Hebreeën 7: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Hebreeën commentaar}}
 
== Samenvatting ==
Was de Heer Jezus in eerdere hoofdstukken voorgesteld als zijnde meerder dan Abraham, Mozes, Aäron, hier in hoofdstuk 7 wordt hij voorgesteld, met Melchizedek als vóórbeeld, als meerder dan Abraham.
De koning-priester Melchizedek was groter dan Abraham en Levi en een voorafbeelding van de Zoon van God (1-10). Het Levitische priesterschap moet plaats maken voor het eeuwige priesterschap van de Heer Jezus naar de orde van Melchizedek, het oude verbond voor een beter verbond (11-25). De Heer Jezus is een volmaakte hogepriester in de hemelen (26-28).
 
== Inleiding ==
Was de Heer Jezus in eerdere hoofdstukken voorgesteld als zijnde meerder dan Abraham, Mozes, Aäron, hier in hoofdstuk 7 wordt hij voorgesteld, met Melchizedek als vóórbeeld, als meerder dan de aartsvader Abraham en de hogepriesters van Israël.
 
== 1 ==
Regel 99 ⟶ 103:
Heb 7:19 (want de wet heeft niets tot volmaaktheid gebracht), en anderzijds de invoering van een betere hoop, waardoor wij tot God naderen. (TELOS)
'''Betere hoop'''. Eén van de betere zaken die ons in deze brief genoemd worden. 
 
'''Waardoor wij tot God naderen.''' Zie ook vers 25: "door Hem (= Jezus) tot God naderen".
 
== 25 ==
Heb 7:25  Daarom kan Hij ook volledig behouden wie door Hem tot God naderen, daar Hij altijd leeft om voor hen tussenbeide te treden. (Telos)
'''Tot God naderen.''' Zie ook vs. 19: "een betere hoop, waardoor wij tot God naderen".
 
== 26 ==
Regel 110 ⟶ 120:
== 27 ==
Heb 7:27  die het niet dagelijks nodig heeft, zoals de hogepriesters, eerst voor zijn eigen zonden slachtoffers op te offeren, daarna voor die van het volk, want dit heeft Hij eens voor altijd gedaan door Zichzelf op te offeren. (Telos)
'''Dagelijks.''' De hogepriester offerde in het [[Allerheiligste]] één keer per jaar voor zichzelf en voor de zonden van het volk.
'''Dagelijks.''' Terwijl de hogepriester het grote verzoenoffer slechts één keer per jaar offerde, was er bij de joodse offerdiensten een dagelijks erkenning van zonde en werd er dagelijks een offer gebracht door de priesters, aan wier hoofd de hogepriester stond, voor hun eigen zonden en de zonden van de mensen. De Joden waren van mening dat een priester die zijn eigen zoenoffer verwaarloosde, zou worden gedood<ref>Sanhedr., Fol. 83. Hiernaar wordt verwezen naar Adam Clarke in zijn commentaar op Hebr. 7:27.</ref>. Wanneer ze dit slachtoffer aanboden, baden ze het volgende gebed: 'O Heer, ik heb gezondigd en goddeloos gehandeld en ben afgedwaald voor Uw aangezicht, ik en mijn huis en de zonen van Aäron, het volk van uw heiligheid. Ik smeek u om ter wille van Uw naam de zonden, ongerechtigheden en overtredingen uit te wissen, waardoor ik heb gezondigd, goddeloos heb gehandeld en voor uw aangezicht afgedwaald, ik en mijn huis, en de zonen van Aäron, het volk van uw heiligheid; zoals geschreven is in de wet van Mozes, uw dienaar<ref>Lev. 16:30.</ref>. Op die dag zal hij voor u verzoening doen, om u te reinigen, zodat u rein van al uw zonden bent voor de Heer! " Waarop de Levieten antwoordden: "Gezegend zij de naam van de heerlijkheid van Uw koninkrijk, voor altoos en immer!" Dit gebed stelt dat de priester een offer bracht, eerst voor zijn eigen zonden, en daarna voor de zonden van het volk, zoals ons vers zegt.<ref>Commentaar van Adam Clarke bij dit vers. Tekst van zijn commentaar is vertaald en verwerkt. </ref>
 
''Heb 9:7 maar in de tweede alleen de hogepriester, eenmaal in het jaar, niet zonder bloed, dat hij offert voor zichzelf en voor de afdwalingen van het volk. (Telos)''
 
'''Dagelijks.'''Maar Terwijlbij de hogepriesterjoodse het grote verzoenoffer slechts één keer per jaar offerde,offerdiensten was er bij de joodse offerdiensten een dagelijks erkenning van zonde en werd er dagelijks een offer gebracht door de priesters, aan wier hoofd de hogepriester stond, voor hun eigen zonden en de zonden van de mensen. De Joden waren van mening dat een priester die zijn eigen zoenoffer verwaarloosde, zou worden gedood<ref>Sanhedr., Fol. 83. Hiernaar wordt verwezen naar Adam Clarke in zijn commentaar op Hebr. 7:27.</ref>. Wanneer ze dit slachtoffer aanboden, baden ze het volgende gebed: 'O Heer, ik heb gezondigd en goddeloos gehandeld en ben afgedwaald voor Uw aangezicht, ik en mijn huis en de zonen van Aäron, het volk van uw heiligheid. Ik smeek u om ter wille van Uw naam de zonden, ongerechtigheden en overtredingen uit te wissen, waardoor ik heb gezondigd, goddeloos heb gehandeld en voor uw aangezicht afgedwaald, ik en mijn huis, en de zonen van Aäron, het volk van uw heiligheid; zoals geschreven is in de wet van Mozes, uw dienaar<ref>Lev. 16:30.</ref>. Op die dag zal hij voor u verzoening doen, om u te reinigen, zodat u rein van al uw zonden bent voor de Heer! " Waarop de Levieten antwoordden: "Gezegend zij de naam van de heerlijkheid van Uw koninkrijk, voor altoos en immer!" Dit gebed stelt dat de priester een offer bracht, eerst voor zijn eigen zonden, en daarna voor de zonden van het volk, zoals ons vers zegt.<ref>Commentaar van Adam Clarke bij dit vers. Tekst van zijn commentaar is vertaald en verwerkt. </ref>
 
'''Dit.''' Het offeren van slachtoffers voor de zonden van het volk. Jezus zelf was zonder zonden.