Kolossenzen 1: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 3:
== Col. 1:1 ==
Col 1:1  Paulus, apostel van Christus Jezus door de wil van God, en Timotheus, de broeder, (Telos)
'''Paulus.''' Hij noemt zichzelf ook in vers 23, als 'dienaar van het evangelie'.
 
'''Apostel van Christus Jezus door de wil van God.''' Met dergelijke woorden, die zijn roeping en zending onderstrepen, begint Paulus vaker een brief.
 
Regel 135 ⟶ 137:
== Col. 1:20 ==
Col 1:20  en door Hem alle dingen tot Zichzelf te verzoenen, na vrede gemaakt te hebben door het bloed van zijn kruis, door Hem, hetzij de dingen op de aarde, hetzij de dingen in de hemelen. (Telos)
'''Alle dingen tot Zichzelf te verzoenen.''' Waaronder de Kolossenzen, vers 22. Dat verzoenen het overwinnen van ''vijandschap'' is, blijkt uit het vorige vers.
 
'''Na vrede gemaakt te hebben door het bloed van zijn kruis.''' Op het kruis wappert als het ware een vredesvlag. Van de zijde van God is alles gedaan om vrede met de vijandige (vers 21) en van Hem vervreemde mens te hebben. Het bloed van het kruis verzoent de zonden, bedekt ze.
 
== Col. 1:22 ==
Col 1:22  heeft Hij echter nu verzoend in het lichaam van zijn vlees door de dood,  om u heilig, onberispelijk en onstraffelijk voor Zich te stellen; (Telos)
'''In het lichaam van zijn vlees.''' Christus heeft geen schijnlichaam aangenomen, maar is werkelijk vlees geworden; Hij heeft een menselijk lichaam van vlees en bloed aangenomen, waarin Hij ook heeft geleden en dood is gestorven.
 
'''Door de dood.''' Zijn dood is dus een ''zoendood'', strekt de gelovigen tot hun verzoening met God.
 
'''Heilig, onberispelijk en onstraffelijk.''' Dat is volmaakt.
 
''Col 1:28  Hem verkondigen wij, terwijl wij iedere mens terechtwijzen en iedere mens leren in alle wijsheid, om iedere mens volmaakt te stellen in Christus. (Telos)''
 
== Col. 1:25 ==
Col 1:25 waarvan ik een dienaar geworden ben overeenkomstig het rentmeesterschap van God dat mij gegeven is voor u, om het woord van God te voleindigen: (Telos)
'''Dienaar.''' Van de gemeente (vers 24) en van het evangelie (vers 23).
 
'''Het rentmeesterschap van God.''' Het bewaren en uitdelen van Gods schat en rijke goederen: de heilsboodschap en de kennisschat van de heerlijkheid van God (2 Cor. 4:6-7), ja, Christus zelf (vers 27).
 
''2Co 4:6  Want de God die gezegd heeft: ‘Uit duisternis zal licht schijnen’, Die heeft geschenen in onze harten tot de lichtglans van de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus. 2Co 4:7  Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, opdat de uitnemendheid van de kracht van God is, en niet uit ons: (Telos)''
 
''Col 1:27  ... de rijkdom is van de heerlijkheid van deze verborgenheid onder de volken, welke is Christus in u, de hoop van de heerlijkheid. (Telos)''
 
'''Voor u.''' Om u daarmee te dienen
 
'''Om het woord van God te voleindigen.''' Het openbaren van de eertijds verborgen raad van God (vers 26).
 
== Col. 1:27 ==
Col 1:27  Aan hen heeft God willen bekend maken welke de rijkdom is van de heerlijkheid van deze verborgenheid onder de volken, welke is Christus in u, de hoop van de heerlijkheid. (Telos)
'''Christus in u.''' Hij woont in ons door de Heilige Geest.
 
''Ro 8:10  Maar als Christus in u is, dan is het lichaam wel dood vanwege de zonde, maar de Geest is leven vanwege de gerechtigheid. (Telos)''
 
''2Co 13:3  U zoekt immers een bewijs dat Christus in mij spreekt (die jegens u niet zwak is, maar sterk is onder u; (Telos)''
 
''2Co 13:5  onderzoekt dan uzelf of u in het geloof bent; beproeft uzelf. Of erkent u van uzelf niet, dat Jezus Christus in u is? Zo niet, dan bent u verwerpelijk. (Telos)''
 
''1Pe 3:15  maar heiligt Christus als Heer in uw harten, altijd bereid tot verantwoording aan ieder die u rekenschap vraagt van de hoop die in u is, maar met zachtmoedigheid en vrees,'' (Telos)
 
'''De hoop van de heerlijkheid.''' Hij is deze hoop, omdat
 
1. wij verheerlijkt zullen worden als Hij, wij aan Zijn heerlijkheid deel zullen krijgen.
 
''1Jo 3:2  Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Wij weten dat als Hij geopenbaard zal zijn, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. (Telos)''
 
2. Hij door Zijn opstanding ons hoop op eeuwig leven heeft gegeven. Hij is de ''eersteling'' uit de doden. Hij heeft de dood overwonnen.
 
== Col. 1:28 ==
Col 1:28  Hem verkondigen wij, terwijl wij iedere mens terechtwijzen en iedere mens leren in alle wijsheid, om iedere mens volmaakt te stellen in Christus. (Telos)
'''Om iedere mens volmaakt te stellen in Christus''', dat is heilig, onberispelijk en onstraffelijk (vers 21).
 
''Col 1:21  En u, die er vroeger vreemd aan was en vijandig gezind was door uw boze werken, heeft Hij echter nu verzoend Col 1:22  in het lichaam van zijn vlees door de dood, om u heilig, onberispelijk en onstraffelijk voor Zich te stellen; (Telos)''
 
== Col. 1:29 ==
Col 1:29  Hiervoor arbeid ik ook onder strijd naar zijn werking, die in mij werkt met kracht. (Telos)
'''Onder strijd.''' Een strijd die hem lijden, verdrukking (vers 24) en gevangenschap bracht.
 
'''Naar zijn werking, die in mij werkt met kracht.''' Uit zichzelf kon hij de evangelie-arbeid niet verrichten. Christus was in Paulus (vergelijk vers 27) en werkt in hem.