Jozef (zoon van Jakob): verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Regel 60: Regel 60:
'''Verzameling van Israël.''' Na de verzoening van Jozef met zijn broers volgt de komst en verzameling van alle afstammelingen van Jakob; ze worden geplaatst in een vruchtbaar deel van het land, gelijk het volk Israël zal worden verzameld naar het aangename land in het duizendjarige [[vrederijk]].
'''Verzameling van Israël.''' Na de verzoening van Jozef met zijn broers volgt de komst en verzameling van alle afstammelingen van Jakob; ze worden geplaatst in een vruchtbaar deel van het land, gelijk het volk Israël zal worden verzameld naar het aangename land in het duizendjarige [[vrederijk]].


'''Alle landen kwamen.''' Mensen uit alle landen kwamen tot Jozef.<blockquote>''Ge 41:57  En alle landen kwamen in Egypte tot Jozef, om te kopen; want de honger was sterk in alle landen. (SV)''</blockquote>Zo zullen eens alle landen tot Jezus komen.
'''Alle landen kwamen.''' Mensen uit alle landen kwamen tot Jozef.


<blockquote>''Ge 41:57  En alle landen kwamen in Egypte tot Jozef, om te kopen; want de honger was sterk in alle landen. (SV)''</blockquote>
'''Alle knie buigt voor hem.''' Zoals voor Jozef na zijn verhoging rondrijdend in een wagen alle knie zich moest buigen (Gen. 41:43), zo zal voor Christus eens alle knie zich buigen.<blockquote>''Ge 41:42 En Farao nam zijn ring van zijn hand af, en deed hem aan Jozefs hand, en liet hem fijne linnen klederen aantrekken, en legde hem een gouden keten aan zijn hals;'' ''Ge 41:43 En hij deed hem rijden op den tweeden wagen, dien hij had; en zij riepen voor zijn aangezicht: Knielt! Alzo stelde hij hem over gans Egypteland. Ge 41:44 En Farao zeide tot Jozef: Ik ben Farao! doch zonder u zal niemand zijn hand of zijn voet opheffen in gans Egypteland.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Flp 2:9 Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam geschonken die boven alle naam is,'' ''Flp 2:10 opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn,'' ''Flp 2:11 en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God de Vader.'' (Telos)</blockquote>'''Zegen van Jakob.''' In de profetische zegen van Jacob aangaande zijn zonen had Jozef een prominente plaats (Gen 49: 22-26). De zegenende woorden voor Jozef luidden:<blockquote>''Ge 49:22 Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over den muur.'' ''Ge 49:23 De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan, en beschoten, en hem gehaat;'' ''Ge 49:24 Maar zijn boog is in stijvigheid gebleven, en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van den Machtige Jakobs; daarvan is hij een herder, een steen Israëls;'' ''Ge 49:25 Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder!'' ''Ge 49:26 De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des afgezonderden zijner broederen!'' (SV)</blockquote>Jozef zou zeer vruchtbaar zijn, met takken gaande over de muur: de zegen van Israël door Christus zou zich over de scheidsmuur uitstrekken tot de heidenen.

Zo zullen eens alle landen tot Jezus komen.

'''Alle knie buigt voor hem.''' Zoals voor Jozef na zijn verhoging rondrijdend in een wagen alle knie zich moest buigen (Gen. 41:43), zo zal voor Christus eens alle knie zich buigen.

<blockquote>''Ge 41:42 En Farao nam zijn ring van zijn hand af, en deed hem aan Jozefs hand, en liet hem fijne linnen klederen aantrekken, en legde hem een gouden keten aan zijn hals;'' ''Ge 41:43 En hij deed hem rijden op den tweeden wagen, dien hij had; en zij riepen voor zijn aangezicht: Knielt! Alzo stelde hij hem over gans Egypteland. Ge 41:44 En Farao zeide tot Jozef: Ik ben Farao! doch zonder u zal niemand zijn hand of zijn voet opheffen in gans Egypteland.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Flp 2:9 Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam geschonken die boven alle naam is,'' ''Flp 2:10 opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn,'' ''Flp 2:11 en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God de Vader.'' (Telos)</blockquote>'''Zegen van Jakob.''' In de profetische zegen van Jacob aangaande zijn zonen had Jozef een prominente plaats (Gen 49: 22-26). De zegenende woorden voor Jozef luidden:<blockquote>''Ge 49:22 Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over den muur.'' ''Ge 49:23 De schutters hebben hem wel bitterheid aangedaan, en beschoten, en hem gehaat;'' ''Ge 49:24 Maar zijn boog is in stijvigheid gebleven, en de armen zijner handen zijn gesterkt geworden, door de handen van den Machtige Jakobs; daarvan is hij een herder, een steen Israëls;'' ''Ge 49:25 Van uws vaders God, Die u zal helpen, en van den Almachtige, Die u zal zegenen, met zegeningen des hemels van boven, met zegeningen des afgronds, die daaronder ligt, met zegeningen der borsten en der baarmoeder!'' ''Ge 49:26 De zegeningen uws vaders gaan te boven de zegeningen mijner voorvaderen, tot aan het einde van de eeuwige heuvelen; die zullen zijn op het hoofd van Jozef, en op den hoofdschedel des afgezonderden zijner broederen!'' (SV)</blockquote>

Jozef zou zeer vruchtbaar zijn, met takken gaande over de muur: de zegen van Israël door Christus zou zich over de scheidsmuur uitstrekken tot de heidenen.


Jozef werd zwaar bedroefd, gehaat en beschoten, net als de Heer, maar zijn boog bleef stevig, en uit hem werd een herder en een steen van Israël (‘herder’ en ‘steen’ zijn ook aanduidingen van de Heer Jezus).
Jozef werd zwaar bedroefd, gehaat en beschoten, net als de Heer, maar zijn boog bleef stevig, en uit hem werd een herder en een steen van Israël (‘herder’ en ‘steen’ zijn ook aanduidingen van de Heer Jezus).