Romeinen 7: verschil tussen versies

238 bytes verwijderd ,  4 maanden geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Bijbelhoofdstukcommentaar|Bijbelboektitel=Dede briefBrief van Paulus aan de Romeinen|Bijbelboekpagina=Brief van Paulus aan de Romeinen|Bijbelboek=Romeinen|Aantalhoofdstukken=16|Aantalverzen=26}}
== Samenvatting ==
1-6 Wij zijn voor de wet gestorven door het lichaam van Christus en daarmee van de wet vrijgemaakt. Wij behoren Christus toe en leven in nieuwheid van geest voor God. 7-11 De wet, die goed is en ten leven dient, prikkelt de zonde in en is mij hierdoor ten dode geworden. 12-26 Maar eigenlijk is niet de wet, maar de zonde in mijn vlees ten dode. In mijn leden is de wet van de zonde. Deze wet dien ik met het vlees, hoewel ik met mijn denken de wet van God dien.
Regel 23:
{{Bijbelcitaat|hoofdstuk=Romeinen 6|vers_1=21|vers_2=22}}<blockquote>''Ga 5:22  Maar de vrucht van de Geest is: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Efe 5:9  (want de vrucht van het licht bestaat in alle goedheid en gerechtigheid en waarheid),'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Flp 1:11  vervuld met de vrucht van de gerechtigheid die door Jezus Christus is, tot heerlijkheid en lof van God.'' (Telos)</blockquote><blockquote>''Col 1:10  om de Heer waardig te wandelen tot al zijn welbehagen, terwijl u in alle goed werk vrucht draagt en opgroeit door de kennis van God,'' (Telos)</blockquote>
 
== 5 ==
<onlyinclude><sup>5</sup> Want toen wij in het vlees waren, werkten de hartstochten van de zonden die door de wet gewekt worden, in onze leden om voor de dood vrucht te dragen. </onlyinclude>(Telos)
{| class="wikitable"
Regel 38:
Vrucht (zondig gedrag) ->>Dood: heeft tot gevolg}}
|}
'''Het vlees.''' Het lichaam met zijn zondige natuur. Zie vs. 18
'''Het vlees.''' Het lichaam met zijn zondige natuur. <blockquote>''Ro 7:18 Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is bij mij aanwezig, maar het doen van het goede niet. (TELOS)''</blockquote>'''Toen wij in het vlees waren.'''<blockquote>''Ro 8:8  En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. Ro 8:9  Maar u bent niet in het vlees maar in de Geest, als inderdaad Gods Geest in u woont; maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe.'' (Telos) </blockquote>'''De hartstochten van de zonden die door de wet gewekt worden.''' Zie vs. 8: "de zonde heeft ... in mij elke begeerte opgewekt".
 
'''Het vlees.''' Het lichaam met zijn zondige natuur. <blockquote>''Ro 7:18 Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is bij mij aanwezig, maar het doen van het goede niet. (TELOS)''</blockquote>'''Toen wij in het vlees waren.'''<blockquote>''Ro 8:8  En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. Ro 8:9  Maar u bent niet in het vlees maar in de Geest, als inderdaad Gods Geest in u woont; maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe.'' (Telos) </blockquote>'''De hartstochten van de zonden die door de wet gewekt worden.''' Zie vs. 8: "de zonde heeft ... in mij elke begeerte opgewekt".
 
'''In onze leden'''. De leden van ons lichaam.
 
'''Voor de dood vrucht dragen'''. Dingen doen die de dood tot gevolg hebben (6:21). Het loon van de zonde is de dood (6:23). "Ik stierf" (vs. 9); zie ook vs. 10, 11, 13. In tegenstelling tot: 'vrucht dragen voor God' (vers 4), die ons eeuwig leven geeft. <blockquote>''Ro 6:20  Want toen u slaven van de zonde was, was u vrij ten opzichte van de gerechtigheid.  Ro 6:21  Welke vrucht had u dan toen van de dingen waarover u zich nu schaamt? Immers, het einde daarvan is de dood. Ro 6:22  Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en slaven van God geworden, hebt u uw vrucht tot heiliging, en het einde het eeuwige leven.  Ro 6:23  Want het loon van de zonde is de dood; maar de genadegave van God is het eeuwige leven in Christus Jezus onze Heer.'' (Telos) </blockquote>
 
== 6 ==
<onlyinclude><sup>6</sup> Maar nu zijn wij van de wet vrijgemaakt, gestorven aan dat waarin wij gevangen waren, zodat wij dienen in nieuwheid van [de] geest en niet in oudheid van [de] letter. </onlyinclude>(Telos)
Regel 177 ⟶ 180:
 
== 25 ==
Ro 7:<onlyinclude><sup>25</sup> God zij echter dank door Jezus Christus onze Heer! </onlyinclude>(Telos)
Want God heeft verlossing geschonken door Jezus Christus.
 
== 26 ==
Rom. 7:<onlyinclude><sup>26</sup> Dus ikzelf dien wel met het denken de wet van God, maar met het vlees de wet van de zonde. </onlyinclude>(Telos)
'''Ikzelf dien wel met het denken de wet van God'''. Met mijn denken stem ik in met de wet van God. vs. 23: "de wet van mijn denken".
 
''Ro'Met 7:23het maarvlees ik zie in mijn leden een anderede wet, die strijd voert tegenvan de wetzonde'''. vanZie mijnook denkenvs. 18 en mij23; totvs. gevangene maakt door23: "de wet van de zonde die in mijn leden is"; en Rom.'' (TELOS)8:2.
 
'''Met het vlees deDe wet van deGod zonde'''. 23zegt: "Begeer niet!; de wet van de zonde diezegt indaarentegen: mijnBegeer ledenwel! is"Vervolgens gaat het vlees begeren.
 
De wet van de zonde maakt dat ik, als ik naar de wet van God het goede wil doen, door het vlees het kwade begeer en het dan bedrijf met de leden van mijn lichaam. Ik ben gebonden aan "de wet van de zonde en de dood".
''Ro 7:18 Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is bij mij aanwezig, maar het doen van het goede niet. (TELOS)''
 
{{Bijbelcitaat|hoofdstuk=Romeinen 8|vers_1=2}}
''Ro 7:23 maar ik zie in mijn leden een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn denken en mij tot gevangene maakt door de wet van de zonde die in mijn leden is.'' (TELOS)
 
De wet van de zonde maakt dat ik, als ik het goede wil doen, het kwade bedrijf met de leden van mijn lichaam.
 
== Nabeschouwing ==
Paulus beschrijft de verhouding van de gelovige tot de wet van God. Dit hoofdstuk vervolgt met de beantwoording van een vraag uit het vorige hoofdstuk en behandelt een nieuwe vraag. De vraag uit het vorige hoofdstuk was:<blockquote>''Ro 6:15 Wat dan? Zouden wij zondigen, omdat wij niet onder de wet maar onder de genade zijn? Volstrekt niet!'' (TELOS)</blockquote>De nieuwe vraag is: <blockquote>''Ro 7:7 Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? (TELOS)''</blockquote>Wat de eerste vraag betreft: we zijn vrijgemaakt van de wet en daardoor ook van de zonde, op grond van de dood van Christus. Zoals een vrouw vrijgemaakt wordt van haar man en van de wet van het huwelijk als de man overlijdt. Door de dood van Christus zijn we vrijgemaakt van de wet, die ons aan de zonde, of eigenlijk de zondaar, de oude mens, koppelde. We zijn nu verbonden met de Heer, zodat we voor God vrucht kunnen dragen in nieuwheid van geest.
 
''Ro 6:15 Wat dan? Zouden wij zondigen, omdat wij niet onder de wet maar onder de genade zijn? Volstrekt niet!'' (TELOS)
 
De nieuwe vraag is:
 
''Ro 7:7 Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? (TELOS)''
 
Wat de eerste vraag betreft: we zijn vrijgemaakt van de wet en daardoor ook van de zonde, op grond van de dood van Christus. Zoals een vrouw vrijgemaakt wordt van haar man en van de wet van het huwelijk als de man overlijdt. Door de dood van Christus zijn we vrijgemaakt van de wet, die ons aan de zonde, of eigenlijk de zondaar, de oude mens, koppelde. We zijn nu verbonden met de Heer, zodat we voor God vrucht kunnen dragen in nieuwheid van geest.
 
Wat de tweede vraag betreft: Is de wet zonde? We moesten immers daarvan worden vrijgemaakt! Nee, de wet is goed, maar de zonde leeft op onder de wet. Als de zonde opleeft, sterf ik.