k
→2
k (→27) |
k (→2) |
||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 10:
== 2 ==
'''Vele woningen.''' De Heer spreekt tot hen als een bruidegom tot zijn bruid op de dag van de verloving (→ [[Oud-Israëlitische verloving en bruiloft]]). Het verschil is dat hij spreekt van de bestemming van zijn individuele vrienden, vandaar het meervoud 'woningen'.
De woningen in het zijn wellicht voorafgeschaduwd door de priestervertrekken bij het vroegere huis van Jahweh in Jeruzalem. Wij zijn immers koningen en priesters!
'''Ik ga heen.''' Naar de Vader, zie vs. 12, 28.
Regel 18 ⟶ 20:
== 3 ==
'''Opdat ook u zult zijn waar Ik ben.''' Hierom zal de Heer in Joh. 17 de Vader bidden.
''Joh 17:24 Vader, wat U Mij hebt gegeven Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, opdat zij mijn heerlijkheid aanschouwen die U Mij hebt gegeven, omdat U Mij hebt liefgehad voor de grondlegging van de wereld.'' (Telos)
Fasen: heengaan → plaats bereiden → terugkomen → tot Zich nemen → brengen waar Hij is. De Heer daalt neer uit de hemel, neemt de gemeente op, brengt haar daar waar Hij woont. Vgl. de ontvangst van Rebecca door Izak, die in het veld was en haar bij zijn vader bracht, en in de tent van zijn overleden moeder.
|