Romeinen 8: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 96:
== 13 ==
Ro 8:13 want als u naar het vlees leeft, zult u sterven; maar als u door de Geest de werkingen van het lichaam doodt, zult u leven. (TELOS)
'''Zult u sterven'''. Vergelijk: <blockquote>''Ro 7:5 Want toen wij in het vlees waren, werkten de hartstochten van de zonden die door de wet gewekt worden, in onze leden om voor de dood vrucht te dragen. (...) Ro 7:9  Ik nu leefde vroeger zonder wet; maar toen het gebod kwam, leefde de zonde op, maar ik stierf.'' </blockquote>Wat het vlees bedenkt is de dood (vs. 6).<blockquote>''Col 2:13 En u, toen u dood was in de overtredingen en in de onbesnedenheid van uw vlees, u heeft Hij mee levend gemaakt met Hem, terwijl Hij ons alle overtredingen vergeven heeft; (TELOS)''</blockquote>'''Door de Geest'''. Sommigen<ref>Zo N. de Jonge.</ref> vertalen 'door de geest', omdat zij daardoor de menselijke geest verstaan. Het volgende vers echter verschaft een grond om aan 'Geest' te denken.
 
'''De werkingen van het lichaam doodt.''' Door de zondige neigingen voor veroordeeld in de kruisdood van Christus te achten (vergelijk vers 3). <blockquote>''Col 3:5 <u>Doodt dan uw leden die op de aarde zijn:</u> hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die afgodendienst is, Col 3:6  om welke dingen de toorn van God komt over de zonen van de ongehoorzaamheid. Col 3:7  Ook u hebt vroeger onder hen gewandeld, toen u daarin leefde. Col 3:8 Maar nu, <u>legt ook u dit alles af:</u> toorn, kwaadheid, boosheid, laster, vuile taal uit uw mond. Col 3:9  Liegt niet tegen elkaar, daar u de oude mens met zijn daden hebt uitgedaan Col 3:10  en de nieuwe hebt aangedaan, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het beeld van Hem die hem geschapen heeft.'' (Telos) </blockquote>'''Zult u leven'''. Leven en werken voor God, in gemeenschap met Hem, de bron van het leven. Vergelijk: iemand die in coma ligt, leeft, maar ook weer niet, want de wisselwerking met zijn medemensen is weg.
Regel 142:
== 21 ==
Ro 8:21  in de hoop dat ook de schepping zelf zal worden vrijgemaakt van de slavernij van de vergankelijkheid tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. (Telos)
'''De kinderen van God.''' Zie vs. 16.
 
'''De vrijheid van de heerlijkheid.''' Een eigenschap van de heerlijkheid is bestendigheid, een heerlijkheid die vrij is van onderwerping aan verderfenis (20), die vrij is van slavernij. <blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=1 Petrus 1|VersNummer=24}}</blockquote>
 
== 22 ==
Ro 8:22 Want wij weten, dat de hele schepping tezamen zucht en tezamen in barensnood is tot nu toe. (TELOS)
'''Zucht.''' En reikhalzend uitziet (19).
'''In barensnood'''. Alsof de schepping de zonen van God zal voortbrengen. In zeker zin gebeurt dat ook, terwijl van kracht blijft dat uit en door en tot God alle dingen zijn. Vergelijk:
 
'''In barensnood is'''. Alsof de schepping de zonen van God zal voortbrengen. In zeker zin gebeurt dat ook, terwijl van kracht blijft dat uit en door en tot God alle dingen zijn. Vergelijk: <blockquote>''Ge 1:11 En God zeide: Dat de aarde jong groen voortbrenge, zaadgevend gewas, vruchtbomen, die naar hun aard vruchten dragen, welke zaad bevatten, op de aarde; en het was alzo. (NBG51)''</blockquote><blockquote>''Ge 1:24 En God zeide: <u>Dat de aarde voortbrenge levende wezens</u> naar hun aard, vee en kruipend gedierte en wild gedierte naar hun aard; en het was alzo.'' (NBG51)</blockquote>Ook de komst van het Koninkrijk van God wordt door barensnood van deze wereld voorafgegaan; Matth. 24 spreekt van 'weeën'.
 
''Ge 1:24 En God zeide: <u>Dat de aarde voortbrenge levende wezens</u> naar hun aard, vee en kruipend gedierte en wild gedierte naar hun aard; en het was alzo.'' (NBG51)
 
Ook de komst van het Koninkrijk van God wordt door barensnood van deze wereld voorafgegaan; Matth. 24 spreekt van 'weeën'.
 
== 23 ==
Ro 8:23 En dat niet alleen, maar ook wijzelf, die de eerstelingen van de Geest hebben, ook wijzelf zuchten bij onszelf in de verwachting van de aanneming tot zonen, de verlossing van ons lichaam. (CP<ref name=":0" />)
'''Eerstelingen van de Geest'''. De volheid van deze gave Gods zal in de toekomst plaatsgrijpen: <blockquote>''Hnd 2:16 Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joel: Hnd 2:17 ‘En het zal gebeuren in de laatste dagen, zegt God, dat Ik <u>van mijn Geest zal uitstorten op alle vlees</u>, en uw zonen en dochters zullen profeteren, en uw jongemannen zullen gezichten zien en uw ouden zullen dromen dromen. Hnd 2:18 Ja, op mijn slaven en op mijn slavinnen zal Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. Hnd 2:19 En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed en vuur en rookwalm. (TELOS)''</blockquote>'''Ook wijzelf zuchten bij onszelf'''. Want wij leden in deze tegenwoordige tijd. Ons lichaam is nog niet verlost.
'''Eerstelingen van de Geest'''. De volheid van deze gave Gods zal in de toekomst plaatsgrijpen:
 
''Hnd 2:16 Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joel: Hnd 2:17 ‘En het zal gebeuren in de laatste dagen, zegt God, dat Ik <u>van mijn Geest zal uitstorten op alle vlees</u>, en uw zonen en dochters zullen profeteren, en uw jongemannen zullen gezichten zien en uw ouden zullen dromen dromen. Hnd 2:18 Ja, op mijn slaven en op mijn slavinnen zal Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. Hnd 2:19 En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed en vuur en rookwalm. (TELOS)''
 
'''Ook wijzelf zuchten bij onszelf'''. Want wij leden in deze tegenwoordige tijd. Ons lichaam is nog niet verlost.
 
'''De verwachting van de aanneming tot zonen.''' Of: "van het zoonschap" (Telos). Ook de schepping verwacht (19). Het zoonschap of eigenlijk de aanneming tot zonen door God, is een toekomstige staat resp. gebeurtenis, het kindschap is een tegenwoordige staat (16-17). Wel hebben wij reeds "een geest van zoonschap" (15).
 
'''De verlossing van ons lichaam.''' Bij de wederkomst van Christus ontvangen wij een onsterfelijk en prachtig lichaam. Hiermee vangt onze staat van zoonschap aan. <blockquote>{{Bijbelvers|HoofdstukNaam=Filippenzen 3|VersNummer=20}} </blockquote>
 
== 24 ==
Regel 182 ⟶ 176:
 
'''De Geest Zelf bidt voor ons'''. Zie ook het volgende vers, dat van Zijn voorbede spreekt. Dat de [[Heilige Geest|Geest]] bidt, bewijst dat Hij een Persoon is.
 
'''Met onuitsprekelijke verzuchtingen.''' Een verzuchting is hier een zuchtend geuite wens<ref>''Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal'' (13e uitgave; digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000) geeft als een betekenis van 'verzuchting' op: "zuchtend geuite klacht of wens". Voorbeeldzinnen: "verzuchtingen slaken", "de verzuchting van de zwerveling, die Napels zien en dan sterven wilde (Busken Huet)". </ref>. Een gebed is een uiting van een wens. De schepping zucht, wij zuchten, de Geest zucht.
 
== 27 ==