Hethieten: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
(9 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
De '''Hethieten''', ook gespeld ''Hettieten'', ''Hethieten
== Naam en afkomst ==
'''Naam.''' De naam Hethiet betekent 'nakomeling van [[Heth]]'. De Hethieten worden 'zonen van Heth' (bijv. in Gen. 23:10) genoemd. Het Engelse woord is ''Hittites''. Duits: ''Hethiter''.
'''Afkomst.''' De Hethieten zijn nakomelingen van Heth. Deze was een zoon van [[Kanaän (persoon)|Kanaän]] en een kleinkind van [[Cham]]. Cham was een van de acht overlevenden van de [[zondvloed]].
{{Cham nageslacht}}
Regel 10 ⟶ 12:
[[Bestand:Niet-israelietische volken (Wolters).jpg|thumb|1372x1372px|''Niet-Israelietische volken in Kanaän, onder andere Hethieten''|alt=|geen]]
De Hethieten waren in Kanaän 'het volk van het land', in wier midden [[Abraham]] woonde (Gen. 23:6-7) bij Kirjath-Arba, dat is het latere Hebron. Abraham kocht van de Hethiet Efron een akker met een spelonk voor de begrafenis van zijn overleden vrouw Sara (Gen. 23).
'''[[Ezau]]''' huwde de Hethitische vrouwen Judith, Basmath (Gen. 26:34) en Ada (Gen. 36:2), naast anderen.
'''<nowiki/>'In het bergland'.''' De twaalf verspieders die Kanaän hadden verkend, noemden in hun relaas de streek waar de Hethieten woonden: <blockquote>''Nu 13:29 In het Zuiderland woont Amalek, in het bergland [wonen] de <u>Hethieten</u>, de Jebusieten en de Amorieten, aan de zee en aan de oever van de Jordaan wonen de Kanaänieten. (HSV)''</blockquote>'''Machtig.''' Ze waren meerder en machtiger dan de Israëlieten.<blockquote>''De 7:1 Wanneer u de HEERE, uw God, zal gebracht hebben in het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven; en Hij vele volken voor uw aangezicht zal hebben uitgeworpen, de <u>Hethieten</u>, en de Girgasieten, en de Amorieten, en de Kanaänieten, en de Ferezieten, en de Hevieten, en de Jebusieten, zeven volken, die meerder en machtiger zijn dan gij; (SV)''</blockquote>'''<nowiki/>'Gehele land der Hethieten'.''' Aangaande het beloofde land zei God tegen [[Jozua (zoon van Nun)|Jozua]]: <blockquote>''Joz 1:4 Van de woestijn en dezen Libanon af tot aan de grote rivier, de rivier Frath, het ganse land der <u>Hethieten</u>, en tot aan de grote zee, [tegen] den ondergang der zon, zal ulieder landpale zijn.'' (SV) </blockquote>
De Israëlieten verdreven niet alle Hethieten.
== Salomo en de Hethieten ==
|