Handelingen 4: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Handelingen van de Apostelen|Bijbelboekpagina=Handelingen van de Apostelen|Bijbelboek=Handelingen|Aantalhoofdstukken=28|Aantalverzen=37}}
== Samenvatting ==
1-22 Petrus en Johannes voor de Raad. — Petrus en Johannes wordenin gevangenbewaring gezetgesteld en de volgende dag voor de Raad gebracht. Zij geven een verklaring van hun optreden en van de genezing van de kreupelenkreupele. De Raad echter verbiedt hen te spreken en te leren in de naam van Jezus. Onder bedreiging worden ze vrijgelaten. 23-31 Petrus en Johannes doen verslag aan de discipelen. Gebed om vrijmoedigheid, naar aanleiding van het verhoor en de dreigementen. 32-37 Eendracht, gemeenschap van goederen, genade en mededeelzaamheid in de gemeente.
 
== 1 ==
Regel 103:
== 33 ==
<onlyinclude><sup>33</sup> En met grote kracht gaven de apostelen getuigenis van de opstanding van de Heer Jezus; en er was grote genade over hen allen. </onlyinclude>(Telos)
'''Grote kracht .. grote genade.''' De Heer deed grote dingen, ook aan de discipelen. <blockquote>''Hnd 1:8  Maar u zult kracht ontvangen wanneer de Heilige Geest over u komt, en u zult mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het einde van de aarde.'' (Telos) </blockquote>'''Grote genade.''' Genade schonk Hij, onze Heer, om te handelen en te spreken. Vergelijk: <blockquote>''1Co 15:10  Maar door de genade van God ben ik wat ik ben; en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest, maar ik heb overvloediger gearbeid dan zij allen; maar niet ik, maar de genade van God met mij.'' (Telos)</blockquote>'''Hen allen.''' zie ook vs. 31: "zij werden allen werden vervuld met de Heilige Geest".
 
== 34 ==
Regel 109:
'''Allen die eigenaars van landerijen of huizen waren.''' Onder wie Jozef Barnabas, die hierna wordt genoemd.
 
'''Verkochten die enz.''' Dat mensen zover gingen bewijst dat zij een vaste overtuiging hadden dat Jezus de Messias was en werkelijk uit de dood was opgestaan, en dat hun heil en leven in Zijn handen lag, en dat zij Hem uit de hemelen verwachten, en dat zij goed wilden doen aan hun broeders en zusters in de Heer, zolang ze nog op aarde waren.
 
== Voetnoten ==