Hitte: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 37: Regel 37:
Gezien de opwarming van de aarde ([[klimaatverandering]]) verwacht men dat hittegolven veel vaker zullen voorkomen en ook warmer worden. Daardoor krijgen we ook vaker te maken met droogte.
Gezien de opwarming van de aarde ([[klimaatverandering]]) verwacht men dat hittegolven veel vaker zullen voorkomen en ook warmer worden. Daardoor krijgen we ook vaker te maken met droogte.


In de tijd dat het aardrijk geoordeeld zal worden, zullen de mensen worden verbrand door grote hitte. Het is een plaag die hen tot God moet bewegen. Helaas zullen zij zich niet bekeren om Hem heerlijkheid te geven. <blockquote>''Opb 16:9 en de mensen werden verbrand door grote hitte en lasterden de naam van God, die de macht over deze plagen had, en zij bekeerden zich niet om Hem heerlijkheid te geven. (TELOS)''</blockquote>Jes. 24 schijnt te spreken van toekomstige brandende hitte de gevolgen daarvan. De hoofdstukken 24 - 27 zijn genoemd 'De apocalyps van Jesaja', omdat ze Gods oordeel over het aardrijk beschrijven wegens de zonde van zijn bewoners.<blockquote>''Jes. 24:1   Ziet, de HEERE maakt het land ledig, en Hij maakt het woest; en Hij keert deszelfs gestaltenis om, en Hij verstrooit zijn inwoners. (...) 4  Het land treurt, het verwelkt; het aardrijk kweelt, het verwelkt; de hoogsten van het volk des lands kwelen. 5  Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzettingen, zij vernietigen het eeuwig verbond. 6  Daarom verteert de vloek het land, en die daarin wonen, zullen verwoest worden; daarom zullen de inwoners des lands <u>verbrand</u> worden, en er zullen weinig mensen overblijven. 7  De most treurt, de wijnstok kweelt, allen die blijhartig waren, zuchten. (...) 11  Er is een klagelijk geroep op de straten, om des wijns wil; alle blijdschap is verduisterd, de vreugde des lands is heengevaren.'' (SV)</blockquote>Degenen die zich wel bekeren, geen brandende hitte zal hen later meer treffen. <blockquote>''Opb 7:16 Zij zullen niet meer hongeren, en zullen niet meer dorsten, en de zon zal op hen niet vallen, noch enige <u>hitte</u>. (TELOS)''</blockquote>Vergelijk: <blockquote>''Jes 49:10 Zij zullen niet hongeren, noch dorsten, en de <u>hitte</u> en de zon zal hen niet steken; want hun Ontfermer zal ze leiden, en Hij zal hen aan de springaders der wateren zachtjes leiden. (SV)''</blockquote>Het bekeerde Israël zal beschut worden tegen de hitte. <blockquote>''Jes 4:5 En de HEERE zal over alle woning van den berg Sions, en over haar vergaderingen, scheppen een wolk des daags, en een rook, en den glans eens vlammenden vuurs des nachts; want over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen. Jes 4:6 En daar zal een hut zijn tot een schaduw des daags tegen de <u>hitte</u>, en tot een toevlucht, en tot een verberging tegen den vloed en tegen den regen. (SV)''</blockquote>Vergelijk: <blockquote>''Jes 25:4 Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest, een Sterkte den nooddruftige, als hem bange was; een Toevlucht tegen den vloed, een Schaduw tegen de <u>hitte</u>; want het blazen der tirannen is als een vloed [tegen] een wand. Jes 32:2 En [die] man zal zijn als een verberging tegen den wind, en een schuilplaats tegen den vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als de schaduw van een zwaren rotssteen in een dorstig land. (SV)''</blockquote>
In de tijd dat het aardrijk geoordeeld zal worden, zullen de mensen worden verbrand door grote hitte. Het is een plaag die hen tot God moet bewegen. Helaas zullen zij zich niet bekeren om Hem heerlijkheid te geven. <blockquote>''Opb 16:9 en de mensen werden verbrand door grote hitte en lasterden de naam van God, die de macht over deze plagen had, en zij bekeerden zich niet om Hem heerlijkheid te geven. (TELOS)''</blockquote>Jes. 24 schijnt te spreken van toekomstige brandende hitte de gevolgen daarvan. De hoofdstukken 24 - 27 zijn genoemd 'De apocalyps van Jesaja', omdat ze Gods oordeel over het aardrijk beschrijven wegens de zonde van zijn bewoners.<blockquote>''Jes. 24:1   Ziet, de HEERE maakt het land ledig, en Hij maakt het woest; en Hij keert deszelfs gestaltenis om, en Hij verstrooit zijn inwoners. (...) 4  Het land treurt, het verwelkt; het aardrijk kweelt, het verwelkt; de hoogsten van het volk des lands kwelen. 5  Want het land is bevlekt vanwege zijn inwoners; want zij overtreden de wetten, zij veranderen de inzettingen, zij vernietigen het eeuwig verbond. 6  Daarom verteert de vloek het land, en die daarin wonen, zullen verwoest worden; daarom zullen de inwoners des lands <u>verbrand</u> worden, en er zullen weinig mensen overblijven. 7  De most treurt, de wijnstok kweelt, allen die blijhartig waren, zuchten. (...) 11  Er is een klagelijk geroep op de straten, om des wijns wil; alle blijdschap is verduisterd, de vreugde des lands is heengevaren.'' (SV)</blockquote>Degenen die zich wel bekeren, geen brandende hitte zal hen later meer treffen. <blockquote>''Opb 7:16 Zij zullen niet meer hongeren, en zullen niet meer dorsten, en de zon zal op hen niet vallen, noch enige <u>hitte</u>. (TELOS)''</blockquote>Vergelijk: <blockquote>''Jes 49:10 Zij zullen niet hongeren, noch dorsten, en de <u>hitte</u> en de zon zal hen niet steken; want hun Ontfermer zal ze leiden, en Hij zal hen aan de springaders der wateren zachtjes leiden. (SV)''</blockquote>Het bekeerde Israël zal beschut worden tegen de hitte. <blockquote>''Jes 4:5 En de HEERE zal over alle woning van den berg Sions, en over haar vergaderingen, scheppen een wolk des daags, en een rook, en den glans eens vlammenden vuurs des nachts; want over alles wat heerlijk is, zal een beschutting wezen. Jes 4:6 En daar zal een hut zijn tot een schaduw des daags tegen de <u>hitte</u>, en tot een toevlucht, en tot een verberging tegen den vloed en tegen den regen. (SV)''</blockquote>Vergelijk: <blockquote>''Jes 25:4 Want Gij zijt den arme een Sterkte geweest, een Sterkte den nooddruftige, als hem bange was; een Toevlucht tegen den vloed, een Schaduw tegen de <u>hitte</u>; want het blazen der tirannen is als een vloed [tegen] een wand. Jes 32:2 En [die] man zal zijn als een verberging tegen den wind, en een schuilplaats tegen den vloed, als waterbeken in een dorre plaats, als de schaduw van een zwaren rotssteen in een dorstig land. (SV)''</blockquote>
== Voetnoten ==
== Voetnoten ==