Mattheüs 21: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 2: Regel 2:


== Samenvatting ==
== Samenvatting ==
1-11 Jezus' intocht in Jeruzalem. 12-13 Jezus reinigt de voorhof van de tempel. 14-17 In de voorhof geneest Jezus blinden en kreupelen. 18-22 Jezus vervloekt een vijgenboom die geen vrucht heeft; wonder van verdorring. Over gelovig gebed. 23-27 Vraag over het gezag van Jezus. 28-32 Gelijkenis van de twee zonen: de wil van God doen. 33-46 Gelijkenis van de onrechtvaardige wijngaardpachters.
1-11 Jezus' intocht in Jeruzalem. 12-13 Jezus reinigt de voorhof van de tempel. 14-17 In de voorhof geneest Jezus blinden en kreupelen. 18-22 Jezus vervloekt een vijgenboom die geen vrucht heeft; wonder van verdorring. Over gelovig gebed. 23-27 Vraag over het gezag van Jezus. 28-32 Gelijkenis van de twee zonen: de wil van God doen. 33-46 Gelijkenissen van de onrechtvaardige wijngaardpachters en de verworpen bouwsteen.


== Intocht in Jeruzalem (1-11) ==
== Intocht in Jeruzalem (1-11) ==
Regel 56: Regel 56:
'''Persbak.''' Of "wijnbak" (Jes. 5:2). Het is de bak waarin de wijn onder de pers invloeit en verzameld wordt. De WV95-vertaling heeft ‘perskuil’. In de rotsgrond hakte men een gat waarin men het sap van de druiven uitperste<ref name=":0">Aantekening bij de WV95-vertaling.</ref>, vgl. Jes. 5:2.
'''Persbak.''' Of "wijnbak" (Jes. 5:2). Het is de bak waarin de wijn onder de pers invloeit en verzameld wordt. De WV95-vertaling heeft ‘perskuil’. In de rotsgrond hakte men een gat waarin men het sap van de druiven uitperste<ref name=":0">Aantekening bij de WV95-vertaling.</ref>, vgl. Jes. 5:2.


'''Toren.''' De toren diende om de gehele wijngaard te overzien en die te bewaken<ref name=":1">Kanttekening bij de Statenvertaling</ref>. Zie foto 131 gemaakt op 18 apr 2009. Onder de toren was een koele opslagplaats (zie foto), waar de vruchten bewaard werden tot ze naar de markt werden gebracht.
'''Toren.''' De toren diende om de gehele wijngaard te overzien en die te bewaken<ref name=":1">Kanttekening bij de Statenvertaling.</ref>. Zie foto 131 gemaakt op 18 apr 2009. Onder de toren was een koele opslagplaats (zie foto), waar de vruchten bewaard werden tot ze naar de markt werden gebracht.


'''Verhuurde.''' "Verhuurde", in het Grieks: "gaf die uit"<ref name=":1" />. De gebruikelijke vorm van grootgrondbezit in de 1e eeuw was dat de eigenaar het land verpachtte tegen een groot deel van de opbrengst<ref name=":0" />.
'''Verhuurde.''' "Verhuurde", in het Grieks: "gaf die uit"<ref name=":1" />. De gebruikelijke vorm van grootgrondbezit in de 1e eeuw was dat de eigenaar het land verpachtte tegen een groot deel van de opbrengst<ref name=":0" />.
Regel 136: Regel 136:
De Heer Jezus haalt verzen uit Psalm 118 aan:<blockquote>''Ps 118:21 Ik zal U loven, omdat Gij mij verhoord hebt, en mij tot heil geweest zijt. Ps 118:22 De steen, [dien] de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden. Ps 118:23 Dit is van den HEERE geschied, [en] het is wonderlijk in onze ogen. Ps 118:24 Dit is de dag, [dien] de HEERE gemaakt heeft; laat ons op denzelven ons verheugen, en verblijd zijn. Ps 118:25 Och HEERE! geef nu heil; och HEERE! geef nu voorspoed. Ps 118:26 Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN. Ps 118:27 De HEERE is God, Die ons licht gegeven heeft. Bindt het feest [offer] met touwen tot aan de hoornen van het altaar. Ps 118:28 Gij zijt mijn God, daarom zal ik U loven; o mijn God! ik zal U verhogen. Ps 118:29 Loof den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.'' (SV) </blockquote>Enkele verzen uit de psalm waren tijdens de intocht uitgeroepen; zie 21:8-11. Men haalde toen aan:<blockquote>''Ps 118:25 Och HEERE! geef nu heil; och HEERE! geef nu voorspoed. Ps 118:26 Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN.'' (SV) </blockquote>De psalm was onderdeel van de grote lofzang die gezongen werd aan het eind van de paasmaaltijd en het Loofhuttenfeest. De Joden pasten deze psalm toe op de Messias.<ref>B. W. Johnson, ''The People's New Testament'' (1891), commentaar bij Matt. 21:9. </ref>
De Heer Jezus haalt verzen uit Psalm 118 aan:<blockquote>''Ps 118:21 Ik zal U loven, omdat Gij mij verhoord hebt, en mij tot heil geweest zijt. Ps 118:22 De steen, [dien] de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden. Ps 118:23 Dit is van den HEERE geschied, [en] het is wonderlijk in onze ogen. Ps 118:24 Dit is de dag, [dien] de HEERE gemaakt heeft; laat ons op denzelven ons verheugen, en verblijd zijn. Ps 118:25 Och HEERE! geef nu heil; och HEERE! geef nu voorspoed. Ps 118:26 Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN. Ps 118:27 De HEERE is God, Die ons licht gegeven heeft. Bindt het feest [offer] met touwen tot aan de hoornen van het altaar. Ps 118:28 Gij zijt mijn God, daarom zal ik U loven; o mijn God! ik zal U verhogen. Ps 118:29 Loof den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.'' (SV) </blockquote>Enkele verzen uit de psalm waren tijdens de intocht uitgeroepen; zie 21:8-11. Men haalde toen aan:<blockquote>''Ps 118:25 Och HEERE! geef nu heil; och HEERE! geef nu voorspoed. Ps 118:26 Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN.'' (SV) </blockquote>De psalm was onderdeel van de grote lofzang die gezongen werd aan het eind van de paasmaaltijd en het Loofhuttenfeest. De Joden pasten deze psalm toe op de Messias.<ref>B. W. Johnson, ''The People's New Testament'' (1891), commentaar bij Matt. 21:9. </ref>


De apostel Petrus pastte de verzen tweemaal toe op Christus:
De apostel Petrus pastte de verzen tweemaal toe op Christus:<blockquote>''Hnd 4:11 Deze is de steen die door u, de bouwlieden, is veracht, die tot een hoeksteen is geworden.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''1Pe 2:6  Want er staat in de Schrift: ‘Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren, kostbare hoeksteen, en wie in Hem gelooft, zal geenszins beschaamd worden’.'' ''1Pe 2:7 Voor u dan die gelooft, is dit kostbare; maar voor de ongelovigen: ‘De steen die de bouwlieden hebben verworpen, deze is tot een hoeksteen geworden’, en’ een steen des aanstoots en een rots der ergernis’.'' (Telos)</blockquote>'''Bouwlieden.''' De overpriesters, oudsten, schriftgeleerden, farizeeën (23, 45).

<blockquote>''Hnd 4:11 Deze is de steen die door u, de bouwlieden, is veracht, die tot een hoeksteen is geworden.'' (Telos)</blockquote>

<blockquote>''1Pe 2:6  Want er staat in de Schrift: ‘Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren, kostbare hoeksteen, en wie in Hem gelooft, zal geenszins beschaamd worden’.'' ''1Pe 2:7 Voor u dan die gelooft, is dit kostbare; maar voor de ongelovigen: ‘De steen die de bouwlieden hebben verworpen, deze is tot een hoeksteen geworden’, en’ een steen des aanstoots en een rots der ergernis’.'' (Telos)</blockquote>

'''Bouwlieden.''' De overpriesters, oudsten, schriftgeleerden, farizeeën (23, 45).


'''Verworpen.''' Eigenlijk 'afgekeurd'<ref>Kanttekening bij de Statenvertaling. </ref>. Door de bouwlieden waardeloos, ongeschikt geacht. In de vorige gelijkenis werd de zoon verworpen. Merk op de tegenstelling "een beproefde steen" in Jes. 28:16. <blockquote>''Jes 28:16  Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik leg een grondsteen in Sion, een beproefde steen, een kostelijke hoeksteen, die wel vast gegrondvest is; wie gelooft, die zal niet haasten.'' (CP<ref name=":2" />)</blockquote>'''Hoeksteen.''' Lett. 'hoofd des hoeks". De voornaamste steen van het gebouw, die twee muren verbindt; zie [[Hoeksteen]]. “Dat is, de uiterste hoeksteen, op welke twee muren vast staan en aan elkander gehecht worden…” (Kanttekening bij de Statenvertaling)
'''Verworpen.''' Eigenlijk 'afgekeurd'<ref>Kanttekening bij de Statenvertaling. </ref>. Door de bouwlieden waardeloos, ongeschikt geacht. In de vorige gelijkenis werd de zoon verworpen. Merk op de tegenstelling "een beproefde steen" in Jes. 28:16. <blockquote>''Jes 28:16  Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik leg een grondsteen in Sion, een beproefde steen, een kostelijke hoeksteen, die wel vast gegrondvest is; wie gelooft, die zal niet haasten.'' (CP<ref name=":2" />)</blockquote>'''Hoeksteen.''' Lett. 'hoofd des hoeks". De voornaamste steen van het gebouw, die twee muren verbindt; zie [[Hoeksteen]]. “Dat is, de uiterste hoeksteen, op welke twee muren vast staan en aan elkander gehecht worden…” (Kanttekening bij de Statenvertaling)
Regel 146: Regel 152:
'''Het koninkrijk van God ... de vruchten ervan.''' In de vorige verzen is het rijk voorgesteld als een wijngaard. Enkele verzen later, in 22:2, gebruikt de Heer het synoniem 'koninkrijk der hemelen'.
'''Het koninkrijk van God ... de vruchten ervan.''' In de vorige verzen is het rijk voorgesteld als een wijngaard. Enkele verzen later, in 22:2, gebruikt de Heer het synoniem 'koninkrijk der hemelen'.


'''Een volk.''' Vergelijk:<blockquote>''1Pe 2:9 U echter bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige natie, <u>een volk</u> tot een eigendom, opdat u de deugden verkondigt van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht,'' (Telos)</blockquote>
== Voetnoten ==

== 44 ==
<onlyinclude><<sup>44</sup> En wie op deze steen valt, zal verbrijzeld worden; en op wie hij valt, zal hij verpletteren.></onlyinclude>(Telos)
'''<>.''' In de oudste en belangrijkste handschriften ontbreekt dit vers. Waarschijnlijk is het hier ingevoegd uit Luc 20:18<ref>Dr. ir. J. de Graaf e.a. (red.), ''Tekst voor Tekst; de Heilige Schrift kort verklaard en toegelicht'' (Boekencentrum, 1987). </ref>.<blockquote>''Lu 20:18  Ieder die op die steen valt, zal verbrijzeld worden; en op wie hij valt, die zal hij verpletteren.'' (Telos)</blockquote>Hoe een vijand de steen (= Christus) ook treft of erdoor getroffen wordt, hij valt in stukken. Het veel beter ''in'' Hem te geloven, dan ''op'' Hem te vallen. <blockquote>''1Pe 2:6 Want er staat in de Schrift: ‘Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren, kostbare hoeksteen, en wie in Hem gelooft, zal geenszins beschaamd worden’. (...) 1Pe 2:8 Daar zij ongehoorzaam zijn, stoten zij zich aan het woord, waartoe zij ook bestemd zijn. 1Pe 2:9 U echter bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige natie, een volk tot een eigendom, opdat u de deugden verkondigt van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht,'' (Telos)</blockquote>'''Verpletteren.''' Eig. ''wannen''<ref name=":1" /><ref>D. Harting, ''Grieks Woordenboek op het Nieuwe Testament'' (1861-1863). Opgenomen als ''Grieks-Nederlands handwoordenboek op het Nieuwe Testament'' in Online Bible (uitgeverij Importantia).    </ref>''.'' Het Griekse werkwoord is ''likmao.'' Het komt van ''likmos'', het equivalent van ''liknon'' (= wan, zeef). Het werkwoord betekent: 1) wannen, van kaf zuiveren; 2) verspreiden; 3) verbrijzelen, tot poeder vermalen.

Het is een vermorzelen, in stukjes slaan, verbrijzelen en wel "... zo klein verbrijzelen, dat men het zou kunnen wannen of ziften"<ref name=":1" />.

Vergelijk:<blockquote>''Ps 2:9 Gij zult hen verpletteren met een ijzeren scepter; Gij zult hen in stukken slaan als een pottenbakkersvat. (SV)''</blockquote>Verpletterd wordt iemand door de last van zijn oordeel of straf<ref name=":1" />.

== 45 ==
<onlyinclude><sup>45</sup> En toen de overpriesters en de farizeeen zijn gelijkenissen hoorden, begrepen zij dat Hij van hen sprak. </onlyinclude>(Telos)
'''Zijn gelijkenissen.''' Het betreft de twee gelijkenissen die hij zojuist heeft gesproken. Ze hadden allicht ook begrepen dat zij, in hun antwoord op zijn vraag in de tweede gelijkenis, zichzelf veroordeeld hadden.

== 46 ==
<onlyinclude><sup>46</sup> En terwijl zij Hem trachtten te grijpen, waren zij bang voor de menigten, daar die Hem voor een profeet hielden. </onlyinclude>(Telos)
'''Grijpen.''' Om hem in hun macht te krijgen.

'''Bang voor de menigten.''' Menigten vulden Jeruzalem vanwege het paasfeest. Tenminste duizenden Galileeërs onder de bezoekers beschouwden Jezus als een profeet. Uiteindelijk zullen de overpriesters een donkere en voor hen meer veilige plek vinden om Hem te grijpen.

'''Daar die Hem voor een profeet hielden.''' Het volk, dat volgens hen "de wet niet kent", heeft het bij het rechte eind.

==Voetnoten==
<references />
<references />