Hinnom: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Hinnom''' is de naam van het dal ten zuiden van de oude stad [[Jeruzalem]]. Het heette eigenlijk "dal van de zoon van Hinnom" of "dal Ben-Hinnom" (Ben = zoon), 2 Kron. 28:3. [[God]] noemt bij monde van Jeremia het dal: ‘het dal met de dode lichamen en de as’ (Jer. 31:40). Daar werd afval uit de stad verbrand. Het woord "Gehenna" betekent “dal van Hinnom” en werd de benaming van de hel als een plaats van dood, vuur en verderf.
[[Bestand:Jeruzalem NT-Wilde 1889.jpg|miniatuur|1121x1121px|''Het dal van Hinnom ligt ten zuiden van Jeruzalem.'']]
Het Hinnomdal liep langs de grens tussen Juda en Benjamin. Er waren door de Israëlieten hoogten van de afgod [[Baäl]] gebouwd. De Judese koningen Achaz en Manasse richtten er een altaar op voor de afgod [[Molech]], waaraan kinderen werden geofferd door hen door het vuur te laten gaan. DezeVan plaatskoning [[Achaz]] wordt gezegd:<blockquote>''2Kr 28:3 Dezelve rookte ook in ofhet bijdal des zoons van Hinnom; en hij brandde zijn zonen in het Kidrondalvuur, heetnaar de gruwelen der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israëls uit de bezitting verdreven had. (SV)'' </blockquote>In de Herziene Statenvertaling:<blockquote>''2Kr 28:3 Hij was het die reukoffers in rook liet opgaan in het dal Ben-Hinnom. Hij verbrandde zijn zonen in het vuur, overeenkomstig de gruweldaden van de heidenvolken die de HEERE van voor de ogen van de Israëlieten verdreven had.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Jer 32:35 Zij bouwden de hoogten van de Baäl, die in het dal Ben-Hinnom zijn, om hun zonen en hun dochters voor de Molech door [[Tofethet vuur]]’ te laten gaan, wat Ik hun niet geboden had. En in Mijn hart was het niet opgekomen dat zij deze gruweldaad zouden doen, zodat ze Juda zouden doen zondigen.'' (HSV)</blockquote>
 
Deze plaats in of bij het Kidrondal heet ‘[[Tofet]]’.
<blockquote>''Jer 32:35 Zij bouwden de hoogten van de Baäl, die in het dal Ben-Hinnom zijn, om hun zonen en hun dochters voor de Molech door [het vuur] te laten gaan, wat Ik hun niet geboden had. En in Mijn hart was het niet opgekomen dat zij deze gruweldaad zouden doen, zodat ze Juda zouden doen zondigen.'' (HSV)</blockquote>
 
Mannen van Juda herbewoonden na de Babylonische ballingschap plaatsen tussen Berseba en het Dal van Hinnom.<blockquote>''Ne 11:30 Zanoah, Adullam en zijn dorpen, Lachis en zijn akkers, en Azeka en de bijbehorende plaatsen;zij vestigden zich van Berseba af tot het Dal van <u>Hinnom</u> toe. (HSV)''</blockquote>Wanneer Jeruzalem voor de HEER herbouwd zal worden, zal onder andere het Hinnomdal een heiligheid voor Hem zijn.