Jeruzalem: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Regel 258: Regel 258:


== Geschiedenis ==
== Geschiedenis ==
Over de geschiedenis van Jeruzalem, zie [http://www.christipedia.nl/Artikelen/J/Jeruzalem/Geschiedenis_van_Jeruzalem Geschiedenis van Jeruzalem].
Over de geschiedenis van Jeruzalem, zie [[Geschiedenis van Jeruzalem]].

== Toekomst ==
Jeruzalem staat een zware tijd te wachten. Hiervan gewaagt de profeet Zacharia:<blockquote>''Zac 12:1 De last van het woord des HEEREN over Israël. De HEERE spreekt, Die den hemel uitbreidt, en de aarde grondvest, en des mensen geest in zijn binnenste formeert. Zac 12:2 Ziet, Ik zal Jeruzalem stellen [tot] een drinkschaal der zwijmeling allen volken rondom; ja, ook zal zij zijn over Juda, in de belegering tegen Jeruzalem. Zac 12:3 En het zal te dien dage geschieden, dat Ik Jeruzalem stellen zal tot een lastigen steen allen volken; allen, die zich daarmede beladen, zullen gewisselijk doorsneden worden; en al de volken der aarde zullen zich tegen haar verzamelen.''</blockquote>Johannes de Heer schreef in 1933: "Men behoeft niet eens een helderziend politicus te zijn om te zien dat de belangen der groote mogendheden zich in Palestina kruisen. Spoedig zal dan ook na den terugkeer der Joden de profetie in vervulling gaan (Zach. 12:2-3). Jeruzalem zal dan worden het lastige wereldprobleem, lastiger dan ooit de Balkan-, Elzas-Lotharingen- of Poolsche questie geweest is. Daarheen zullen de volken zlch dan ook richten en zinneloozer nog dan thans zullen de strijders zijn, die tegen Jeruzalem ten strijde trekken (Zach. 12:4)." (''Het Joodsche vraagstuk'', blz. 33)

De stad zal worden '''ingenomen'''. Vrouwen zullen worden aangerand en verkracht. De helft van de inwoners zal '''gevankelijk worden weggevoerd'''.<blockquote>''Zac 14:1 Ziet, de dag komt den HEERE, dat uw roof zal uitgedeeld worden in het midden van u, [o] [Jeruzalem]! Zac 14:2 Want Ik zal alle heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen; en de stad zal ingenomen, en de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen geschonden worden; en de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis; maar het overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden.'' (SV)</blockquote>Dan zal '''God ingrijpen'''. Hij zal strijden tegen de heidenen die Jeruzalem hebben ingenomen. Zijn voeten zullen staan op Olijfberg, vanwaar de opgestande Heiland de aarde verliet.<blockquote>''Zac 14:3 En de HEERE zal uittrekken, en Hij zal strijden tegen die heidenen, gelijk ten dage als Hij gestreden heeft, ten dage des strijds. Zac 14:4 En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het oosten; en de Olijfberg zal in tweeën gespleten worden naar het oosten, en naar het westen, [zodat] er een zeer grote vallei zal zijn; en de ene helft des bergs zal wijken naar het noorden, en de helft deszelven naar het zuiden. Zac 14:5 Dan zult gijlieden vlieden [door] de vallei Mijner bergen (want deze vallei der bergen zal reiken tot Azal), en gij zult vlieden, gelijk als gij vloodt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, den koning van Juda; dan zal de HEERE, mijn God, komen, [en] al de heiligen met U, [o HEERE]! Zac 14:6 En het zal te dien dage geschieden, dat er niet zal zijn het kostelijk licht, en de dikke duisternis. Zac 14:7 Maar het zal een enige dag zijn, die den HEERE bekend zal zijn; het zal noch dag, noch nacht zijn; en het zal geschieden, ten tijde des avonds, dat het licht zal wezen.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Zac 12:4 Te dien dage, spreekt de HEERE, zal Ik alle paarden met schuwigheid slaan, en hun ruiters met zinneloosheid; maar over het huis van Juda zal Ik Mijn ogen openen, en alle paarden der volken zal Ik met blindheid slaan. Zac 12:5 Dan zullen de leidslieden van Juda in hun hart zeggen: De inwoners van Jeruzalem zullen mij een sterkte zijn in den HEERE der heirscharen, hun God. Zac 12:6 Te dien dage zal Ik de leidslieden van Juda stellen als een vurige haard onder het hout, en als een vurige fakkel onder de schoven; en zij zullen ter rechter [zijde] en ter linkerzijde alle volken rondom verteren; en Jeruzalem zal nog blijven in haar plaats te Jeruzalem. Zac 12:7 En de HEERE zal de tenten van Juda ten voorste behouden, opdat de heerlijkheid van het huis Davids, en de heerlijkheid der inwoners van Jeruzalem, zich niet verheffe tegen Juda. Zac 12:8 Te dien dage zal de HEERE de inwoners van Jeruzalem beschutten; en die, die onder hen struikelen zou, zal te dien dage zijn als David; en het huis Davids zal zijn als goden; als de Engel des HEEREN voor hun aangezicht. Zac 12:9 En het zal te dien dage geschieden, dat Ik zal zoeken te verdelgen alle heidenen, die tegen Jeruzalem aankomen. Zac 12:10 Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als [met] de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene. Zac 12:11 Te dien dage zal te Jeruzalem de rouwklage groot zijn, gelijk die rouwklage van Hadadrimmon, in het dal van Megiddon. Zac 12:12 En het land zal rouwklagen, elk geslacht bijzonder; het geslacht van het huis Davids bijzonder, en hunlieder vrouwen bijzonder; en het geslacht van het huis van Nathan bijzonder, en hun vrouwen bijzonder; Zac 12:13 Het geslacht van het huis van Levi bijzonder, en hun vrouwen bijzonder; het geslacht van Simei bijzonder, en hun vrouwen bijzonder; Zac 12:14 Al de overige geslachten, elk geslacht bijzonder, en hunlieder vrouwen bijzonder. Zac 13:1 Te dien dage zal er een Fontein geopend zijn voor het huis Davids, en voor de inwoners van Jeruzalem, tegen de zonde en tegen de onreinigheid.'' (SV)</blockquote>God zal het vlees van Israëls vijanden, inclusief hun ogen en tong, doen wegteren. Ook zal Hij de vijanden verwarren, zodat ze tegen elkaar zullen vechten.<blockquote>''Zac 14:12 En dit zal de plaag zijn waarmee de HEERE al de volken zal treffen die tegen Jeruzalem hebben gestreden: Hij zal ieders vlees, terwijl hij [nog] op zijn voeten staat, doen wegteren; de ogen van allen zullen wegteren in hun kassen en de tong van allen zal wegteren in hun mond. Zac 14:13 Op die dag zal het geschieden dat er een grote, door de HEERE [bewerkte,] verwarring onder hen zal ontstaan, zodat zij elkaars hand zullen vastgrijpen en tegen elkaar de hand zullen opheffen.'' (HSV)</blockquote>Hoewel God Zelf strijdt, '''strijdt ook Juda''' in Jeruzalem.<blockquote>''Zac 14:3 Dan zal de HEERE uittrekken en tegen die heidenvolken strijden, zoals de dag dat Hij streed, op de dag van de strijd. (...) Zac 14:14 Ook zal Juda in Jeruzalem strijden, zodat het vermogen van alle heidenvolken rondom verzameld wordt: goud, zilver en kleding in zeer grote hoeveelheden. (HSV)''</blockquote>De verslagen vijanden worden beroofd van hun bezittingen (Zach 14:14).

De vernietiging der vijanden zal een zo volledige zijn, dat de plaag van de wegtering (Zach. 14:12) ook zal treffen de paarden en de muildieren, welke de vijandige volken tot rijdieren dienden, en de kamelen en de ezels, welke hun tot wegvoeren van goederen en van buit dienden, ja, alle beesten in die legers.<blockquote>''Zac 14:15 En zo zal de plaag die de paarden, de muildieren, de kamelen, de ezels en al de dieren die zich in die legerkampen bevinden, [zal treffen,] dezelfde zijn als die plaag.'' (HSV)</blockquote>Na het toekomstige gericht in het dal van Josaphat zal Jeruzalem een stad van Israël zijn en een heiligheid. Vreemde heersers zullen niet meer door haar doorgaan.<blockquote>''Joe 3:17 En gijlieden zult weten, dat Ik de HEERE, uw God ben, wonende op Sion, den berg Mijner heiligheid; en Jeruzalem zal een heiligheid zijn, en vreemden zullen niet meer door haar doorgaan. (SV)''</blockquote>Jerzalem zal zeker, '''veilig''' wonen. De inwoners zullen niet meer als ballingen worden weggevoerd.<blockquote>''Zac 14:11 En zij zullen daarin wonen, en er zal geen verbanning meer zijn; want Jeruzalem zal zeker wonen.(SV)''</blockquote>Na de verlossing van Jeruzalem zal God de stad bouwen:<blockquote>''Ps 147:1 Halleluja! Het is immers goed om voor onze God psalmen te zingen, want dat is lieflijk. [Hem] past een lofzang! Ps 147:2 De HEERE bouwt Jeruzalem [weer] op, Hij verzamelt Israëls verdrevenen. Ps 147:3 Hij geneest de gebrokenen van hart, Hij verbindt hen in hun leed. (...) Ps 147:12 Jeruzalem, roem de HEERE, Sion, loof uw God. Ps 147:13 Want Hij maakt de grendels van uw poorten sterk, Hij zegent uw kinderen in uw midden. Ps 147:14 Hij doet [in] uw gebied vrede heersen, Hij verzadigt u met het beste van de tarwe.'' (HSV)</blockquote>In een visioen van de profeet Zacharia deelt een engel mee: "Jeruzalem zal niet ommuurd blijven, vanwege de veelheid aan mensen en dieren in haar midden." (Zach. 2:4)<blockquote>''Zac 2:1 [Opnieuw] sloeg ik mijn ogen op en zag, en zie, er was een Man met een meetsnoer in Zijn hand. Zac 2:2 Toen zei ik: Waar gaat U heen? Hij zei tegen mij: [Ik ga] Jeruzalem opmeten om te zien hoe groot zijn breedte en hoe groot zijn lengte zal zijn. Zac 2:3 En zie, de Engel Die met mij sprak, trad naar voren en een andere engel trad Hem tegemoet. Zac 2:4 En Hij zei tegen hem: Loop snel, spreek tot die jongeman en zeg: Jeruzalem zal niet ommuurd blijven, vanwege de veelheid aan mensen en dieren in haar midden. Zac 2:5 En Ík zal voor haar zijn, spreekt de HEERE, een muur van vuur rondom, en Ik zal in haar midden tot heerlijkheid zijn.'' (HSV)</blockquote>In Jeruzalem zal de '''tempel''' worden herbouwd. Deze zal heerlijker zijn dan de tweede tempel, die de teruggekeerde Joodse ballingen bouwden onder leiding van de vorst Zerubbabel en de hogepriester Jozua, en eveneens prachtiger dan "het eerste" (Hag. 2:9), dat Salomo bouwde.<blockquote>''Hag 2:6 (2-7) Want alzo zegt de HEERE der heirscharen: Nog eens, een weinig [tijds] zal het zijn; en Ik zal de hemelen, en de aarde, en de zee, en het droge doen beven. Hag 2:7 (2-8) Ja, Ik zal al de heidenen doen beven, en zij zullen komen [tot] den Wens aller heidenen, en Ik zal, dit huis met heerlijkheid vervullen, zegt de HEERE der heirscharen. Hag 2:8 (2-9) Mijn is het zilver, en Mijn is het goud, spreekt de HEERE der heirscharen. Hag 2:9 (2-10) De heerlijkheid van dit laatste huis zal groter worden, dan van het eerste, zegt de HEERE der heirscharen; en in deze plaats zal Ik vrede geven, spreekt de HEERE der heirscharen.'' (SV)</blockquote>In '''Jeruzalem''', waar het nieuwe Godshuis zal verrijzen, zal Jhwh naar de betekenis van de stadsnaam (eindelijk) vrede geven.<blockquote>''Hag 2:9 (2-10) De heerlijkheid van dit laatste huis zal groter worden, dan van het eerste, zegt de HEERE der heirscharen; en in deze plaats zal Ik vrede geven, spreekt de HEERE der heirscharen.'' (SV)</blockquote>De heerlijke toekomst van Jeruzalem wordt verder beschreven onder meer in de volgende passage:<blockquote>''Jes 62:1 Om Sions wil zal ik niet zwijgen, en om Jeruzalems wil zal ik niet stil zijn; totdat haar gerechtigheid voortkome als een glans, en haar heil als een fakkel, die brandt. Jes 62:2 En de heidenen zullen uw gerechtigheid zien, en alle koningen uw heerlijkheid; en gij zult met een nieuwen naam genoemd worden, welken des HEEREN mond uitdrukkelijk noemen zal. Jes 62:3 En gij zult een sierlijke kroon zijn in de hand des HEEREN, en een koninklijke hoed in de hand uws Gods. Jes 62:4 Tot u zal niet meer gezegd worden: De verlatene, en tot uw land zal niet meer gezegd worden: Het verwoeste; maar gij zult genoemd worden: Mijn lust is aan haar! en uw land: Het getrouwde; want de HEERE heeft een lust aan u, en uw land zal getrouwd worden. Jes 62:5 Want [gelijk] een jongeling een jonkvrouw trouwt, [alzo] zullen uw kinderen u trouwen; en [gelijk] de bruidegom vrolijk is over de bruid, [alzo] zal uw God over u vrolijk zijn. Jes 62:6 O Jeruzalem! Ik heb wachters op uw muren besteld, die geduriglijk al den dag en al den nacht niet zullen zwijgen. O gij, die des HEEREN doet gedenken, laat geen stilzwijgen bij ulieden wezen! Jes 62:7 En zwijgt niet stil voor Hem, totdat Hij bevestige, en totdat Hij Jeruzalem stelle [tot] een lof op aarde. Jes 62:8 De HEERE heeft gezworen bij Zijn rechterhand, en bij den arm Zijner sterkte: indien Ik uw koren meer zal geven [tot] spijs voor uw vijanden, en indien de vreemden zullen drinken van uw most, waaraan gij gearbeid hebt! Jes 62:9 Maar die het inzamelen zullen, die zullen het eten, en zij zullen den HEERE prijzen; en die hem vergaderen zullen, zullen hem drinken in de voorhoven Mijns heiligdoms. Jes 62:10 Gaat door, gaat door, door de poorten, bereidt den weg des volks; verhoogt, verhoogt een baan, ruimt de stenen weg, steekt een banier omhoog tot de volken! Jes 62:11 Ziet, de HEERE heeft doen horen, tot aan het einde der aarde: zegt der dochter van Sion: Zie, uw Heil komt; zie, Zijn loon is met Hem, en Zijn arbeidsloon is voor Zijn aangezicht. Jes 62:12 En zij zullen hen noemen het heilige volk, de verlosten des HEEREN; en gij zult genoemd worden de gezochte, de stad, die niet verlaten is.''</blockquote>In de volgende video wordt Jes. 62:1 (zie boven) in het Hebreeuws gezongen : [https://www.youtube.com/watch?v=mPG17lR2YFE video] (5 minuten, op Youtube).    
{| class="wikitable"
|''Transcriptie'' (Jes. 62:1)
|''Vertaling'' (Jes 62:1)
|-
|L'ma'an Tzion lo echeshe
ul'ma'an Yerushalayim lo eshkot
'ad yeitsei kanoga tsidka
vishuata k'lapid yiv'ar
|Om Sions wil zal ik niet zwijgen,
en om Jeruzalems wil zal ik niet stil zijn;
totdat haar gerechtigheid voortkome als een glans,
en haar heil als een fakkel, die brandt.
|}
De stad ligt binnen ''''het heilig hefoffer'''<nowiki/>', een stuk grond van 25.000 x 25.000 el = ca. 12 x 12 km. Het zuidelijkste van de drie delen van dit vierkant is de strook voor de stad en zijn voorsteden (Eze 48:15). De stad behoort aan het hele huis van Israël, geen enkele stam zal ze in zijn gebied hebben, Eze. 45:6. De stad zal in het midden van de strook stadsland zijn, Eze. 48:15. De stadstrook is niet heilig, maar gewoon land, Eze. 48:15. Ook de stad zelf heeft de oppervlakte van een vierkant: 4500 x 4500 el, Eze. 48:16, 30v. De omtrek is dus 'rondom, achttien duizend' (Eze. 48:35) el. De ruimte voor de voorsteden aan elke 4500el-zijde van de stad is 250 el, ca. 125 meter, Eze. 48:17.

De profeet Ezechiël beschrijft de '''poorten''' en de nieuwe naam van de heilige stad.<blockquote>''Eze 48:30  Dit zijn de uitgangen van de stad: aan de noordzijde is de maat vijfenveertighonderd [el]. Eze 48:31  De poorten van de stad zullen overeenkomstig de namen zijn van de stammen van Israël: drie poorten naar het noorden: één de Rubenpoort, één de Judapoort [en] één de Levipoort. Eze 48:32 En aan de oostzijde is [de maat] vijfenveertighonderd [el], met drie poorten: namelijk één de Jozefpoort, één de Benjaminpoort [en] één de Danpoort. Eze 48:33 De zuidzijde: de maat is vijfenveertighonderd [el], met drie poorten: één de Simeonpoort, één de Issascharpoort [en] één de Zebulonpoort. Eze 48:34 De westzijde: vijfenveertighonderd [el] [met] drie bijbehorende poorten: één de Gadpoort, één de Aserpoort [en] één de Naftalipoort. Eze 48:35 Achttienduizend [el] rondom. En de naam van de stad zal vanaf [die] dag zijn: DE HEERE IS DAAR. (SV)''</blockquote>De naam van Jeruzalem zal zijn "'''De HEERE is daar'''" (Ez. 48:35). God Zelf is in haar midden.<blockquote>''Eze 48:35 ... En de naam van de stad zal vanaf [die] dag zijn: DE HEERE IS DAAR.''</blockquote><blockquote>''Joe 3:20 Maar Juda zal blijven in eeuwigheid, en Jeruzalem van geslacht tot geslacht. Joe 3:21 ... en de HEERE zal wonen op Sion.''</blockquote><blockquote>''Zac 2:10 Juich en verblijd u, gij dochter Sions; want zie, Ik kom, en Ik zal in het midden van u wonen, spreekt de HEERE. ''Zac 2:11 En vele heidenen zullen te dien dage den HEERE toegevoegd worden, en zij zullen Mij tot een volk wezen; en Ik zal in het midden van u wonen; ...'' Zac 2:12 Dan zal de HEERE Juda erven voor Zijn deel, in het heilige land, en Hij zal Jeruzalem nog verkiezen. (SV)''</blockquote>Na de terugkeer van de Heer Jezus op aarde, zal Jeruzalem praktisch zijn '''de stad van de Grote Koning.''' God heeft Zijn Zoon tot koning gezalfd over Sion.<blockquote>''Ps 2:6 Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, den berg Mijner heiligheid.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Ps 48:1 Een lied, een psalm, voor de kinderen van Korach. (48–2) De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad onzes Gods, [op] den berg Zijner heiligheid. Ps 48:2 (48–3) Schoon van gelegenheid, een vreugde der ganse aarde is de berg Sion, [aan] de zijden van het noorden; de stad des groten Konings. Ps 48:3 (48–4) God is in haar paleizen; Hij is er bekend voor een Hoog Vertrek. ''Ps 48:4 (48–5) Want ziet, de koningen waren vergaderd; zij waren te zamen doorgetogen. ''Ps 48:5 (48–6) [Gelijk] zij het zagen, alzo waren zij verwonderd; zij werden verschrikt, zij haastten weg. ''Ps 48:6 (48–7) Beving greep hen aldaar aan, smart als van een barende [vrouw]. ''Ps 48:7 (48–8) Met een oostenwind verbreekt Gij de schepen van Tharsis. ''Ps 48:8 (48–9) Gelijk wij gehoord hadden, alzo hebben wij gezien in de stad des HEEREN der heirscharen, in de stad onzes Gods; God zal haar bevestigen tot in eeuwigheid. Sela. ''Ps 48:9 (48–10) O God! wij gedenken Uwer weldadigheid, in het midden Uws tempels. ''Ps 48:10 (48–11) Gelijk Uw Naam is, o God! alzo is Uw roem tot aan de einden der aarde; Uw rechterhand is vol van gerechtigheid. ''Ps 48:11 (48–12) Laat de berg Sion blijde zijn; laat de dochteren van Juda zich verheugen, om Uwer oordelen wil. ''Ps 48:12 (48–13) Gaat rondom Sion, en omringt haar; telt haar torens; ''Ps 48:13 (48–14) Zet uw hart op haar vesting; beschouwt onderscheidenlijk haar paleizen, opdat gij het aan het navolgende geslacht vertelt. ''Ps 48:14 (48–15) Want deze God is onze God eeuwiglijk en altoos; Hij zal ons geleiden tot den dood toe.''''''''''''''''''''''''</blockquote><blockquote>''Mt 5:34 Maar Ik zeg u helemaal niet te zweren, niet bij de hemel, want hij is de troon van God; ''Mt 5:35 niet bij de aarde, want zij is de voetbank voor zijn voeten; niet bij Jeruzalem, want zij is de stad van de grote Koning; (TELOS)''''</blockquote>Vanuit Jeruzalem zal de wereld worden geregeerd. Jeruzalem zal de stad zijn van '''mondiale wetgeving:'''<blockquote>''Jes 2:2 En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvelen, en tot denzelven zullen alle heidenen toevloeien. Jes 2:3 En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, tot het huis van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij wandelen in Zijn paden; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem. (SV)''</blockquote>Van jaar tot jaar zullen '''de volken naar Jeruzalem''' trekken om zich neer te buigen voor de Grote Koning, onze God, en om het [http://www.christipedia.nl/Artikelen/L/Loofhuttenfeest Loofhuttenfeest] te vieren. Een volk dat niet meedoet, zal met een plaag van droogte (geen regen) gestraft worden.<blockquote>''Zac 14:16  Het zal geschieden dat al de overgeblevenen van alle heidenvolken die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, van jaar tot jaar zullen opgaan om zich neer te buigen voor de Koning, de HEERE van de legermachten, en om het Loofhuttenfeest te vieren. Zac 14:17 Het zal geschieden dat er geen regen zal vallen op hem die uit de geslachten van de aarde niet zal opgaan naar Jeruzalem om zich voor de Koning, de HEERE van de legermachten, neer te buigen. Zac 14:18 Als het geslacht van de Egyptenaren, waarop geen [regen] is [gevallen], niet zal opgaan en komen, dan zal de plaag komen waarmee de HEERE de heidenvolken zal treffen die niet zullen optrekken om het Loofhuttenfeest te vieren. Zac 14:19 Dit zal de straf zijn voor de zonde van Egypte en de straf voor de zonde van alle heidenvolken die niet zullen opgaan om het Loofhuttenfeest te vieren.'' (HSV)</blockquote>Wanneer de duizend jaren van Christus' vrederijk voleindigd zijn, zal Jeruzalem, 'de geliefde stad', worden '''omsingeld''' tijdens de laatste, door de satan geinspireerde oorlog:<blockquote>''Opb 20:9 En zij kwamen op over de breedte van de aarde en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad; en er daalde vuur neer van God uit de hemel en verteerde hen.''</blockquote>De Nederlander Bart Repco weet zich geroepen om de boodschap van heil voor Jeruzalem en de Joden dagelijks te verkondigen op de muren van de oude stad van Jeruzalem: [http://neverbesilent.org/nl/neverbesilent/visie/visie.html NeverBeSilent.org]

== Nieuwe Jeruzalem ==
Naast de aardse stad Jeruzalem is er een hemels Jeruzalem.<blockquote>''Ga 4:26 maar het Jeruzalem dat boven is, is vrij, en dat is onze moeder.''</blockquote><blockquote>''Heb 12:22 maar u bent genaderd tot de berg Sion; en tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem; en tot tienduizenden van engelen,''</blockquote>Deze stad wordt genoemd het ''nieuwe Jeruzalem.'' Ze wordt beschreven in het laatste bijbelboek. Het nieuwe Jeruzalem wordt gevormd door de gemeente van Jezus Christus. Ze zal in heerlijkheid openbaar worden, gelijk een bruid die versierd is voor haar man.<blockquote>''Opb 21:2 En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen van God, gereed als een bruid die voor haar man versierd is.''</blockquote><blockquote>''Opb 21:10 En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, die uit de hemel neerdaalde van God''</blockquote>De hemelse stad heeft twaalf fundamenten. Op de fundamenten staan de twaalf namen van de apostelen van de Heer Jezus. Merk op dat de fundamenten niet gevormd worden door de twaalf stammen of aarstvaders van Israël. De stad is de nieuwtestamentische gemeente van Christus.<blockquote>''Opb 21:14 En de muur van de stad had twaalf fundamenten en daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam.''</blockquote>De stad heeft de vorm van een '''kubus''': haar lengte, hoogte en breedte zijn gelijk.<blockquote>''Opb 21:15 En hij die met mij sprak, had een gouden meetrietstok, opdat hij de stad en haar poorten en haar muur zou meten. Opb 21:16 En de stad ligt in het vierkant, en haar lengte is even groot als haar breedte. En hij mat de stad met de rietstok: twaalfduizend stadien; haar lengte, breedte en hoogte zijn gelijk. Opb 21:17 En hij mat haar muur: honderdvierenveertig el, een maat van een mens, dat is van een engel.''</blockquote>Het heilige der heiligen in de tempel van Salomo had ook de vorm van een kubus.

De stad heeft een enorme '''grootte'''. Elke zijde van de kubus is 12.000 stadien lang is. 1 Romeinse stadie = 185,25 meter. 12.000 stadiën x 185,25 meter = 2223 kilometer.

Het nieuwe Jeruzalem zal '''schitteren''' als één kolossaal blok diamant (jaspissteen). Ze is doorschijnend (transparant).

We lezen nergens in de Bijbel dat het nieuwe Jeruzalem op aarde zal neerkomen. Het schijnt dat ze, evenals de wolk van Gods heerlijkheid (shechina), tussen hemel en aarde in zal zijn en een teken zal zijn van Gods tegenwoordigheid. Het is alsof zij hangt boven Hem, de Heer Jezus, die zal zitten op de troon van zijn vader David. Volgens sommige uitleggers is deze 'wolk van getuigen' (Hebr. 12:1), dit teken van Gods heerlijkheid, het zogenoemde 'teken van de Zoon des Mensen' (Matth. 24) dat aan de hemel zal verschijnen bij Zijn verschijning.<blockquote>''Mt 24:30 En dan zal het teken van de Zoon des mensen verschijnen in de hemel; en dan zullen alle stammen van het land weeklagen en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken van de hemel met kracht en grote heerlijkheid.''</blockquote>De woonplaats van de gemeente van Christus in de hemel zal "als een hemels paradijs, van andere plaatsen afgezonderd zijn en blijven." (Kanttekenaren bij Opb 21:16).

''Bekend lied: 'Lichtstad met uw paarlen poorten', lied 52 uit Glorieklokken. Bron:Youtube.''


== Voetnoten ==
== Voetnoten ==