Plaats van het reukaltaar: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 62:
7. Op Verzoendag, één keer in het jaar, moest de hogepriester met reukwerk in het Allerheiligste ingaan, opdat de rook het verzoekdeksel zou bedekken. <blockquote>''Lev. 16: 12  Hij zal ook een wierookvat vol vurige kolen nemen van het altaar, van voor het aangezicht des HEEREN, en zijn handen vol reukwerk van welriekende specerijen, klein gestoten; en hij zal het binnen den voorhang dragen. 13  En hij zal dat reukwerk op het vuur leggen, voor het aangezicht des HEEREN, opdat de nevel des reukwerks het verzoendeksel, hetwelk is op de getuigenis, bedekke, en dat hij niet sterve.'' (SV)</blockquote>Als het reukaltaar met zijn voortdurend reukwerk in het Allerheiligste gestaan zou hebben, dan zou de rook steeds de ruimte vervuld hebben en over het verzoendeksel hangen. Dat zou de zin, het nut van het reukoffer op Verzoendag twijfelachtig maken.
 
8. Volgens buitenbijbelse Joodse bronnen ontbrak de ark van het verbond in de Tweede Tempel, terwijl het gouden altaar in het Heilige stond<ref>Zie de Hebreeuwse Wikipedia-pagina over de tempel: https://he.wikipedia.org/wiki/%D7%91%D7%99%D7%AA_%D7%94%D7%9E%D7%A7%D7%93%D7%A9#%D7%9E%D7%91%D7%A0%D7%94_%D7%94%D7%9E%D7%A7%D7%93%D7%A9</ref>. De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus, in 37 n.C. geboren in een priesterfamilie, schrijft in zijn ''Joodse Oudheden'' over het reukaltaar in de tabernakel<ref>Derde boek, hoofdstuk VI.</ref>: "''Tussen de tafel en de kandelaar, die overdwars stond, was een altaar waarop men Gode reukwerk offerde.''" Het orthodox-Joodse [[Tempelinstituut]], dat [[tempel]] en [[Priester|priesterdienst]] grondig bestudeertheeft bestudeerd en wederom wil invoeren, plaats het reukaltaar in het Heilige<ref>''Charta's Illustrated Encyclopedia of the Holy Temple in Jerusalem''. Jeruzalem: Carta, 2005. </ref>.
 
==Voetnoten==