Hilkia: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
k Kleine toevoegingen
Regel 1: Regel 1:
'''Hilkia''' (= "Mijn deel is Jah") heten verschillende mannen in het [[Oude Testament]]. De bekendste is de hogepriester onder de regering van koning [[Josia]].
'''Hilkia''' (= "Mijn deel is Jah"), Chilkia in NBG/NBV, heten verschillende mannen in het [[Oude Testament]]. De bekendste is de hogepriester onder de regering van koning [[Josia]].


De Hebreeuwse naam is חלקיה, Chilqiyah, of חלקיהו, Chilqiyahoe, en betekent "Mijn deel is [[Jah]]". Het Strongnummer is 02518. De eigennaam komt 34x voor in het Oude Testament en verwijst naar:
De Hebreeuwse naam is חלקיה, Chilqiyah, of חלקיהו, Chilqiyahoe, en betekent "Mijn deel is [[Jah]]". Het Strongnummer is 02518. De eigennaam komt 34x voor in het Oude Testament en verwijst naar:


1. de vader van Eljakim, de vrome hofmeester van Hizkia;
1. de vader van Eljakim, de vrome hofmeester van Hizkia (2 Kon. 18);


2. de vader van de profeet [[Jeremia (profeet)|Jeremia]]; hij was een priester van Anatot.
2. de vader van de profeet [[Jeremia (profeet)|Jeremia]]; hij was een priester van Anatot (Jer. 1:1).


3. onderscheidene [[Levieten]];
3. onderscheidene [[Levieten]];


4. hogepriester, zoon van Sallum of Mesullam. Hij was hogepriester onder de regering van de koning Josia. Bij een herstelling van de [[tempel]] vond hij het wetboek, liet het ook Saphan, de schrijver van de koning, lezen, die Josia met zijn inhoud bekend maakte. De koning was door de lezing van dit boek, waarin de vervloekingen tegen de afgodendienaars opgetekend waren, dermate getroffen, dat hij Hilkia, Saphan en anderen naar de profetes [[Hulda]] zond, om de Heer te raadplegen. Ondersteund door de vromen Hilkia begon toen Josia zijn hervormingswerk, dat tot zegen voor [[Juda (koninkrijk)|Juda]] was. Hilkia had twee zonen, voorzover zij ons althans bekend zijn, Azaria en Gemarja, van wie de eerste hem als hogepriester opvolgde, de andere een gezant was van de koning [[Zedekia]].
4. hogepriester, zoon van Sallum of Mesullam. Hij was hogepriester onder de regering van de koning Josia. Bij een herstelling van de [[tempel]] vond hij het wetboek, liet het ook Saphan, de schrijver van de koning, lezen, die Josia met zijn inhoud bekend maakte. De koning was door de lezing van dit boek, waarin de vervloekingen tegen de afgodendienaars opgetekend waren, dermate getroffen, dat hij Hilkia, Saphan en anderen naar de profetes [[Hulda]] zond, om de Heer te raadplegen. Ondersteund door de vrome Hilkia begon toen Josia zijn hervormingswerk, dat tot zegen voor [[Juda (koninkrijk)|Juda]] was (2 Kon. 22 en 23; 2 Kron. 34). Hilkia had twee zonen, voor zover zij ons althans bekend zijn, Azaria en Gemarja, van wie de eerste hem als hogepriester opvolgde, de andere een gezant was van de koning [[Zedekia]].


== Bron ==
== Bron ==