Homo sapiens erectus: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Aanvullingen op de tekst |
Kleine aanpassing aan de tekst |
||
(28 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
'''
Hoe arrogant moet een bijbelgetrouw christen met zijn getuigenis wel niet zijn in de ogen van degene die van God en Zijn Woord in principe niet wil weten of gewoon onbekend daarmee is!
Regel 25 ⟶ 23:
het geloof dat de Bijbel Waarheid is, omdat God almachtig is
het geloof dat wat voor de mens onmogelijk is, God mogelijk kan maken. Dankzij Zijn scheppingskracht kon Hij al het bestaande tot aanschijn roepen. Evenzo kan hij een verloren mensenkind verlossen
'''''Schepping of evolutie'''''
Het laat zich begrijpen dat het voor een bijbelgetrouw christen niet de vraag is of de moderne mens het resultaat is van een evolutie, of voortgekomen is uit het eerste door God volmaakt geschapen mensenpaar, Adam en Eva. Overeenkomstig de Bijbelse informatie is de scheppingsdaad van God niet anders dan een feitelijk gegeven (cq de schepping van Adam en Eva).
Regel 37 ⟶ 35:
Met uitzondering van de medegelovigen die door middel van een andere interpretatie zoeken naar een 'tussenoplossing' voor het probleem 'schepping of evolutie', moet gesteld worden dat de onwil om de Bijbel te betrekken bij de geschiedenis van de mens en de aarde groot is. De belangrijkste vooronderstelling van hen die niet met het Goddelijke Woord willen rekenen, is, dat zij niet met God en Zijn Woord willen rekenen. De wetenschappelijke wereld heeft, als alternatieve vooronderstelling voor het geloof in een schepping door God, de evolutiegedachte aanvaard. In een tijd waarin men niet beter wist dat een cel niet meer was dan een soort 'druppeltje behangplaksel', klonk deze vooronderstelling wetenschappelijker, dan het in hun ogen sprookjesachtige verhaal van een scheppende God. Het tegendeel is echter waarheid gebleken.
'''''Toeval bestaat niet'''''
De wetenschap heeft enorme vorderingen mogen maken. Ook het onderzoek naar het functioneren van een levende cel, doet de onderzoeker van de ene in de andere verbazing vallen. De verwondering neemt alleen maar toe, wanneer men de interactie tussen de cellen en de regelmechanismen in het lichaam van een plant of dier (cq de mens) gaat onderzoeken.
Regel 45 ⟶ 43:
'''De conclusie dat dit alles zomaar een beetje toevallig tot stand is gekomen is in strijd met alle menselijke logica.'''
Het ontstaansproces van het leven moet een volkomen en volmaakt verloop hebben gehad. Ondenkbaar dat het beginnende leven met onvolkomenheden zich zou hebben kunnen handhaven. Of het nu een microscopisch klein celletje of een meercellig organisme betreft, er mocht niets aan mankeren. Alleen al het roterende zweepstaartje van een bacterie (een flagel) is op zich reeds een technisch wonder. Het begin van een soort oog, of een niet functionerend soort kniegewricht, een beetje van dit of te veel van dat, het zou niet hebben gewerkt en niet hebben kunnen bestaan. Hetzelfde geldt voor de regelende systemen, zoals het zenuwstelsel, hormonenstelsel, voortplantingsstelsel, e.d.
Het ontstaan van het leven is niet te herleiden tot een soort toevalligheidje. De evolutiegedachte begint met het eenvoudige en wil eindigen met het gecompliceerde (zoals de regelmechanismen of de zintuigen), maar weet daarbij niet goed oorzaak en gevolg van het ontstaan daarvan logisch te beredeneren. Geleerde en intelligente mensen hebben voor de TV voor de vuist weg wel erg simpele en logisch klinkende verhaaltjes verteld als antwoord op de vraag waarom een beestje, zoveel miljoen jaar geleden, kon veranderen in een ander soort. Ze konden niet anders. Daarmee toonden ze wel aan dat het geloof in evolutie geen volwaardig alternatief is voor het geloof in een Scheppergod, waarvan ook kinderen getuigen (Ps. 8).
'''''Almacht en wijsheid'''''
Achter de scheppingsdaad van God schuilt een soort 'alles-of-niets-principe' (Ps. 33:9). Alleen Goddelijke almacht en wijsheid kan het leven tot stand brengen. Al zouden we van de Bijbel geen weet hebben, dan past ons nochtans slechts één conclusie: 'Dit is Gods Hand!' Zich beroepend op Zijn almacht, waarmee Hij alles schiep,
Het is logischer te geloven in de scheppingskracht van God, dan het ontstaan van het leven toe te schrijven aan toevalligheden. De wetenschap aanvaardt de evolutietheorie tegen beter weten in. Ze moet namelijk tegelijkertijd erkennen dat orde, informatie en innovatie in de natuur nooit kunnen ontstaan uit wanorde. 12) Ook moet ze instemmen met de tweede hoofdwet van de thermodynamica, dat alle gesloten systemen de neiging hebben tot wanorde (entropie).
'''''De mens is geen dier'''''
De Bijbel beschrijft ons niet alleen het ontstaan van aparte soorten organismen, maar vermeldt nog eens speciaal het ontstaan van het eerste mensenpaar. Duidelijk wordt aangegeven dat er een onoverbrugbare kloof is tussen mens en dier. Dit wordt benadrukt door het Bijbels gegeven dat Adam en Eva ontstaan zijn door een speciale scheppingsdaad van God. Daarbij waren zij geschapen naar het beeld van God. Adam en Eva kregen een zelfde lichaamsvor m als waarin de beloofde Zoon van God (Jezus Christus) Zich op aarde wilde vertonen, met de daarbij behorende kennis, gerechtigheid en heiligheid. De mens is de enige geschapen soort die in relatie staat met de enige ware God
De soort 'mens' heeft volgens de Bijbel, en daarom ook in de christelijke antropologie, een zelfstandige plaats naast de overige schepselen, ondanks fysieke overeenkomsten met hen. Gemeenschappelijke kenmerken tussen planten, dieren en mensen laten zien dat ze allen uit de hand van één Schepper kwamen en allen reacties vertonen op het grote en complexe geheel van biotische en abiotische natuurwetten (invloeden, voortkomend uit de levende en levenoze natuur).
''(zie het artikel op Christipedia
'''''De
Alle hedendaagse mensenrassen rekent men biologisch tot één en dezelfde soort. De moderne mens behoort tot het soort 'Homo sapens'. Men heeft bedacht dat de mens ontstaan is na een lange ontwikkeling van veranderingen (evolutie) uit het dierenrijk. Uiteindelijk ontstonden mensaapachtige organismen (nog behorend tot het dierenrijk), de australopitheken, waaruit de mens voortgekomen zou moeten zijn.
De eerste kennismaking met een australopitheek ('Zuidelijke Aap') betrof de vondst van een kleine schedel in een mergelgroeve te Taung (Zuid-Afrika) in 1920. Prof. Raymond Dart schreef de schedel in 1924 toe aan een nieuw soort in de afstammingsreeks naar (overeenkomstig zijn evolutionistische visie) het ontstaan van de moderne mens. Hij meende de schedel toe te moeten schrijven aan een Australopithecus africanus. Geschatte ouderdom 2.250.000 jr oud. Tot op de vondst van Lucy in 1974 (zie hierover verder in de tekst) gold het kind van Taung als een directe voorouder van de mens. Later bleek de laag waarin de schedel werd gevonden jonger te zijn dan eerst werd aangenomen (800.000 jr oud). Vele paleontologen rekenden het kind van Taung daarom tot het menselijk geslacht (Homo sapiens erectus). De ontwikkeling van de schedel bleek echter duidelijk volgroeid en toebehorend aan een vierjarige. Geheel in overeenstemming met de ontwikkeling van een chimpansee. 11)
Volgens de gangbare wetenschap ''(in het vervolg: '''(vao) =''' volgens algemene opvatting/ zoals de wetenschap er momenteel over denkt)'' zou het menselijk geslacht zich ontwikkeld hebben uit een afsplitsing van een geslacht van australopitheken of australopithecinen. Dit zou hebben plaats gehad ca ruim 3,5 miljoen jaar geleden, toen '''Australopithecus afarensis''' op aarde rond liep. Typische vertegenwoordiger van deze groep individuen is Lucy. Van haar is in Ethiopië (regio Afar, tussen Addis Abeba en Djibouti) een groot deel van het skelet gevonden. Althans, uit een enorme hoeveelheid en verscheidenheid van botfragmenten, afkomstig uit de regio Afar, is men tot een reconstructie gekomen van een skelet. De grote verscheidenheid aan materiaal werd oorzaak van vele meningsverschillen. Het skelet van Lucy is het resultaat van vele compromissen. De handen en de voeten ontbraken. Opvallend dat behalve een romp ook botjes van een complete menselijke hand werden gevonden. 13) Men schatte de lengte van Lucy op max 110 cm en de schedelinhoud op 375 ml; ontdekker de paleo-antropoloog Donald Johanson. De vondsten (aug 1978) van dezelfde ouderdom te Laetoli in Tanzania betreffen voetafdrukken in vulkanisch as, over een lengte van 70 meter. De afdrukken tonen de kenmerken van een normale menselijke voet (een geprononceerde hiel, grote teen in één lijn met de andere tenen, overlangse voetgewelf). Blijkbaar van een volwassen iemand (een Homo sapiens) met een kind. De ouderdom van de voetafdrukken werd geschat op 3.500.000 jaar. Algemeen gaat men er van uit dat de moderne mens (Homo sapiens) pas 300.000 jaar geleden ontstond. Er bleef daarom slechts één conclusie over: de hand en de voetafdrukken waren van een Australopithecus afarensis die in staat was rechtop te lopen, een familielid van Lucy. Daaruit trok men de conclusie dat de Australopithecus afarensis een belangrijke schakel moet zijn geweest naar de ontwikkeling van de mens. 8) Toen de Duitse paleontoloog Hans Reck in 1913 in een zeer oude laag in de Oldoway-kloof het geraamte vond van een modern mens, stond de evolutionistische wereld op zijn kop. Geraamte en laag behoorden tot dezelfde periode. Er was van enige verstoring geen sprake. Hans Reck kon maar tot één conclusie komen: lang voor de verschijning van de neanderdaler-mens leefde Homo sapiens reeds in Afrika. Zo bleef het probleem tot 1931, tot Reck ging samenwerken met Louis S.B. Leaky. Er werden nog beenderresten van moderne mensen gevonden. Reck is kort nadien overleden. Leakey verklaarde toen dat alle gevonden resten van moderne mensen in oudere lagen gevonden konden worden vanwege verstoringen, zoals aardbevingen en daarin dus niet thuis hoorden. Evenals bij het probleem 'Lucy en de gevonden voetstappen' is ook hier dus sprake geweest van een conclusie, opgedrongen door een evolutionistische tunnelvisie! 10)
Tijdgenoot van Australopithecus afarensis zou Australopithecus prometheus ('Little Foot') kunnen zijn, gevonden 1997 te Sterkfontein in Zuid-Afrika, ontdekker Dr. Ron Clarke.
Regel 79 ⟶ 81:
In creationistische kring (zij, die in een schepping geloven) is men er van overtuigd van doen te hebben met uitgestorven apen.
'''''Homo habilis'''''
De reconstructie tot het soort 'Homo habilis' berust echter op te veel aannames, gevoed door de wens om een overgangsvorm te hebben tussen mens en aap. De geestdrift en grote gedrevenheid van met name de familie Leaky, gekoppeld aan de behoefte om de 'ultieme' vondst te hebben gedaan, gaat zeer terecht achterdocht oproepen omtrent de reconstructie tot het soort 'Homo habilis'. 3)
''<nowiki/>'Veruit de meeste reconstructies van vroege mensen zijn gemaakt op basis van slechts enkele, vaak bij elkaar geraapte beenderen die van meerdere fossielen stammen. Dit is destijds gedaan in de overtuiging dat er altijd een verband is tussen de werking en de vorm van het lichaam, waardoor een enkel voetbotje genoeg zou zijn om te bepalen hoe de rest van het wezen eruitzag.''' (opm.: Wat dit laatste betreft, is men wat voorzichtiger geworden.)
[[Bestand:A young Neanderthal woman by Tom Björklund.jpg|miniatuur|344x344px|Vrouw met Neanderthaler kenmerken.]]
''<nowiki/>'De goede fossielen zijn op één hand te tellen.' 2) blz. 12, 13''
'''''Homo sapiens
Volgens algemene opvatting (vao) wordt de naam '''Homo sapiens sapiens''' gegeven aan alle mensen, zo ze hedendaags voorkomen. Zij zouden 300.000 jr geleden ontstaan zijn. Zij hadden de vaardigheid om vuursteenknollen te bewerken tot harde en scherpe artefacten (gebruiksvoorwerpen).
Men is gaan zoeken naar botresten van mensachtige wezens, die nog niet het stadium van ontwikkeling hadden bereikt van de moderne mens.
Heel bekend zijn de vele fossiele resten geworden van wat men later de
'''''Homo sapiens erectus'''''
Er zijn vele vondsten gedaan die van oudere of dezelfde ouderdom zouden kunnen zijn als die van de neanderthaler-mens. De vondsten konden bestaan uit bewoningsresten, gebruiksvoorwerpen of botresten. Lange tijd dacht men dat de neanderthaler een overgangsvorm was van aap naar mens en konden de genoemde oudere vondsten niet van een normaal menselijk wezen zijn. Ze werden dan ook afgebeeld als mensachtige wezens met duidelijke aapachtige trekken. Omdat gevonden gebruiksvoorwerpen niet ontworpen konden zijn door dieren, gelooft men echter inmiddels ook in evolutionistische kring van doen te hebben met normale mensen. Ze worden gerekend tot het geslacht van Homo sapiens erectus.
Voor ons artikel zijn dus vooral van belang de vele vondsten, waarvan men vermoedt dat ze ouder zijn dan die van de neanderthaler en bovendien van het menselijk geslacht zijn. De wereldbevolking kende, gelet op de vondsten, vóór de verschijning van de neanderthaler reeds een groot verspreidingsgebied (Azië, Afrika en Europa). Nu men tot de conclusie is gekomen dat de Homo erectus-mensen normale Homo sapiens-mensen zijn, heeft het geen zin al hun zeer aapachtige reconstructies serieus te nemen. Ze zijn eerder misleidend te noemen. We wachten nu op betere reconstructies van Homo sapiens erectus (rechtopgaande mens)!
Voorbeelden van vondsten van overblijfselen van Homo sapiens erectus, in willekeurige volgorde en van meer of minder belang, zijn: ''(genoemde perioden zijn vao)''
'''''In Azië'''''
– '''Homo
– '''Homo sapiens soloensis,''' de Solomens; ontdekker Ralph von Koenigswald 1931 aan de Solo-rivier bij Ngandong, Java
–
– de '''Javamens''' (Pithecanthropus erectus, Homo erectus erectus; erectus=rechtop gaand); ontdekker de Nederlander Eugène Dubois 1890-1892; vondst van een menselijke schedel bij Wadjak op Midden-Java; stuk van een menselijke onderkaak uit het Tertiair bij Trinil te Kedung Brubus; aan de oever van de Solo-rivier
– '''Pithecanthropus'''; ontdekker de Nederlander dr. R. von Koenigswald 1935-1941; te Sangiran (Midden-Java) drie schedels en een onderkaak. Het is vooral deze vondst geweest die aanleiding gaf tot de conclusie dat na vergelijking al de genoemde vondsten in Indonesië gerekend konden worden als behorend tot Pithecanthropus erectus, nu Homo erectus. Homo erectus of ook wel Homo sapiens erectus wordt niet gezien als een schakel, maar als een eerste mens. ''<nowiki/>'Zijn skelet was dat van een mens, zij het dan ook van een zeer primitief mens, maar stellig niet dat van een aap.''' 10)
– '''Pithecanthropus robustus'''; ontdekker R. von Koenigswald 1937 te Sangiran; gedeelte van een massieve schedel plus een boven- en onderkaak, een constructie uit resten van verschillende individuen
Regel 117 ⟶ 124:
– '''Pithecanthropus meganthropus'''; ontdekker Von Koenigswald 1940 te Sangiran; een enorme onderkaak
– '''Homo sapiens georgicus'''; vondst 1991-2005 bij Dmanisi in Zuid Georgië; kleine erectusachtige oermensen met geringe schedelinhoud
– '''Homo sapiens floresiensis'''; vondst in sept 2003 in de grot Liang Bua op Flores (Indonesië), bijnaam 'de Hobbit', waarschijnlijk verdreven door Homo erectus, leefde 70.000 jr geleden; mogelijk afstammelingen van Homo erectus. Volgens anderen een tijdgenoot van Homo sapiens en leefde 15.000 jr geleden. 7)
- Bewoningsresten en drie kleine menselijke tanden te '''Ubeidiya''', 3 km ten zuiden van het Meer van Kinnereth (Meer van Galilea in Palestina). Gevonden artefacten behoren tot de vroege periode van het Acheulien (vroeg paleolithicum, ca 1.400.000 tot 1.700.000 jr geleden.
- Bewoningsresten, 10 km ten noorden van het Meer van Galilea bij '''Gesher Benot Ya'aqov''', bekend als GBY ('Dochters van Jacob-brug'); ontdekkers o.a. Naama Goren-Inbar en Belitzky 1989 tot 1996. De vele Acheulien-artefacten zijn veelal gemaakt uit basalt, typisch voor het Afrikaanse Acheulien; 300.000 tot 790.000 jr geleden; de GBY-cultuur werd opgevolgd door de Mousterien-cultuur van het middenpaleolithicum van de neanderthaler-mens.
'''''In Europa'''''
– de '''Heidelbergmens''' (Homo heidelbergensis); vondst te Heidelberg in een zandgroeve bij Mauer, bekend als de 'onderkaak van Mauer' 1907; ontdekker Daniel Hartmann; schedelinhoud van modern mens; maakte scherpe stenen messen ('levalloistechniek'); leefde
- '''Homo sapiens heidelbergensis'''; Spanje, Sima de los Huesos (schedelput)
– schedelrest te '''Swanscombe''': vondst te Earthham Pit bij Boxgrove langs de Thames bij Londen;
– schedel van '''Steinheim;''' vondst te Steinheim an der Murr bij Stuttgart in Duitsland; ontdekker Karl Sigrist in 1933; 400.000 jr geleden
– schedel van '''Fontéchevade'''; grot bij Angoulème in Frankrijk; 400.000 jr geleden
– schedel van '''Petralona'''; grot oostelijk van Thessaloniki in Griekenland
– schedel en twee onderkaken van '''Arago''' bij Tautavel in Zd Frankrijk; vondst in 1969 door Henry de Lumley;
- grote hoeveelheid beenderresten te '''Siera de Atapuerca''' in Spanje; vondst in 1993/1994; ouderdom 400.000 jr
- bewoningsresten van meerdere individuen van 21 woonniveau's te '''Terra Amata''' (de naam van een laan: 'Het Beloofde Land') aan de kust bij Nice; ontdekker Henrey Lumeley; 1965, opgravingen 28 jan - 5 juli 1966. Bekend is een voetafdruk. Het zeewaterniveau van de Middellandse Zee was toen beduidend hoger. 2)
'''''in Afrika'''''
– '''Kind van Taung'''; vindplaats Taung in Transvaal; ontdekker Raymond Dart 1924/1925 (duidelijk verschil van mening over de vraag australopitheek of Homo erectus. Zie hiervoor in de tekst)
– '''Homo sapiens rhodesiensis;''' vondst in Noord-Rhodesië (nu Zambia) in 1921, in Bloemfontein (Oranje-Vrijstaat, Zuid-Afrika) 1932, bij Kaapstad (Z.-Afrika) 1953; overgangsvorm tussen Homo erectus en Homo sapiens.
– '''Homo sapiens naledi'''; ontdekker Lee Berger 2013; bij Johannesburg (Zuid-Afrika); 15 personen; leefden ca 280.000 jaar geleden; genoemd naar het grottenstelsel 'Rising Star'. In de grot ontdekte men bij de vondst tekenen van een begrafenisritueel in de vorm van in de rotswand gegraveerde lijnen in een bepaald patroon en een tot gereedschap geslepen stuk rotssteen.
– de '''Turkana boy'''; ontdekker Richard Leakey 1984; westelijk van het Turkanameer, Kenia; zeer compleet skelet; leefde 1.600.000 jr gelden. In de periode tussen Lucy (Australopithecus afarensis) en de Turkana boy zijn vrijwel geen fossiele resten bekend. Sommigen willen Australopithecus sediba als overgangsvorm daar tussen plaatsen. 2)
– de '''Rudolfmens'''; ontdekker Richard Leakey, bij het Rudolfmeer(Turkanameer) in Kenia
– de '''Ternifinemens'''; ontdekker Camille Arambourg; Algerijnse provincie Oran; leefde 700.000-600.000 jr geleden.
Regel 155 ⟶ 170:
Men is tot de conclusie gekomen dat in het verre verleden uiterlijk duidelijke verschillen tussen deze menselijke bevolkingsgroepen moeten zijn voorgekomen. De eerste gevolgtrekking was daarom dat ze na en uit elkaar zijn ge-evolueerd. Homo erectus zou dan na Homo habilis een eerste schakel (gevolgd door andere schakels) zijn geweest tussen Aastralopithecus afarensis en Homo sapiens sapiens.
Zo heeft het hoofd van de Pekingmens kenmerken van de neanderthaler. De schedels van Swanscombe en Steinheim zijn opvallend modern (ook al zijn ze van oudere datum dan de neanderthaler). Homo sapiens floresiensis is bijzonder klein (maar een geringe lengte kan onder mensen voorkomen, vooral als gevolg van ernstige vorm van inteelt). Homo sapiens naledi en Homo georgicus hebben een geringe schedelinhoud (omvang van de hersenen zegt niet alles, als er maar voldoende grijze massa is).
De vele variaties tussen de gemaakte reconstructies geven gemakkelijk aanleiding tot verschillen van mening over de te trekken conclusies. Ook binnen de paleontologie. Afbeeldingen van gemaakte reconstructies kunnen bovendien namelijk zeer suggestief zijn. Geringe aanpassingen aan het uiterlijk (beharing, schedel, opgetrokken bovenlip!) kunnen al iets dierlijks of menselijks aan een reconstructie geven.
Opvallend aan deze vondsten is daarentegen, dat romp en ledematen menselijk zijn. Soms bevestigde de aanwezigheid van gemaakte werktuigen (artefacten) hun menselijke afkomst.
Regel 169 ⟶ 182:
Er zijn paleontologen die aan de hand van onderscheidende kenmerken per continent, veronderstellen dat ieder continent een eigen variatie heeft voortgebracht. In Azië zouden dan '''Homo erectus-mensen''' geleefd hebben; in Europa '''Homo antecessor-mensen''' (antecessor=voorganger) en in Afrika de '''Homo ergaster-mensen''' (ergaster=werker).
Men gaat inmiddels ook vraagtekens zetten
'''''Het probleem van de datering'''''
Ook de datering van de gevonden fossiele resten berust op een vooronderstelling, waarmee we ons slecht kunnen verenigen.
Er is een duidelijke samenhang tussen geologie (aardkunde) en biologie. De paleontologie (de leer van de uitgestorven planten en dieren) en de geologie gaan hand in hand samen. Men gaat uit van de gedachte dat processen van sedimentatie, gebergtevorming of klimaatverandering, zo ze heden plaats vinden, ook in het zeer verre verleden in hetzelfde tempo plaats hadden (het zgn actualiteitsprincipe). Men zag daarin een bewijs van het bestaan van een zeer lange periode van ontwikkeling tot een wereld zoals ze nu is. Men schat dat het eerste leven ontstond ca 630.000.000 jaar geleden.
De gedachte dat de aardlagen, waarop we leven, wereldwijd zijn ontstaan langs een zeer geleidelijke weg, is een onlogische gedachte. De vernietiging van de bestaande aardkorst en de opbouw van aardlagen vraagt theoretisch om een heftige oorzaak met heftige gevolgen. Dezelfde redenering is van toepassing op het ontstaan van de gebergten.
We zijn van mening dat het ontstaan van de aardlagen (tijdens de vloed) met de continenten (na de vloed) en de alpiene gebergtevorming (met klimaatveranderingen als gevolg), de twee belangrijkste gebeurtenissen in de geologische geschiedenis van de aarde zijn. Deze twee wereldomvattende catastrofen (cataclysmen) maken tevens onderdeel uit van de geschiedenis der mensheid. Verwijzend naar de hieronder vermelde artikelen, durven we te veronderstellen dat de Homo sapiens erectus-mensen en de Homo sapiens neanderthalensis-mensen zich reeds voor de mislukking van de torenbouw over Europa hadden verspreid.
''(Voor meer informatie hierover kunnen we volstaan met een verwijzing naar de volgende artikelen op Christipedia: '''Zondvloed en het paleozoïcum, Zondvloed en het mesozoïcum, Zondvloed en gebergtevorming, Prehistorie/Nabije Oosten en Europa, Chronologie: Noach tot Abraham''' )''
Vroeger of later verschenen na het mislukken van de torenbouw nieuwe bevolkingsgroepen in Europa. Waarschijnlijk zijn zij met de oudere bewoners onze Europese voorvaders geworden.
Volgens de Bijbelse tijdlijn bereikten de alpiene gebergten na 250 jaar, dus ca 3400 voor Christus, toen de torenbouw te Babel mislukte, een dusdanige hoogte dat zij het klimaat sterk konden beïnvloeden. In Europa wordt het koud. De koudeperiode zal duren tot de geboorte van Peleg in 2659 voor Christus. Deze laatste koudeperiode zou mogelijk de Würm-ijstijd genoemd kunnen worden.
Regel 249 ⟶ 210:
4) Willem de Visser, ''Bijbelse Chronologie en Wereldgeschiedenis'' (Zoetermeer 2016)
5)
6) Dr. Stephen Bourke, e.a., ''The Middle East. The cradle of civilization revealed'' (Thames & Hudson 2008)
Regel 257 ⟶ 218:
8) Rod Caird, Aapmens, ''het verhaal van de evolutie van de mens'' (Antwerpen 1995)
9) Richard E. Leaky, ''op het spoor van de mens'' (Utrecht/Antwerpen 1981)
10) Herbert Wendt, ''op zoek naar de eerste mens'' (Zeist, Arnhem 1963)
11) Natuurtijdschriften.nl/record/523232
12) B. van den Dikkenberg, recensie in RD 9 sept 2022 van boek Arie Sonneveld, 'Boven tijd en toeval'. (Uitg. Buijten en Schipperheijn Motief)
13) Brian Fagan, ''Nieuwe schatten uit het verleden'' (Veenendaal 1988)
<br />
|