Homo sapiens erectus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kleine aanvulling op de tekst
Kleine aanpassing aan de tekst
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 62:
 
'''''De Australopitheken'''''
 
Alle hedendaagse mensenrassen rekent men biologisch tot één en dezelfde soort. De moderne mens behoort tot het soort 'Homo sapens'. Men heeft bedacht dat de mens ontstaan is na een lange ontwikkeling van veranderingen (evolutie) uit het dierenrijk. Uiteindelijk ontstonden mensaapachtige organismen (nog behorend tot het dierenrijk), de australopitheken, waaruit de mens voortgekomen zou moeten zijn.
 
De eerste kennismaking met een australopitheek ('Zuidelijke Aap') betrof de vondst van een kleine schedel in een mergelgroeve te Taung (Zuid-Afrika) in 1920. Prof. Raymond Dart schreef de schedel in 1924 toe aan een nieuw soort in de afstammingsreeks naar (overeenkomstig zijn evolutionistische visie) het ontstaan van de moderne mens. Hij meende de schedel toe te moeten schrijven aan een Australopithecus africanus. Geschatte ouderdom 2.250.000 jr oud. Tot op de vondst van Lucy in 1974 (zie hierover verder in de tekst) gold het kind van Taung als een directe voorouder van de mens. Later bleek de laag waarin de schedel werd gevonden jonger te zijn dan eerst werd aangenomen (800.000 jr oud). Vele paleontologen rekenden het kind van Taung daarom tot het menselijk geslacht (Homo sapiens erectus). De ontwikkeling van de schedel bleek echter duidelijk volgroeid en toebehorend aan een vierjarige. Geheel in overeenstemming met de ontwikkeling van een chimpansee. 11)
 
Volgens de gangbare wetenschap ''(in het vervolg: '''(vao) =''' volgens algemene opvatting/ zoals de wetenschap er momenteel over denkt)'' zou het menselijk geslacht zich ontwikkeld hebben uit een afsplitsing van een geslacht van australopitheken of australopithecinen. Dit zou hebben plaats gehad ca ruim 3,5 miljoen jaar geleden, toen '''Australopithecus afarensis''' op aarde rond liep. Typische vertegenwoordiger van deze groep individuen is Lucy. Van haar is in Ethiopië (regio Afar, tussen Addis Abeba en Djibouti) een groot deel van het skelet gevonden. Althans, uit een enorme hoeveelheid en verscheidenheid van botfragmenten, afkomstig uit de regio Afar, is men tot een reconstructie gekomen van een skelet. De grote verscheidenheid aan materiaal werd oorzaak van vele meningsverschillen. Het skelet van Lucy is het resultaat van vele compromissen. De handen en de voeten ontbraken. Opvallend dat behalve een romp ook botjes van een complete menselijke hand werden gevonden. 13) Men schatte de lengte van Lucy op max 110 cm en de schedelinhoud op 375 ml; ontdekker de paleo-antropoloog Donald Johanson. De vondsten (aug 1978) van dezelfde ouderdom te Laetoli in Tanzania betreffen voetafdrukken in vulkanisch as, over een lengte van 70 meter. De afdrukken tonen de kenmerken van een normale menselijke voet (een geprononceerde hiel, grote teen in één lijn met de andere tenen, overlangse voetgewelf). Blijkbaar van een volwassen iemand (een Homo sapiens) met een kind. De ouderdom van de voetafdrukken werd geschat op 3.500.000 jaar. Algemeen gaat men er van uit dat de moderne mens (Homo sapiens) pas 300.000 jaar geleden ontstond. Er bleef daarom slechts één conclusie over: de hand en de voetafdrukken waren van een Australopithecus afarensis die in staat was rechtop te lopen, een familielid van Lucy. Daaruit trok men de conclusie dat de Australopithecus afarensis een belangrijke schakel moet zijn geweest naar de ontwikkeling van de mens. 8) Toen de Duitse paleontoloog Hans Reck in 1913 in een zeer oude laag in de Oldoway-kloof het geraamte vond van een modern mens, stond de evolutionistische wereld op zijn kop. Geraamte en laag behoorden tot dezelfde periode. Er was van enige verstoring geen sprake. Hans Reck kon maar tot één conclusie komen: lang voor de verschijning van de neanderdaler-mens leefde Homo sapiens reeds in Afrika. Zo bleef het probleem tot 1931, tot Reck ging samenwerken met L.Louis S.B. Leaky. Er werden nog beenderresten van moderne mensen gevonden. Reck is kort nadien overleden. Leakey verklaarde toen dat alle gevonden resten van moderne mensen in oudere lagen gevonden konden worden vanwege verstoringen, zoals aardbevingen en daarin dus niet thuis hoorden. Evenals bij het probleem 'Lucy en de gevonden voetstappen' is ook hier dus sprake geweest van een conclusie, opgedrongen door een evolutionistische tunnelvisie! 10)
 
Tijdgenoot van Australopithecus afarensis zou Australopithecus prometheus ('Little Foot') kunnen zijn, gevonden 1997 te Sterkfontein in Zuid-Afrika, ontdekker Dr. Ron Clarke.
Regel 81 ⟶ 83:
'''''Homo habilis'''''
 
Het verlangen om dé ideale schakel tussen aap en mens te vinden, leidde er toe dat men theoretisch en fictief een bepaald model voor ogen had omtrent het uiterlijk van deze ultieme missing link. De beroemde evolutionist Haeckel noemde zijn fictieve schakel 'Pithecanthropus alalus' (de 'sprakeloze mens'). De beroemd geworden paleontoloog Louis Leaky (bekend als een impulsief mens, vol verbeeldingskracht, volgens Brian Fagan) hield er eveneens zo'n gedroomde missing link op na. Hij noemde hem 'Homo habilis' (de 'handige mens'). Toen zijn zoon Jonathan Leaky ca 1961 botresten vond van, naar hij meende, een Australopithecus africanus met mogelijk een wat grotere schedelinhoud, noemde zijn vader, Louis Leaky, hem Australopithecus Habilis. Men (Louis Leaky, Philip Tobias en John Napier, Sterkfontein, Zuid Afrika 1964) heeft vervolgens geprobeerd aan de hand van botresten het uiterlijk te construeren van een eerste mensachtige op aarde, zoals zij dachten dat hij er zo uitgezien zou moeten hebben. De reconstructie kreeg (hoe kan het anders!) de naam van '''Homo habilis''' ('de handige mens'). Hij had een schedelinhoud van 500-800 cc en zou de maker zijn van de zo genoemde Oldowanwerktuigen in Oost-Afrika, 1.800.000 jaar geleden, in het begin van het vroegpaleolithicum aldaar. Bernard Ngeneo ontdekte in 1972 bij het Turkanameer (Rudolfmeer) een in honderden stukjes gebroken schedel (vondst no 1470). Alan Walker en Meave Leaky reconstrueerden vervolgens de schedel eveneens tot een Homo habilis-schedel.
 
De reconstructie tot het soort 'Homo habilis' berust echter op te veel aannames, gevoed door de wens om een overgangsvorm te hebben tussen mens en aap. De geestdrift en grote gedrevenheid van met name de familie Leaky, gekoppeld aan de behoefte om de 'ultieme' vondst te hebben gedaan, gaat zeer terecht achterdocht oproepen omtrent de reconstructie tot het soort 'Homo habilis'. 3)
Regel 98 ⟶ 100:
Heel bekend zijn de vele fossiele resten geworden van wat men later de neanderthaler is gaan noemen. Omdat hij nu algemeen gezien wordt als een mens, gelijkwaardig aan de moderne typen en rassen van heden, mag hij de naam krijgen van '''Homo sapiens neanderthalensis.''' De neanderthaler mens heeft zich zelfs met hedendaagse typen vermengd. De toevoeging 'neanderthalensis' wil slechts zeggen dat hij zich ten opzichte van anderen onderscheidde door specifieke fysieke kenmerken.
 
'''''Homo sapiens erectus'''''
 
Er zijn vele vondsten gedaan die van oudere of dezelfde ouderdom zouden kunnen zijn als die van de neanderthaler-mens. De vondsten konden bestaan uit bewoningsresten, gebruiksvoorwerpen of botresten. Lange tijd dacht men dat de neanderthaler een overgangsvorm was van aap naar mens en konden de genoemde oudere vondsten niet van een normaal menselijk wezen zijn. Ze werden dan ook afgebeeld als mensachtige wezens met duidelijke aapachtige trekken. Omdat gevonden gebruiksvoorwerpen niet ontworpen konden zijn door dieren, gelooft men echter inmiddels ook in evolutionistische kring van doen te hebben met normale mensen. Ze worden gerekend tot het geslacht van Homo sapiens erectus.
Voor ons artikel zijn vooral van belang de vele vondsten, waarvan men vermoedt dat ze ouder zijn dan die van de neanderthaler en bovendien van het menselijk geslacht zijn. De wereldbevolking kende, gelet op de vondsten, vóór de verschijning van de neanderthaler reeds een groot verspreidingsgebied (Azië, Afrika en Europa). Nu men tot de conclusie is gekomen dat de Homo erectus-mensen normale Homo sapiens-mensen zijn, heeft het geen zin al hun zeer aapachtige reconstructies serieus te nemen. Ze zijn eerder misleidend te noemen. Ook de Neanderthaler werd aanvankelijk tot voor kort zeer aapachtig afgebeeld. We wachten nu op betere reconstructies van Homo erectus (rechtopgaande mens)!
 
Voor ons artikel zijn dus vooral van belang de vele vondsten, waarvan men vermoedt dat ze ouder zijn dan die van de neanderthaler en bovendien van het menselijk geslacht zijn. De wereldbevolking kende, gelet op de vondsten, vóór de verschijning van de neanderthaler reeds een groot verspreidingsgebied (Azië, Afrika en Europa). Nu men tot de conclusie is gekomen dat de Homo erectus-mensen normale Homo sapiens-mensen zijn, heeft het geen zin al hun zeer aapachtige reconstructies serieus te nemen. Ze zijn eerder misleidend te noemen. Ook de Neanderthaler werd aanvankelijk tot voor kort zeer aapachtig afgebeeld. We wachten nu op betere reconstructies van Homo sapiens erectus (rechtopgaande mens)!
 
Voorbeelden van vondsten van overblijfselen van Homo sapiens erectus, in willekeurige volgorde en van meer of minder belang, zijn: ''(genoemde perioden zijn vao)''
Regel 192 ⟶ 196:
''(Voor meer informatie hierover kunnen we volstaan met een verwijzing naar de volgende artikelen op Christipedia: '''Zondvloed en het paleozoïcum, Zondvloed en het mesozoïcum, Zondvloed en gebergtevorming, Prehistorie/Nabije Oosten en Europa, Chronologie: Noach tot Abraham''' )''
 
Vroeger of later verschenen na het mislukken van de torenbouw nieuwe bevolkingsgroepen in Europa. Waarschijnlijk zijn zij met de oudere bewoners onze europeseEuropese voorvaders geworden.
 
Volgens de Bijbelse tijdlijn bereikten de alpiene gebergten na 250 jaar, dus ca 3400 voor Christus, toen de torenbouw te Babel mislukte, een dusdanige hoogte dat zij het klimaat sterk konden beïnvloeden. In Europa wordt het koud. De koudeperiode zal duren tot de geboorte van Peleg in 2659 voor Christus. Deze laatste koudeperiode zou mogelijk de Würm-ijstijd genoemd kunnen worden.
Regel 221 ⟶ 225:
 
12) B. van den Dikkenberg, recensie in RD 9 sept 2022 van boek Arie Sonneveld, 'Boven tijd en toeval'. (Uitg. Buijten en Schipperheijn Motief)
 
13) Brian Fagan, ''Nieuwe schatten uit het verleden'' (Veenendaal 1988)
 
<br />