Machpela: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
'''Machpela''' is de plaats in Kanaän, het latere land van Israël, waar een spelonk was waarin Sara, Abraham, Isaäk, Rebekka, Jakob en Lea begraven zijn (Gen. 49: 31). Rachel is er niet begraven.  
 
Machpéla lag tegenover (Gen. 23:17), ten oosten van [[Mamré]].
 
Toen Sara in Hebron stierf, kocht Abraham van de Hethiet Efron de spelonk van Machpela met de bijbehorende grond.<blockquote>''Ge 23:19 Daarna begroef Abraham zijn vrouw Sara in de grot op de akker van Machpela, tegenover Mamre - het [tegenwoordige] Hebron - in het land Kanaän.'' (HSV)</blockquote>Abraham werd door zijn zonen Izak en Ismaël ten grave gelegd in de spelonk van Machpela. <blockquote>''Ge 25:9  En Izak en Ismaël, zijn zonen, begroeven hem, in de spelonk van Machpela, in den akker van Efron, den zoon van Zohar, den Hethiet, welke tegenover Mamre is; Ge 25:10  [In] den akker, dien Abraham van de zonen Heths gekocht had, daar is Abraham begraven, en Sara, zijn huisvrouw.'' (SV)</blockquote>JacobJakob liet in Egypte zijn zoon Jozef op plechtige wijze zweren dat deze zijn vader in het graf van Isaäk en Abraham zou laten begraven.<blockquote>''Ge 47:29 Toen de dagen voor Israël naderbij kwamen dat hij zou sterven, riep hij zijn zoon Jozef en zei tegen hem: Als ik toch genade in jouw ogen gevonden heb, leg [dan] toch je hand onder mijn heup [en zweer] dat je mij goedertierenheid en trouw zult bewijzen. Begraaf mij toch niet in Egypte, Ge 47:30 maar laat mij bij mijn vaderen liggen. Daarom moet je mij uit Egypte vervoeren en mij in hun graf begraven. Hij zei: Ík zal overeenkomstig uw woorden handelen. Ge 47:31 Hij zei: Zweer [het] mij. En hij zwoer [het] hem. Toen boog Israël zich neer aan het hoofd[einde] van het bed.'' (HSV)</blockquote>Toen Jakob aan het einde van zijn aardse leven was, gebood hij zijn zonen om hem te begraven in de erfbegraafplaats. <blockquote>''Ge 49:29  Daarna gebood hij hun en zei: Ik word met mijn volk verenigd. Begraaf mij [dan] bij mijn vaderen in de grot die op de akker van Efron, de Hethiet, ligt;  Ge 49:30  in de grot die op de akker van Machpela ligt, dat tegenover Mamre ligt, in het land Kanaän, [en] die Abraham [samen] met die akker gekocht heeft van Efron, de Hethiet, als eigen graf. Ge 49:31  Daar hebben ze Abraham begraven en Sara, zijn vrouw; daar hebben ze Izak begraven en Rebekka, zijn vrouw; en daar heb ik Lea begraven.  Ge 49:32  De akker en de grot die daarop ligt, zijn gekocht van de Hethieten. Ge 49:29  Daarna gebood hij hun en zei: Ik word met mijn volk verenigd. Begraaf mij [dan] bij mijn vaderen in de grot die op de akker van Efron, de Hethiet, ligt;  Ge 49:30  in de grot die op de akker van Machpela ligt, dat tegenover Mamre ligt, in het land Kanaän, [en] die Abraham [samen] met die akker gekocht heeft van Efron, de Hethiet, als eigen graf. Ge 49:31  Daar hebben ze Abraham begraven en Sara, zijn vrouw; daar hebben ze Izak begraven en Rebekka, zijn vrouw; en daar heb ik Lea begraven. Ge 49:32  De akker en de grot die daarop ligt, zijn gekocht van de Hethieten.'' (HSV)</blockquote>Later liet Herodes rondom de grafspelonk een heiligdom bouwen. Dit gebouw, dat in de stad Hebron ligt, kan nog steeds bezichtigd worden.
[[Bestand:Niet-israelietische volken (Wolters).jpg|geen|miniatuur|1372x1372px|''Ligging van Hebron, waar Hethieten woonden en waar Machpela was.'' ]]
[[Bestand:Hebron 1890-1900.jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|''Hebron, ca. 1890-1900, met rechts van het midden het gebouw (met de twee torens)'']]