Hooglied/Hoofdstuk 7: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 153:
Voor sommige uitleggers is dit vers en het volgende niet helder geweest, daar men meende of het er voor hield, dat niet de bruid, maar de bruidegom deze woorden sprak. Uit vers 10 blijkt echter duidelijk dat niet de bruidegom maar de bruid dit heeft gesproken.
 
'''Doende de lippen van de slapenden zacht bewegen'''. Sommigen vertalen 'spreken' in plaats van 'zacht bewegen'. De zin van deze woorden kan niet anders zijn dan dat niet alleen in wakende maar ook in slapende toestand de band dervan de gemeenschap tussen de bruid en haar bruidegom niet verbroken wordt, maar dat die band onverbrekelijk is en in een zoete slaap nog genoten wordt.
 
''Mt 26:45  Toen kwam Hij bij zijn discipelen en zei tot hen: Slaapt nu verder en rust. (Telos)''
 
== HoogHoogl. 7:10 ==
Hoo 7:10  Ik ben van mijn liefste, en zijn genegenheid is tot mij. (CP<ref name=":0" />)
'''Ik ben van mijn Liefste.''' Dat had zij eerder uitgesproken:
Regel 165:
''Hoo 6:3  Ik ben mijns Liefsten, en mijn Liefste is mijn, Die onder de leliën weidt. (SV)''
 
De voorgaande hoge liefdebetuigingen van haar vriend maken haar nu sterk en gerust omtrent hun band en haar verzekerd aandeel. Ja het is alsof zij in dankbare roem en blijdschap uitroept: Ik ben van mijn liefste en zijn genegenheid is tot mij.
 
== Hoogl. 7:12 ==
Hoo 7:12  Laat ons vroeg ons opmaken naar de wijnbergen, laat ons zien, of de wijnstok bloeit, de jonge druifjes zich opendoen, de granaatappelbomen uitbotten; daar zal ik U mijn uitnemende liefde geven. (SV)
Hij was eerder tot de notenhof afgegaan om te zien of de wijnstof bloeit, de [[Granaatappel|granaatbomen]] uitbotten.
 
''Hoo 6:11  Ik ben tot den notenhof afgegaan om de groene vruchten der vallei te zien; om te zien, of de wijnstok bloeide, de granaatbomen uitbotten. (SV)''
 
Ook de Heer Jezus heeft vrucht gezocht:
 
''Mt 21:19  En toen Hij een vijgeboom langs de weg zag, ging Hij er naar toe en vond niets daaraan dan alleen bladeren. En Hij zei tot hem: Laat van u in eeuwigheid geen vrucht meer komen! En de vijgeboom verdorde onmiddellijk. (Telos)''
 
Echter komt er een tijd dat Israël wel voor hem vrucht draagt.
 
== Hoog. 7:13 ==
Hoo 7:13  De liefdesappelen geven reuk, en aan onze deuren zijn allerlei edele vruchten, nieuwe en oude; o mijn Liefste! die heb ik voor U weggelegd. (CP<ref name=":0" />)
Zij heeft vrucht voor hem.
 
== Bron ==