Goden: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 17: Regel 17:
'''Veelgodendom.''' Een veelgehoorde opvatting is dat de mensen eens aan veel goden gingen geloven en dat pas later het geloof aan één God ontstond. Men ging aan veel goden geloven, omdat er veel onverklaarde zaken waren, die ter verklaring aan het werk van verschillende goden werden toegeschreven.
'''Veelgodendom.''' Een veelgehoorde opvatting is dat de mensen eens aan veel goden gingen geloven en dat pas later het geloof aan één God ontstond. Men ging aan veel goden geloven, omdat er veel onverklaarde zaken waren, die ter verklaring aan het werk van verschillende goden werden toegeschreven.


Gods woord toont echter aan dat er geen ontwikkeling van polytheïsme (veelgodendom) naar monotheïsme (geloof aan één God) is geweest, maar dat het omgekeerde is gebeurd. Bovendien wijst Gods woord op een oorzaak van veelgodendom: de vergoddelijking van het schepsel. <blockquote>''Ro 1:20  -want van de schepping van de wereld af worden wat van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, uit zijn werken met inzicht doorzien-,opdat zij niet te verontschuldigen zijn, Ro 1:21  omdat zij, hoewel zij God kennen, Hem als God niet verheerlijkt of gedankt hebben, maar in hun overleggingen zijn zij tot dwaasheid vervallen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden. Ro 1:22  Bewerend wijzen te zijn, zijn zij dwaas geworden  Ro 1:23  en hebben de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door iets dat lijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren.  Ro 1:24  Daarom heeft God hen in de begeerten van hun harten overgegeven aan onreinheid, om hun lichamen onder elkaar te onteren;  Ro 1:25  zij die de waarheid van God vervangen hebben door de leugen en het schepsel geëerd en gediend hebben boven de Schepper, die gezegend is tot in eeuwigheid. Amen.'' (Telos) </blockquote>'''Werk van mensenhanden'''. De beelden van de andere zogenaamde goden zijn werk van mensenhanden. Zelfs de Assyriërs hebben, wellicht op grond van hun overwinningen over vele volken en hun goden, erkend dat veel goden (de goden van ander volken) werk van mensenhanden zijn. Tegenover de inwoners van Jeruzalem:<blockquote>''2Kr 32:19 Zij spraken over de God van Jeruzalem als over de goden van de volken van de aarde, <u>een werk van mensenhanden</u>. (HSV)''</blockquote>Hun honen van de God van Jeruzalem bleek een misrekening te zijn. God zond een engel die het Assyrische leger een vernietigende slag toebracht.
Gods woord toont echter aan dat er geen ontwikkeling van polytheïsme (veelgodendom) naar monotheïsme (geloof aan één God) is geweest, maar dat het omgekeerde is gebeurd. Bovendien wijst Gods woord op een oorzaak van veelgodendom: de vergoddelijking van het schepsel. <blockquote>''Ro 1:20  -want van de schepping van de wereld af worden wat van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, uit zijn werken met inzicht doorzien-,opdat zij niet te verontschuldigen zijn, Ro 1:21  omdat zij, hoewel zij God kennen, Hem als God niet verheerlijkt of gedankt hebben, maar in hun overleggingen zijn zij tot dwaasheid vervallen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden. Ro 1:22  Bewerend wijzen te zijn, zijn zij dwaas geworden  Ro 1:23  en hebben de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door iets dat lijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren.  Ro 1:24  Daarom heeft God hen in de begeerten van hun harten overgegeven aan onreinheid, om hun lichamen onder elkaar te onteren;  Ro 1:25  zij die de waarheid van God vervangen hebben door de leugen en het schepsel geëerd en gediend hebben boven de Schepper, die gezegend is tot in eeuwigheid. Amen.'' (Telos) </blockquote>'''Werk van mensenhanden'''. De beelden van de andere zogenaamde goden zijn werk van mensenhanden en daarom onmachtig. <blockquote>''Ps 115:2  Waarom zouden de heidenen zeggen: Waar is nu hun God? Ps 115:3  Onze God is toch in den hemel, Hij doet al wat Hem behaagt. Ps 115:4  Hunlieder afgoden zijn zilver en goud, het werk van des mensen handen; Ps 115:5  Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet; Ps 115:6  Oren hebben zij, maar horen niet; zij hebben een neus, maar zij rieken niet; Ps 115:7  Hun handen [hebben] [zij], maar tasten niet; hun voeten, maar gaan niet; zij geven geen geluid door hun keel. Ps 115:8  Dat die hen maken hun gelijk worden, [en] al wie op hen vertrouwt. Ps 115:9 Israël! vertrouw gij op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.'' (SV)</blockquote>In het boek Daniël lezen wij dat de mensen op het feest van Belsazar de gouden enz. goden prezen. <blockquote>''Da 5:4  Zij dronken den wijn, en prezen de gouden, en de zilveren, de koperen, de ijzeren, de houten en de stenen goden.'' (SV)</blockquote>Zelfs de Assyriërs hebben, wellicht op grond van hun overwinningen over vele volken en hun goden, erkend dat veel goden (de goden van ander volken) werk van mensenhanden zijn. Tegenover de inwoners van Jeruzalem:<blockquote>''2Kr 32:19 Zij spraken over de God van Jeruzalem als over de goden van de volken van de aarde, <u>een werk van mensenhanden</u>. (HSV)''</blockquote>Hun honen van de God van Jeruzalem bleek een misrekening te zijn. God zond een engel die het Assyrische leger een vernietigende slag toebracht.


'''Vergode mensen'''. Een mens kan door zijn omgeving tot god worden verheven. Dat is gebeurd met Romeinse keizers, die als god en heer (Gr. kurios) werden vereerd. Waarschijnlijk verwijst Paulus naar dezulken:
'''Vergode mensen'''. Een mens kan door zijn omgeving tot god worden verheven. Dat is gebeurd met Romeinse keizers, die als god en heer (Gr. kurios) werden vereerd. Waarschijnlijk verwijst Paulus naar dezulken: