Paddan-Aram
Paddan-Aram is het gebied rondom Haran in het noorden van Mesopotamië, tussen de rivieren de Eufraat en de Tirgris, in het grensgebied van het huidige Turkije en Syrië. Paddan-Aram wordt kortweg Paddan genoemd in Gen. 48:7, alleen in deze Schriftplaats.
Paddan-Aram betekent “het veld van Aram; het vlakke land van Aram; hoge vlakte”: een vlakke streek in tegenstelling tot noordelijk en noord-oostelijke bergachtige streken van het Tweestromenland. Vandaar de uitdrukking “het veld van Syrie” in:
Hos 12:12 Jakob vlood toch [naar] het veld van Syrië, en Israël diende om een vrouw, en hoedde om een vrouw. (SV)
Paddan-Aram wordt meermalen genoemd in het Oude Testament. Abraham zond naar Paddan-Aram om voor zijn zoon Isaäk een vrouw te zoeken uit de tak van de familie die daar leefde.
Ge 25:20 En Izak was veertig jaren oud, als hij Rebekka, de dochter van Bethuel, den Syriër, uit Paddan-aram, de zuster van Laban, den Syriër, zich ter vrouw nam. (SV)
Jakob vluchtte later voor zijn broer Esau naar zijn oom Laban in Paddan-Aram.
Ge 28:5 Alzo zond Izak Jakob weg, dat hij toog naar Paddan-aram, tot Laban, den zoon van Bethuel, den Syriër, den broeder van Rebekka, Jakobs en Ezau’s moeder. (SV)