Mattheüs 14: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 46: Regel 46:
<onlyinclude><sup>22</sup> En terstond dwong Hij zijn discipelen aan boord van het schip te gaan en voor Hem uit te varen naar de overkant, totdat Hij de menigten zou hebben weggestuurd. </onlyinclude>(Telos)
<onlyinclude><sup>22</sup> En terstond dwong Hij zijn discipelen aan boord van het schip te gaan en voor Hem uit te varen naar de overkant, totdat Hij de menigten zou hebben weggestuurd. </onlyinclude>(Telos)
'''De menigten.''' Die samen "een grote menigte" (14) vormden.
'''De menigten.''' Die samen "een grote menigte" (14) vormden.

== 24 ==
<onlyinclude><sup>24</sup> Het schip echter was al vele stadiën van het land verwijderd, geteisterd door de golven, want de wind was tegen. </onlyinclude>(Telos)
Wind én golven brachten het schip in nood.

== 25 ==
<onlyinclude><sup>25</sup> In de vierde nachtwaak nu kwam Hij tot hen, terwijl Hij op de zee liep. </onlyinclude>(Telos)
'''In de vierde nachtwaak.''' D.i. tussen 3 en 6 uur in de nacht. De nacht is dan ver gevorderd. <blockquote>''Ro 13:11  En dit te meer omdat wij de tijd kennen, dat het uur voor u al daar is om uit de slaap te ontwaken; want de behoudenis is ons nu nader dan toen wij tot geloof kwamen. Ro 13:12  De nacht is ver gevorderd en de dag is nabij. Laten wij dan de werken van de duisternis afleggen en de wapens van het licht aandoen.'' (Telos)</blockquote>'''Terwijl Hij op de zee liep.''' Hij beheerst de wateren, Hij staat boven ze. De hemel regeert.


== 30 ==
== 30 ==
Mt 14:30  Toen hij echter de sterke wind zag, werd hij bang, en hij begon te zinken en riep de woorden: Heer, behoud mij! Mt 14:31 En terstond strekte Jezus zijn hand uit, greep hem en zei tot hem: Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld? (Telos)
Mt 14:30  Toen hij echter de sterke wind zag, werd hij bang, en hij begon te zinken en riep de woorden: Heer, behoud mij! Mt 14:31 En terstond strekte Jezus zijn hand uit, greep hem en zei tot hem: Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld? (Telos)
'''Terstond strekt Jezus zijn hand uit, greep hem.'''<blockquote>''Jes 41:13  Want Ik, de HEERE, uw God, grijp uw rechterhand aan, Die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u. (SV)''</blockquote>
'''Terstond strekt Jezus zijn hand uit, greep hem.'''<blockquote>''Jes 41:13  Want Ik, de HEERE, uw God, grijp uw rechterhand aan, Die tot u zeg: Vrees niet, Ik help u. (SV)''</blockquote>

== 32 ==
<onlyinclude><sup>32</sup> En toen zij in het schip waren geklommen, ging de wind liggen. </onlyinclude>(Telos)
Jezus' binnenkomst brengt opluchting en rust.

== Beschouwing (22-34) ==
''Typologisch'' kan de gebeurtenis worden geduid met het oog op de [[eindtijd]]. De menigten zijn weggestuurd (de gemeente van Christus is opgenomen in de hemel). De avond is gevallen en het wordt nacht (zware tijden). De Heer is op de berg (in de hemel) en bidt voor de heiligen, waarschijnlijk de [[144.000 Israëlieten|144.000]] verzegelden, in de eindtijdse verdrukking.<blockquote>''Ro 8:34  Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechter [hand] Gods is, Die ook voor ons bidt.'' (Telos)</blockquote>Het schip (de leerlingen) wordt geteisterd door de golven (volkerenmassa's), doordat de wind (geestelijke invloed van boze machten; satan is de overste van de macht der lucht, Ef. 2:2) tegen is en de golven opzweept tegen het schip.

Wanneer de nacht ver gevorderd is, in de vierde nachtwaak (de geestelijke en zedelijke duisternis in de wereld is groot), komt de Heer Jezus het gelovig overblijfsel te hulp.

De leerlingen menen aanvankelijk een spook te zien. In de eindtijd zullen zich vele demonische wonderen en tekenen voordoen. Misschien dat het overblijfsel beducht is voor de tegenmachten en uit vrees, terwijl zij evengoed God vertrouwen, Gods handelen (soms) misduiden. Maar mogelijk is de typologische duiding van de spook-interpretatie te ver gezocht. Immers, een gebeurtenis hoeft niet in alle bijzonderheden een zinnebeeldige betekenis te voeren.

Petrus liep op Jezus' bevel over het water van de zee. Misschien zal ook het gelovig overblijfsel wonderlijke stappen zetten.

Petrus zag de wind, werd bang en begon te zinken. Misschien zal ook bij het gelovig overblijfsel de vrees soms sterker zijn dan het geloofsvertrouwen. Maar de Heer schiet te hulp.

Als de Heer eenmaal aan bord is (teruggekomen bij de gelovigen op aarde), worden de geestelijke machten gebonden (de satan voor 1000 jaren, Opb. 20:7), bedaart de volkerenmassa en breekt het [[Vrederijk]] aan.

"Werkelijk, U bent Gods zoon" (33). Voor de gelovigen is nu het overduidelijk geworden, dat Jezus Gods Zoon is, de Messias van Israël.


== Voetnoten ==
== Voetnoten ==