Honingzeem
Honingzeem of honigzeem verwijst naar[1] (1) ongepijnde honing, d.i honing die vanzelf, zonder persen uit de raden gevloeid is, of (2) het zoetste, het vetste van de honing
![](https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/e/e5/Pure_Honey.jpg/300px-Pure_Honey.jpg)
Stukken honingraat met honing
De spreukendichter vergelijkt de vleitaal van een vreemde vrouw met honingzeem.
Spr 5:3 Want van honigzeem druipen de lippen der vreemde vrouw, gladder dan olie is haar gehemelte, (NBG51)
Zie ook
Voetnoot
- ↑ Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.