Leviticus 25: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Leviticus commentaar}} == 5 == <onlyinclude><sup>5</sup> Wat van zelf van uw oogst zal gewassen zijn, zult gij niet inoogsten, en de druiven uwer afzondering zult gij niet afsnijden; het zal een jaar der ruste voor het land zijn. </onlyinclude>(SV) Zie ook vs. 11. == 6 == <onlyinclude><sup>6</sup> En de [inkomst] [van] de sabbat van het land zal voor u tot voedsel zijn, voor u, en voor uw knecht en voor uw dienstmaagd en voor uw dagloner en voor uw...'
 
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Leviticus commentaar}}
 
== Samenvatting ==
Sabbats- en jubeljaar; landgoed, slavernij en lossing. 1-7 Elk zevende jaar moeten akker en wijngaard rusten. In het sabbatsjaar mag niet worden geoogst, maar wat opkomt mag wel door een slaaf, een slavin, een dagloner, een bijwoner of vreemdeling worden genomen en gegeten. 8-12 Elk vijftigste moet een jaar van vrijlating en herstel zijn. Dit jubeljaar wordt onder bazuingeschal uitgeroepen op Verzoendag. In dat jaar moet het land rusten en moet ieder die de bezitting van zijn voorvaders verloren heeft haar terugkrijgen. Men mag wel van de akker eten wat hij uit zichzelf opbrengt. 13-17 Wie de bezitting vóór het jubeljaar kan terugkopen, moet steeds in de gelegenheid gesteld worden dit tegen billijke vergoeding te doeng, rekenend naar de tijd die overblijft tot het jubeljaar. 18-22 Men zij niet bekommerd, hoe men in een sabbatsjaar zijn levensonderhoud vinden zal; God zal zorgen. 23-28 Geen akker worde voorgoed verkocht, want het land behoort God toekomst; een verkocht land moet voor geld gelost worden en keert anders in het jubeljaar tot zijn vroegere bezitter terug. 29-34 Dit is niet toepasselijk op een woonhuis in een ommuurde stad, wel op dat in een dorp dat niet ommuurd is; daarentegen zijn de woningen in de Levietensteden, evenals de daarbij behorende akkers, niet voor altijd vervreemdbaar. 35-55 Een verarmde broeder moet men steunen; men mag geen rente of winst van hem nemen; wordt hij aan u verkocht, dan mag u hem niet als slaaf behandelen en moet u hem in het jubeljaar vrijlaten. Niet-Israëlieten mag u als slaven houden en aan de uwen nalaten, maar geen Israëlieten. Daarentegen moet ieder zijn verwanten lossen, zovelen bij landgenoten van vreemde afkomst in slavernij geraakt zijn. Kunnen zij zichzelf lossen, dan moet hun dat tegen billijke vergoeding geoorloofd zijn; in het jubeljaar worden zij in elk geval vrij; want de Israëlieten zijn de dienstknechten van God.
 
== 5 ==
Regel 32 ⟶ 35:
<onlyinclude><sup>17</sup> Dat dan niemand zijn naaste verdrukke; maar vreest voor uw God; want Ik ben de HEERE, uw God! </onlyinclude>(SV)
'''Verdrukke.''' Zie vs. 14.
 
== 27 ==
<onlyinclude><sup>27</sup> Dan zal hij de jaren zijner verkoping rekenen, en het overschot zal hij den man, wien hij het verkocht had, weder uitkeren; en hij zal weder tot zijn bezitting komen. </onlyinclude>(SV)
'''Het overschot.''' Het aantal resterende jaren tot het jubeljaar, de opbrengst van het land in die restperiode, moet de hoogte van het terugkoopbedrag bepalen.
 
== 29 ==
<onlyinclude><sup>29</sup> Insgelijks, wanneer iemand een woonhuis [in] een bemuurde stad zal verkocht hebben, zo zal zijn lossing zijn, totdat het jaar zijner verkoping volkomen zal zijn; in een vol jaar zal zijn lossing wezen. </onlyinclude>(SV)
Het recht van terugkoop geldt gedurende één jaar na de verkoop van het huis. Zie ook volgende vers. Vgl. Petrus Canisiusvertaling:<blockquote>''Le 25:29  Wanneer iemand een woonhuis in een ommuurde stad verkoopt, houdt hij het recht van terugkoop, tot er een jaar na de verkoop is verstreken; een jaar duurt dus het recht van terugkoop.'' (Canis)</blockquote>
 
== Bron ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Lev. 25:6. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt.
 
''Leidsche Vertaling (1914)''. Tekst van de samenvatting van Lev. 24 is onder wijziging verwerkt op 7 april 2023.
 
== Voetnoten ==