden (regeerden 1040-1147) had voor de Joden bittere gevolgen. Die moslims wilden allen tot de Islam bekeren. Daar zij van de Joden alleen maar de verklaring eisten, dat zij aan Mohammeds zending geloofden en van tijd tot tijd de moskeeën zouden bezoeken, namen velen deze Islam aan. Hun latere volgers eisten echter meer.
'''1096.''' Peter de Kluizenaar en Walter Gottschalk gaan ter kruistocht, en dwingen de Joden tot omhelzing van het christendom. De eerste voorloperstroepen onder Peter de Kluizenaar en Wouter zonder Have en andere aanvoerders kenmerkten hun weg door moorden en plunderingen en verkrachtingen. Het doden van een Jood verschafte volgens hen zondenkwijtschelding.
 
In Frankrijk begon het; doch de Joodse gemeenten te Worms, Mainz, Keulen en zijn omtrek, Trier, Metz en al de gemeenten op hun weg tot in Bohemen toe werden uitgemoord; leven bleef alleen, wie zich liet dopen. Ook in Gelder en Holland werd een bloedbad onder de Joden aangericht.
 
Toen de Boheemse Joden, na het voorbijtrekken der kruisvaarders, het land wilden verlaten om verdere vervolging te ontgaan, werden zij door hun keizer eenvoudig uitgeplunderd, zodat zij in armoede in het land moesten blijven.
 
Vinden een deel van de Joden een schuilplaats bij de keizer, op zijn burchten en in zijn steden. Anderen vluchten naar Moravië, Silezië en Polen.
 
'''1099.''' Inname van Jeruzalem door de kruisvaarders onder aanvoering van Godfried van Bouillon, tijdens de eerste kruistocht. Ze richten een slachting onder Joden en moslims aan. Ze drijven alle Joden naar de synagoge en steken die aan alle hoeken in brand.
 
De grote Talmoed- en Bijbelverklaarder [[Rasji]] (Rabbi Sjelomo ben Jitschak) (1040—1105), uit de school van Rabbénoe Gersjam, schonk een bijzondere glans aan het Franse Jodendom geschonken. De eerste kruistocht heeft hij nog beleefd.
 
== 12e eeuw ==
In de fanatieke oorlogen der Almoraviden (regeerden 1040-1147) en Almohaden (regeerden 1121-1269) in Zuid-Spanje vluchtten vele Joden naar de christelijke landen; vaak juist toen in andere landen van Europa de eindeloos-bloedige gruwelen van de kruistochten op de Joden plaats hadden.
1100: de geldhandel in Nederlans is voornamelijk in handen van de Israëlieten.
 
'''1100:.''' de geldhandel in NederlansNederland is voornamelijk in handen van de Israëlieten.
 
'''1105.''' [[Rasji]] de Commentatorcommentator (Rabbijn Salomo Ben Isak) sterft.
 
De kring van zijn kleinzonen en hun vrienden (12e en 13e eeuw) schept door haar grondige, opbouwend-kritische studie van de Talmoed en Rasji's verklaring een reconstructie vaak van principes, neergelegd in hun „Tosafot" (= toevoegingen), waarnaar men hen „Tosafisten" noemt.
 
'''1121:.''' De Joden worden uit Vlaanderen gebannen
 
'''1147-1149.''' Tweede Kruistocht. Een halve eeuw na de eerste kruistocht, die in 1099 eindigde met de verovering van Jeruzalem, hebben de moorden op Joden, tegen den wil van Bernard van Clairvaux — vooral door het ophitsen van Peter van Claguj — weer plaats; hoewel niet in de sterke mate van de eerste kruistocht; vooral de bevolking van Duitsland en Bohemen is bloedig getekend.
 
'''1148.''' Toen de Almohaden in 1148 Cordova en daarna geheel Zuid-Spanje veroverden, was het lot van de Joden daar bezegeld: de synagogen werden verwoest, de scholen gesloten, de Joden vluchtten naar het Noorden.
 
'''1160:.''' Gunther van Castillon, domproost te Doornik, schrijft tegen de Israëlieten.
 
'''1183:.''' De Joden vinden de ordebrieven uit.
1105: [[Rasji]] de Commentator (Rabbijn Salomo Ben Isak) sterft.
 
'''1189-1192.''' Derde Kruistocht.
1121: De Joden worden uit Vlaanderen gebannen
 
'''1189.''' Een bloedige Jodenvervolging brak los in Londen, toen Richard Leeuwenhart bij zijn kroning in dit jaar de Joodse afgevaardigden, die hem kwamen huldigen, op aanstoken van de aartsbisschop van Canterbury niet ontving.
1160: Gunther van Castillon, domproost te Doornik, schrijft tegen de Israëlieten.
 
En toen hij op kruistocht naar het Heilige land vertrokken was, hielden de moorden op Joden en plunderijen van hun goederen niet op.
1183: De Joden vinden de ordebrieven uit.
 
'''1190:.''' Joden in 's-Hertogenbosch mishandeld.
 
== 1200 - 1500 ==
Regel 203 ⟶ 248:
 
== 13e eeuw ==
Onder Jan zonder Land, koning van Engeland 1199-1216, bereikten de kwellingen van de Joden in Engeland hun toppunt. Bovendien golden zij als 's konings eigendom, zodat de burgers, die de koning vijandig gezind waren en zijn eigendom wilden schaden, zich het eerst aan de Joden vergrepen. Emigreren was op straffe van verlies van leven en bezit verboden.
1202: Midden-Oosten getroffen door een aardbeving.
 
1202: Midden-Oosten getroffen door een aardbeving.[[Bestand:GermanJews1.jpg|miniatuur|Duitse joden in de 13 eeuw. Ter onderscheiding van andere burgers dragen zij spitse hoeden.]]
 
1204: Paus Innocentius III verordent onderscheid in kleding. Hij wil echter de Joden beschermd hebben. Er zijn veel Joden in Brabant. Zij belenen op panden, drijven handel in goud, zilver en edel gesteenten.
Regel 213 ⟶ 260:
In Nederland zijn de Joden doorgaans met een geel lint uitgemonsterd en dragen een punthoed. Even als de Lombardiers nemen de Joden in Nederland hoge renten en worden wel eens van woekerhandel verdacht.
 
1254: Lodewijk IX (de Heilige) ijvert tegen de Joden. Enige wagens afschriften van de Talmoed te Parijs verbrand.
 
1260: Hertog Hendrik van Braband bepaalt bij testament dat alleen eerlijke Joden en Lombardiers in het land mogen blijven Zij die woeker drijven moeten vertrekken.
 
1270: De Joden in de Lage Landen zweren dat zij alle eerlijke lieden zijn en blijven in Antwerpen, Brussel en Leuven. Hertog Jan I beschermt hen.
 
1272. Onder koning Eduard I van Engeland (1272-1307) was 't leven van de Joden niet beter dan voorheen. De pauselijke decreten — die echter juist in de Italiaanse republieken het minst opgevolgd werden — maakten alle mishandeling en knechting en beroving en schanddaad tot een Godgevallig werk. De bloedbeschuldiging eiste in de Paasfeesttijd herhaaldelijk bloedige — natuurlijk onschuldige — offers; waar echter juist een pauselijke bul (1247) van Innocentius IV zich tegen verzette.
 
1290: Uit Engeland worden de Joden verbannen. 15.000 Joden zwerven rond. In Nederland worden er enige Joden opgenomen.
Regel 367 ⟶ 416:
 
P.M. Wink, ''Geïllustreerde encyclopedie'' (Tweede, vermeerderde druk. Zaltbommel: 1916-1917) s.v. Joden. Tekst hiervan is verwerkt op 28 dec. 2016.
 
Zie ook [[Geschiedenis van Israël]]
 
== Voetnoten ==