Richteren 4: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
k →6 |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
== Samenvatting == |
== Samenvatting == |
||
De heerschappij van de Kanaänitische koning Jabin, die Israël onderdrukte, wordt vernietigd. — Israël wordt onderdrukt door Jabin, koning der Kanaänieten, twintig jaar lang (1-3). De profetes Debora spoort Barak uit Naftali aan om met zijn stamgenooten en de Zebulonieten ten strijde te trekken tegen Sisera, Jabins krijgsoverste. Barak is hiertoe bereid indien zij meetrekt; na hem aangekondigd te hebben dat nu ook een vrouw de eer van de overwinning hebben zal, gaat zij met hem. (4-9). Barak roept de Naftalieten en de Zebulonieten naar Kedes, in de buurt waarvan een Kenitische familie gelegerd is, en verslaat Sizera bij den Kisjon (10-16). Sisera, te voet vluchtende, verschuilt zich in de tent van Jaël, de Kenitische, en wordt door haar in de slaap vermoord (17-22). Jabins heerschappij wordt geheel en al door Israël vernietigd (23-24). |
De heerschappij van de Kanaänitische koning Jabin, die Israël onderdrukte, wordt vernietigd. — Israël wordt onderdrukt door Jabin, koning der Kanaänieten, twintig jaar lang (1-3). De profetes Debora spoort Barak uit Naftali aan om met zijn stamgenooten en de Zebulonieten ten strijde te trekken tegen Sisera, Jabins krijgsoverste. Barak is hiertoe bereid indien zij meetrekt; na hem aangekondigd te hebben dat nu ook een vrouw de eer van de overwinning hebben zal, gaat zij met hem. (4-9). Barak roept de Naftalieten en de Zebulonieten naar Kedes, in de buurt waarvan een Kenitische familie gelegerd is, en verslaat Sizera bij den Kisjon (10-16). Sisera, te voet vluchtende, verschuilt zich in de tent van Jaël, de Kenitische, en wordt door haar in de slaap vermoord (17-22). Jabins heerschappij wordt geheel en al door Israël vernietigd (23-24). |
||
== 3 == |
|||
Ri 4:3 Toen riepen de kinderen Israëls tot de HEERE; want hij had negenhonderd ijzeren wagens, en hij had de kinderen Israëls met geweld onderdrukt, twintig jaren. (CP<ref>Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>) |
|||
'''Negenhonderd ijzeren wagens.''' Strijdwagens, de tanks van toen. Maar voor het aangezicht van Israël zal de HEERE uittrekken (vs. 14). |
|||
De profeet [[Elisa]] in Dothan werd omsingeld door een zwaar leger met wagens. Maar Gods leger (met wagens) stond aan de kant van Elisa. |
|||
''2Kon 6:14 Toen zond hij daarhenen paarden, en wagenen, en een zwaar heir; welke des nachts kwamen, en omsingelden de stad. 2Kon 6:15 En de dienaar van den man Gods stond zeer vroeg op, en ging uit; en ziet, een heir omringde de stad met paarden en wagenen. Toen zeide zijn jongen tot hem: Ach, mijn heer, hoe zullen wij doen. 2Kon 6:16 En hij zeide: Vrees niet; want die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij hen zijn. 2Kon 6:17 En Elisa bad, en zeide: HEERE, open toch zijn ogen, dat hij zie! En de HEERE opende de ogen van den jongen, dat hij zag; en ziet, de berg was vol vurige paarden en wagenen rondom Elisa.'' (SV) |
|||
== 5 == |
|||
Ri 4:5 En zij woonde onder den palmboom van Debora, tussen Rama en tussen Beth-el, op het gebergte van Efraïm; en de kinderen Israëls gingen op tot haar ten gerichte. (SV) |
|||
'''Ten gerichte.''' Zij was profetes én richteres. De taak van een rechter was 'het volk richten met een gericht der gerechtigheid'. |
|||
''De 16:18 Rechters en ambtlieden zult gij u stellen in al uw poorten, die de HEERE, uw God, u geven zal, onder uw stammen; dat zij het volk richten met een gericht der gerechtigheid.'' (SV) |
|||
== 6 == |
== 6 == |
||
Regel 9: | Regel 23: | ||
'''Tien duizend man.''' God noemt het benodigde aantal strijders. Bij Gideon zet God een veel kleiner aantal in. |
'''Tien duizend man.''' God noemt het benodigde aantal strijders. Bij Gideon zet God een veel kleiner aantal in. |
||
'''Van de kinderen van Nafthali.''' Naftali woonde te midden van de Kanaänieten. De oorzaak was: |
|||
''Ri 1:33 Nafthali verdreef de inwoners van Beth-semes niet, noch de inwoners van Beth-anath, maar woonde in het midden der Kanaänieten, die in het land woonden; doch de inwoners van Beth-semes en Beth-anath werden hun cijnsbaar.'' (SV) |
|||
== 8 == |
|||
Ri 4:8 Toen zeide Barak tot haar: Indien gij met mij trekken zult, zo zal ik heen trekken; maar indien gij niet met mij zult trekken, zo zal ik niet trekken. (SV) |
|||
Vroeger wilde ook Mozes dat iemand met hem meeging: God Zelf. |
|||
''Ex 33:14 Hij dan zeide: Zou Mijn aangezicht moeten medegaan, om u gerust te stellen? Ex 33:15 Toen zeide hij tot Hem: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken!'' (SV) |
|||
== 11 == |
== 11 == |
||
Regel 24: | Regel 48: | ||
''Leidsche Vertaling (1914)''. Tekst van de samenvatting van Richt. 4 is onder wijziging verwerkt op 26 apr. 2021. |
''Leidsche Vertaling (1914)''. Tekst van de samenvatting van Richt. 4 is onder wijziging verwerkt op 26 apr. 2021. |
||
== |
== Voetnoten == |