Mens: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 3:
== Zijn schepping ==
'''Wanneer.''' God schiep de mens op de zesde en laatste dag''' '''van de scheppingsweek. [[Bestand:Man en Mannin - Fuyinchina.jpg|miniatuur|364x364px|''Artistieke verbeelding van Man en Mannin'']]
'''Als man en vrouw'''. Van de mens schiep God een mannelijke en een vrouwelijke variant. De Heer [[Jezus Christus]] bevestigt dat God de mens, [[man]] en [[vrouw]], geschapen heeft. Hij spreekt van God als 'Hij die hen geschapen heeft': <blockquote>''Mt 19:4 Hij antwoordde echter en zei: Hebt u niet gelezen dat Hij die hen heeft geschapen, hen van het begin af als man en vrouw heeft gemaakt.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Mr 10:6 van het begin van de schepping echter heeft Hij hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt.(TELOS)''</blockquote>'''Waaruit.''' God schiep de eerste mens, [[Adam (eerste mens)|Adam]], een man, uit de [[aarde]], uit het stof der aarde. Zijn geest echter was door God ingeblazen. Deze verbinding van stof en geest maakte hem tot een levende ziel. <blockquote>''Ge 2:7 En de HEERE God had den mens geformeerd <u>uit het stof der aarde</u>, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.'' (SV)</blockquote><blockquote>''Ge 3:19 In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot <u>de aarde</u> wederkeert, dewijl gij <u>daaruit genomen</u> zijt; want <u>gij [zijt] stof, en gij zult tot stof wederkeren</u>.'' ''(SV)''</blockquote
Elk mens is een schepping van God. Hij heeft het oor geplant, het oog geformeerd, de mond gemaakt. Vermogens als zien en horen komen van Hem. <blockquote>''Spr 20:12 Een horend oor, en een ziend oog heeft de HEERE gemaakt, ja, die beide. (SV)''</blockquote><blockquote>''Ps 94:9 Zou Hij, Die het oor plant, niet horen? zou Hij, Die het oog formeert, niet aanschouwen?''</blockquote>Het schenken of inhouden van menselijke vermogens als spreken, zien en horen, het is in Gods hand. <blockquote>''Ex 4:11 En de HEERE zeide tot hem: Wie heeft den mens den mond gemaakt, of wie heeft den stomme, of dove, of ziende, of blinde gemaakt? Ben Ik het niet, de HEERE? (SV)''</blockquote>
|