Richteren 5: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(5 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 3:
== Samenvatting ==
In het kort: Debora en Barak zingen een lied. — Looft Jahweh (1-2). Debora wil Jahweh loven, die zich vroeger op de berg Sinaï luisterrijk en machtig heeft vertoond (3-5). Diep ellendig was Israël voordat Debora opstond (6-8); maar looft nu Jahweh om zijn gerechtigheid! (9-11). Uit vele stammen trok men, onder leiding van Barak en Debora, ten strijde, slechts enkele stammen bleven achter; schande over hen! (12-18). Met ‘s hemels hulp werd het leger van de vijand verslagen (19-22). Vervloekt zij Meroz, dat Jahweh's strijders niet bijstond. Gezegend Jaël, die Sisera versloeg (23-27). Vergeefs vleide zijn moeder zich met de hoop hem met buit beladen te zien terugkeren (28-30). Zo moeten al Gods vijanden omkomen, maar Zijn liefhebbers moeten zijn als de opgaande zon (31a). Na het lied eindigt het hoofstuk met de mededeling dat het land veertig jaren rust (31b).
 
== 2 ==
Ri 5:2 Nu de leiders leiden in Israël en het volk zich gewillig aanbiedt, looft Jahweh, (CP<ref name=":0" />)
'''Nu de leiders leiden in Israël.''' Barak en andere aanvoerders nemen de leiding op zich. Zie ook vs. 9.
 
== 4 ==
Regel 79 ⟶ 83:
 
'''Toen ging des HEEREN volk af tot de poorten.''' Toen deze grote dingen gebeurd waren, ging het volk van de HEERE af tot de poorten van de steden en tot de dorpen, om daar als voorheen vreedzaam te wonen.
 
== Voorbereiding en verloop van de strijd (12-22) ==
In vs.13-2122 wordt nu de voorbereiding en het verloop van de strijd geschilderd. Eerst tot en met vs.18 de deelname van de verschillende stammen aan de strijd. Vers 12 schijnt een opwekking tot de strijd te zijn.
 
== 12 ==
Regel 85 ⟶ 92:
 
'''Maak u op, Barak, en leid uw gevangenen gevangen.''' Gevangen voor u heen. Nadat Debora eerst zichzelf heeft opgewekt, spreekt zij Barak aan en roept hem toe, terwijl zij zich verplaatst in het ogenblik van de strijd om zijn gevangenen weg te voeren, om tot de overwinning voort te gaan.
 
In vs.13-21 wordt nu de voorbereiding en het verloop van de strijd geschilderd. Eerst tot en met vs.18 de deelname van de verschillende stammen aan de strijd. Vers 12 schijnt een opwekking tot de strijd te zijn.
 
== 13 ==
Regel 171 ⟶ 176:
 
Ook ligt de gedachte voor de hand, dat de sterren hier voor de Jahweh dienende geesten, de engelen staan, die naar Zijn alles regerende wil de natuurkrachten in beweging brachten en door een onweer, dat ook de beek buiten zijn oevers liet treden (vs.21), het vijandelijk leger verschrikten.
 
Misschien mogen we ook denken aan vallende sterren (meteoren) uit het hemelruim. Naast deze sterren heeft dan ook de rivier Kison (21) een helpende rol gespeeld.
 
== 21 ==
Ri 5:21  De beek Kison sleurde hen weg, de aloude beek, de beek Kison; vertreed, o mijn ziel! met kracht. (CP<ref name=":0" />)
'''De beek Kison ... de beek Kison.''' In de herhaling van "Nachal Kison" (Hebr.) ligt de nadere bepaling, van wat de beek Kison voor de Israëlieten op die dag geweest is. Zij was niet alleen een schouwplaats van de strijd, maar een instrument van hulp. Dit bericht maakt het duidelijk, dat de wateren van de beek gezwollen waren. De Kison heeft alleen na de regentijd volle oevers. In de zomer is zij meestal uitgedroogd, maar in de lente heeft zij een sterke stroom.
 
'''De beek Kison wentelde hen weg.''' De beek Kison, die met haar water over haar oevers ging, wentelde hen weg en sleepte de lijken van de vele duizenden, die door de scherpte van Baraks zwaard vielen (4:15), naar de zee.
 
Op 16 april 1799 won de Franse generaal Jean-Baptiste Kleber de slag bij de Taborberg tegen de Turken (Ottomanen). Velen van de laatsten kwamen om in de woedende golven. Men kan daarom de slag van Israël en de Kanaänieten op het einde van april tot mei stellen.
 
'''De beek Kison wentelde hen weg.''' De beek Kison, die met haar water over haar oevers ging, wentelde hen weg en sleepte de lijken van de vele duizenden, die door de scherpte van Baraks zwaard vielen (4:15), naar de zee.
 
'''De aloude beek.''' De beek "kedoemiem" (Hebr.), dat is, van de voortijd, de oude beroemde beek, of, volgens een andere verklaring: de beek van de slagen, dat is, die de slag mede besliste en aan welke later nog menige slag geleverd zou worden.
[[Bestand:D095-Plaine d’Esdraelon.-L2-Ch5.png|geen|miniatuur|839x839px|Loop van de beek Kison, westzuidwestelijk van de berg Tabor (op de kaart: ''Mt Thabor'')]]
 
== 22 ==
Regel 198 ⟶ 206:
== 30 ==
Ri 5:30  Zouden zij dan de buit niet vinden [en] delen? een liefje, [of] twee liefjes, voor iedere man? Voor Sisera een buit van gekleurde stoffen, een buit van gekleurde stoffen, gestikte, gekleurde stoffen, aan beide zijden gestikt, voor de hals als buit. (CP<ref name=":0" />)
'''Een liefje.''' Of 'schoot' (NaB), 'deerne' (NBG51).<ref>Zie ook de Hebreeuws-woordstudie van Elske Vahl, https://www.youtube.com/watch?v=eOB5v5K0Vmc</ref>
 
'''Voor de hals als buit.''' Buitgemaakte gekleurde stoffen die om de hals gedragen werden.
 
== 31 ==
Ri 5:31  Alzo moeten omkomen al Uw vijanden, o HEERE! die Hem daarentegen liefhebben, [moeten] [zijn], als wanneer de zon opgaat in haar kracht. En het land was stil, veertig jaren. (SV)
'''Die Hem daarentegen liefhebben.''' Iets dergelijks wordt gezegd in Ps. 145:20; Spr. 8:17; Rom. 8:28; 1 Kor. 2:9; Jak. 1:12; 2:5.
 
'''En het land was stil veertig jaren.''' Deze zin hoort niet meer bij het lied van Debora.
{{Tijdbalk Israël 13401300-10421100 v.C.}}
 
== BronBronnen ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Richt. 5:4-23. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 26 apr. 2021.