Molech: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 2: Regel 2:


'''Naam.''' 'Moloch' was een bij de Kanaänieten verbreide godentitel<ref>Aldus ''Groot Nieuws voor u; geillustreerde uitgave van het Nieuwe Testament in de omgangstaal'' (Haarlem, Boxtel: 1985, 6e druk, 2e oplage), Verklarende woordenlijst s.v. Moloch.</ref>. Hij wordt ook Milkom genoemd (Jer. 49:1, 3; 1 Kon. 11:5).
'''Naam.''' 'Moloch' was een bij de Kanaänieten verbreide godentitel<ref>Aldus ''Groot Nieuws voor u; geillustreerde uitgave van het Nieuwe Testament in de omgangstaal'' (Haarlem, Boxtel: 1985, 6e druk, 2e oplage), Verklarende woordenlijst s.v. Moloch.</ref>. Hij wordt ook Milkom genoemd (Jer. 49:1, 3; 1 Kon. 11:5).

[[Bestand:Foster Bible Pictures 0074-1 Offering to Molech.jpg|miniatuur|489x489px|Kind aan Molech geofferd]]
[[Bestand:Foster Bible Pictures 0074-1 Offering to Molech.jpg|miniatuur|489x489px|Kind aan Molech geofferd]]

Bij het brengen van de '''kinderoffers '''liet men de kinderen door het vuur gaan, ze werden met vuur verbrand. 
Bij het brengen van de '''kinderoffers '''liet men de kinderen door het vuur gaan, ze werden met vuur verbrand. 


Dergelijke offers aan de Molech waren Israël '''verboden''':<blockquote>''Le 18:21 U mag niemand uit uw nageslacht overgeven om aan de Molech geofferd te worden. De Naam van uw God mag u niet ontheiligen. Ik ben de HEERE. (''HSV)</blockquote>

Dit vers in de Statenvertaling:<blockquote>''Le 18:21  En van uw zaad zult gij niet geven, om voor den Molech door het [vuur] te doen gaan; en den Naam uws Gods zult gij niet ontheiligen; Ik ben de HEERE!'' (SV)</blockquote>


[[Bestand:Molech babylon.jpg|miniatuur|489x489px|Babylonische voorstelling van een kindoffer]]


Dergelijke offers aan de Molech waren Israël '''verboden''':<blockquote>''Le 18:21 U mag niemand uit uw nageslacht overgeven om aan de Molech geofferd te worden. De Naam van uw God mag u niet ontheiligen. Ik ben de HEERE. (''HSV)</blockquote>Dit vers in de Statenvertaling:<blockquote>''Le 18:21  En van uw zaad zult gij niet geven, om voor den Molech door het [vuur] te doen gaan; en den Naam uws Gods zult gij niet ontheiligen; Ik ben de HEERE!'' (SV)</blockquote>
[[Bestand:Molech babylon.jpg|miniatuur|242x242px|Babylonische voorstelling van een kindoffer]]
Bij Israël moest de dader''' ter dood''' worden gebracht. <blockquote>''Le 20:1 De HEERE sprak tot Mozes:'' ''Le 20:2 U moet vervolgens tegen de Israëlieten zeggen: Iedereen uit de Israëlieten en uit de vreemdelingen die in Israël verblijven, die [iemand] uit zijn nageslacht aan de Molech overgegeven heeft, moet zeker gedood worden: de bevolking van het land moet hem met stenen stenigen.'' ''Le 20:3 En Ikzelf zal Mijn aangezicht tegen die man keren en hem uit het midden van zijn volk uitroeien. Hij heeft immers [iemand] uit zijn nageslacht aan de Molech overgegeven, waardoor Mijn heiligdom verontreinigd en Mijn heilige Naam ontheiligd is.  Le 20:4 Maar als de bevolking van het land daadwerkelijk haar ogen sluit ten aanzien van die man, wanneer hij [iemand] uit zijn nageslacht aan de Molech heeft overgegeven, [en] hem niet ter dood brengt,'' ''Le 20:5 dan zal Ikzelf Mijn aangezicht tegen die man en tegen zijn familie keren en Ik zal hem en ieder die [samen] met hem hoererij bedrijft door als in hoererij achter de Molech aan te gaan, uit het midden van hun volk uitroeien.'' (HSV)</blockquote>Deze gruwel gebeurde in Israël bij''' [[Tofet]] '''in het dal [[Hinnom]] bij [[Jeruzalem]].<blockquote>''Jer 32:35 Zij bouwden de hoogten van de Baäl, die in het dal Ben-Hinnom zijn, om hun zonen en hun dochters voor de Molech door [het vuur] te laten gaan, wat Ik hun niet geboden had. En in Mijn hart was het niet opgekomen dat zij deze gruweldaad zouden doen, zodat ze Juda zouden doen zondigen.'' ''Jer 32:36 Welnu, daarom, zo zegt de HEERE, de God van Israël, van deze stad, waar u van zegt: Zij is door het zwaard, door de honger en door de pest in de hand van de koning van Babel gegeven:'' (HSV)</blockquote>
Bij Israël moest de dader''' ter dood''' worden gebracht. <blockquote>''Le 20:1 De HEERE sprak tot Mozes:'' ''Le 20:2 U moet vervolgens tegen de Israëlieten zeggen: Iedereen uit de Israëlieten en uit de vreemdelingen die in Israël verblijven, die [iemand] uit zijn nageslacht aan de Molech overgegeven heeft, moet zeker gedood worden: de bevolking van het land moet hem met stenen stenigen.'' ''Le 20:3 En Ikzelf zal Mijn aangezicht tegen die man keren en hem uit het midden van zijn volk uitroeien. Hij heeft immers [iemand] uit zijn nageslacht aan de Molech overgegeven, waardoor Mijn heiligdom verontreinigd en Mijn heilige Naam ontheiligd is.  Le 20:4 Maar als de bevolking van het land daadwerkelijk haar ogen sluit ten aanzien van die man, wanneer hij [iemand] uit zijn nageslacht aan de Molech heeft overgegeven, [en] hem niet ter dood brengt,'' ''Le 20:5 dan zal Ikzelf Mijn aangezicht tegen die man en tegen zijn familie keren en Ik zal hem en ieder die [samen] met hem hoererij bedrijft door als in hoererij achter de Molech aan te gaan, uit het midden van hun volk uitroeien.'' (HSV)</blockquote>Deze gruwel gebeurde in Israël bij''' [[Tofet]] '''in het dal [[Hinnom]] bij [[Jeruzalem]].<blockquote>''Jer 32:35 Zij bouwden de hoogten van de Baäl, die in het dal Ben-Hinnom zijn, om hun zonen en hun dochters voor de Molech door [het vuur] te laten gaan, wat Ik hun niet geboden had. En in Mijn hart was het niet opgekomen dat zij deze gruweldaad zouden doen, zodat ze Juda zouden doen zondigen.'' ''Jer 32:36 Welnu, daarom, zo zegt de HEERE, de God van Israël, van deze stad, waar u van zegt: Zij is door het zwaard, door de honger en door de pest in de hand van de koning van Babel gegeven:'' (HSV)</blockquote>
[[Bestand:De kinderen in't dal Topeth, aan den Molech ter verbrandinge overgegeven, objectnr A 19832.tif|geen|miniatuur|945x945px|De kinderen in 't dal Tofet aan de Molech ter verbranding overgegeven.]]
[[Bestand:De kinderen in't dal Topeth, aan den Molech ter verbrandinge overgegeven, objectnr A 19832.tif|geen|miniatuur|945x945px|De kinderen in 't dal Tofet aan de Molech ter verbranding overgegeven.]]